Achtergrond

‘Schijnzelfstandigheid’ steeds vaker als migratieprobleem gezien

01-04-2015 15:01

Schijnconstructies worden vaak genoemd in discussies en publicaties over zzp’ers. Wat die ‘schijnzelfstandigheid’ dan precies inhoudt, blijft echter vaak onduidelijk. In het taalgebruik wordt dit ook duidelijk: elke manier van ontwijken van bestaande regelgeving zou je een schijnconstructie kunnen noemen. Maar kijken we wat beter, dan komen twee hoofdgroepen van ‘schijnzelfstandigen’ in beeld.

Zelfstandig opereren

Ten eerste is er de zelfstandige die niet geheel zelfstandig opereert. Maar de criteria die worden gebruikt om te kunnen duiden of iemand wel écht zelfstandig kan opereren, zijn ontoereikend, oordeelde onderzoeksinstituut SEOR, in het in 2013 verschenen rapport Tussen werknemer en ondernemer.

De onderzoekers geven aan dat de redenen die worden opgegeven om zzp’er te worden geen voeding geven voor een conclusie dat er veel schijnzelfstandigheid is. De onderzoekers meten schijnzelfstandigheid af aan criteria die allemaal te maken hebben met ‘zelfstandig kunnen werken’. ‘Gebruik van eigen middelen’, een BTW of VAR-criterium, aantallen opdrachtgevers of bijvoorbeeld acquisitieactiviteiten zijn volgens de onderzoekers ontoereikend als indicator van (schijn)zelfstandigheid.

Als zij wél bruikbare criteria hanteren, komen de SEOR-onderzoekers uit op percentage schijnzelfstandigheid van ‘grofweg vijf’ in de bouw en tussen de vijf en tien in de sector zakelijke diensten. In de zorg ligt het tussen negen en vijftien procent en in het vervoer rond de veertien procent. De grootste ‘zorgen’ liggen hier dus bij zorg en vervoer.

Migratieprobleem

In de Kamerbrief Aanpak schijnconstructies, eveneens uit 2013, schijnzelfstandigheid expliciet geduid als een probleem waarbij ‘Bulgaren en Roemenen’ gebruik maken van een VAR om als verkapte zelfstandige hier goedkoop aan de slag te kunnen. Schijnzelfstandigheid wordt hier dus omschreven als een migratieprobleem in plaats van een fiscaal of puur arbeidsrechtelijke kwestie, waarin het criterium zelfstandig kunnen werken centraal staat.

Hier strijden twee visies op het probleem met elkaar. En aangezien de ‘migratievisie’ een subset betreft van de criteria van de ‘zelfstandigheidsvisie’, raakt deze definitie een (nog) kleiner percentage zzp’ers. Bovendien wordt er in de migratievisie de nadruk gelegd op ontduiken van regels. In de bredere visie gaat het om zelfstandigen die helaas niet zo zelfstandig zijn als ze zelf wellicht denken. Malafide intenties tegenover goede bedoelingen dus.

Lees ook

ZZP’er: van kip met gouden eieren tot armoedzaaier – Ministerie van Financiën heeft zzp’er in het vizier
Vermeend: ZZP’ers horen ook bij de banenmotor van Nederland – Minder fiscale lasten voor meer banen

Dit artikel verschijnt in het kader van het onderzoek ‘ZZP’ers: Markvernieuwers of marktverziekers?’. De volledige resultaten verschijnen binnenkort als ebook. TPO brengt de komende tijd alvast een serie voorpublicaties.