Dave Ensberg-Kleijkers wil vrijdagmiddag eerst een misverstand wegnemen. “Iedereen heeft het over die Chocoprins-tweet van Tunahan Kuzu, maar die gaat over mijn carnaval-actie in het kader van de Statenverkiezingen. Daar heeft de Volkskrant een stuk over geschreven, beter dat de mensen dat eerst lezen. Ik nodig mensen die kritisch zijn op deze carnavalsactie van harte uit met mij in 2016 carnaval in Limburg te vieren om zo de essentie en context van dit volksfeest persoonlijk te ervaren.”
Ensberg-Kleijkers kent Kuzu uit hun gezamenlijke tijd als bestuurskundigen bij PricewaterhouseCoopers. In 2012 waren ze tegelijkertijd beschikbaar voor de Tweede Kamer. Ensberg-Kleijkers voor het CDA, Kuzu voor de PvdA, beiden op plek 27. “Tunahan deed het iets beter die verkiezingen”, lacht Ensberg-Kleijkers. Maar tijdens het debat donderdagavond over het asielplan van VVD-Kamerlid Malik Azmani viel hij over het optreden van zijn oud-collega. Kuzu viel het VVD-Kamerlid aan op zijn deels-Marokkaanse achtergrond.
“Ik vond dat een tegenvaller. Het volstrekt politiek onhaalbare voorstel van de VVD is inhoudelijk zo waardeloos dat het totaal onnodig is om zoals Kuzu deed op de man te spelen. Kuzu ken ik als een bijzonder intelligente man. Hij heeft voldoende bagage in huis om het VVD-plan inhoudelijk te bestrijden, of nog beter: van een alternatief te voorzien.”
Ensberg-Kleijkers vindt de opmerkingen van Kuzu dubbel: “Hij verweet eerder anderen, waaronder parlementair verslaggevers, hem aan te spreken als ‘Turkse Nederlander’ of als allochtoon. Dat verwijt brengt hij nu zelf in de praktijk door Azmani als Marokkaanse Nederlander te framen.”
De CDA’er ziet een patroon in de recente optredens van Kuzu en zijn kompaan Selçuk Öztürk. “Ze lijken de laatste maanden bezig om mensen een andere culturele achtergrond die kritisch zijn op ‘allochtone Nederlanders’ stelselmatig weg te zetten als ‘basja’ of huisallochtoon of huisneger.”
Dat gebeurde onlangs nog met Ibrahim Wijbenga. “Dat begrip heeft in Suriname een zeer negatieve connotatie uit de slaventijd. Zoiets als een NSB’er in de Tweede Wereldoorlog”, zegt Ensberg-Kleijkers. “Het past Kamerleden met een voorbeeldfunctie niet – en zeker niet gelet op hun inhoudelijke doelstellingen blijkens hun manifest – zich zo te profileren en anderen op deze manier weg te zetten. Op deze manier leveren beide heren van Denk een bijdrage aan de ‘verruwing en verharding’ die zij zelf zeggen te willen bestrijden. Het is voor mij gissen waarom ze dat doen.”