Een tegenvaller voor de nieuwe minister van Justitie, de ‘eenmalige investering’ om het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) binnen de Raad voor de Rechtspraak tot stand te brengen komt 140 miljoen hoger uit dan eerder gedacht. Dat blijkt uit een businesscase die de minister, Ard van der Steur, met de kamer overlegde. De stijging is onder andere te wijten aan een uitbreiding van het project
Hoewel de ‘maatschappelijke baten’ ook zullen stijgen, stellen de opgelopen kosten de minister toch voor een probleem. Wie de kosten moet gaan betalen, is dan ook nog niet geheel duidelijk, zo schrijft het AD vandaag.
De Raad van de Rechtspraak kan de tegenvaller grotendeels opvangen, maar de belandt eind van dit jaar per saldo voor 11 miljoen euro in de min. Volgens de wet moet het ministerie van Veiligheid en Justitie dan bijspringen: slecht nieuws voor Van der Steur, die toch al met grote tekorten kampt op zijn ministerie. De jaarlijkse baten stijgen met zo’n 50 miljoen naar naar 266 miljoen euro.
“De kosten van de digitalisering van de rechtspraak zijn een interne aangelegenheid van diezelfde rechtspraak en het departement van Veiligheid en Justitie, niet van de advocatuur”, laat de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) weten, zo meldde Advocatenblad eerder deze week.