Komende week staan er weer een paar mooie releases op stapel. In verband met bomen en een bos en het niet meer zien, zet Cedric van der Ploeg in Muziekmoment de beste releases op een rijtje. Deze week neemt Ingelise de taak even over. Dit keer: The Slow Show, Satellite Stories en Jape.
24 april staat de band uit Manchester op London Calling, maar tot die tijd moet men het nog even doen met de debuutplaat van The Slow Show, White Water. Met een loepzuiver kerkkoor opent de plaat met het nummer Dresden. Vanaf daar doet de plaat denken aan Tom Waits, The National en Nick Cave. Niet alleen door de verhalende, diepe stem van zanger Rob Goodwin, maar ook door de sfeer die op de plaat hangt. De muziek doet je verdwalen in je eigen dromen en gedachten. Rustig, maar niet saai. Hypnotiserend, meditatief misschien zelfs wel. De verhalende zang, zang is het zelfs bijna niet altijd meer te noemen, wordt omlijst door vaak staccato pianoakkoorden, strijkers en tokkelende elektrische gitaren. Een veelbelovende debuutplaat die zeker nog een aantal keer in de stereotoren mag.
Satellite Stories is inmiddels alweer toe aan haar derde album. De band uit Finland heb je misschien in 2013 op Lowlands gezien. Sindsdien touren ze flink wat af. De in 2008 opgerichte band heeft voor deze plaat, Vagabonds, twee maanden in Londen gezeten om samen te werken met Simon Barnicott (werkte onder andere met Arctic Monkeys, Bombay Bicycle Club, Kasabian, Temper Trap). Het vrolijke indiegeluid van de band klinkt dan ook vrij Brits. Niks mis mee, de plaat is dansbaar zonder in een cheesy indiepopplaat te worden. Veel van de teksten zijn makkelijk mee te zingen, wat de plaat keer op keer herkenbaarder maakt. Satellite Stories zou nog wel eens een goede toevoeging kunnen zijn voor de festivals die komende zomer op het programma staan. Lekker indie, een beetje hipster, maar even leuk voor iedereen die zichzelf maistream vindt.
Electropop in zijn puurste, eigenste vorm, zo is My Chemical Sea van Jape het beste te omschrijven. Maar dan wel de donkere, mineurigere variant. Jape begon als een soloproject van de Ierse muzikant Richard Egan, maar is inmiddels uitgegroeid tot een driekoppig gezelschap dat in 2003 een debuutalbum uitbracht. In 2012 vertrekt Egan naar Zweden om te gaan schrijven. Malmö is dan ook de plaats waar My Chemical Sea, het vijfde album, geboren wordt. Op de plaat maakt Egan gebruik van een hele hoop synthesizers, lage tonen, bijzondere geluidseffecten en veel overdubben als het om zang gaat. Het levert een heerlijke electropopplaat op, waarvan sommige nummers zelfs prima op een technofeestje passen. Door altijd een soort jaren ’80 geluid aan te houden, is de plaat ook prima te doen voor degenen die niet zo fan zijn van techno.