Stel, je bent minister van Financiën. Een van je voorgangers heeft een paar jaar terug een grote bank genationaliseerd omdat die anders failliet zou zijn gegaan, met alle kwalijke gevolgen van dien. Maar inmiddels gaat het een stuk beter met die bank, er wordt weer winst gemaakt. Tijd dus om haar te verkopen, zodat de belastingbetaler nog iets terugziet van de vele miljarden die er destijds in zijn gepompt. Je kondigt een beursgang aan.
Maar wat blijkt? De bank had besloten haar bestuurders een tonnetje extra toe te stoppen, als beloning voor het noeste werken waarmee dit onvermoeibare zestal het bedrijf er weer bovenop heeft geholpen. Eerder moesten de arme drommels zien rond te komen van een schamele zes ton per jaar. Terwijl iedereen toch weet wat een beetje villa in Het Gooi, een Maserati en een buitenechtelijk vriendinnetje van 27 kosten.
Heel begrijpelijk van die bank, zou je denken. Loon naar werken. Voor wat hoort wat. Maar dat blijkt een misrekening. Over die alleszins redelijke salarisverhoging van nog geen 20 procent ontstaat een gigantische commotie. Opgewonden verhalen in de media! Vragen in de Tweede Kamer! Een spoeddebat! En het allerergste is dat de meest verontwaardigde reacties afkomstig zijn uit de PvdA. Je eigen partij nota bene, die de afgelopen jaren al zoveel pijnlijke verkiezingsnederlagen heeft moeten slikken.
Je zult iets moeten doen, dat is wel duidelijk. Maar wat? Ha, je weet je al. Je blaast die voorgenomen beursgang van de bank gewoon af. “Eerst moeten de rust en het vertrouwen weerkeren,” zeg je, ferm in de camera’s blikkend.
Ziezo, dat varkentje heb je even keurig gewassen. Je bent in je vrije tijd varkensboer of je bent het niet!
Maar helaas. Rust en vertrouwen keren helemaal niet weer, ook niet nadat de edelmoedige bankbestuurders hebben laten weten in vredesnaam maar af te zien van hun meer dan verdiende hogere salaris. Sterker nog, het wordt alleen maar erger. Vooral als uitlekt (hoe kan dat nu weer, verdomme!) dat jij, de minister van Financiën, eerder aan de bankdirectie beloofd hebt die ton extra politiek te zullen verdedigen. Dat je met je stomme kop gezegd hebt dat het allemaal volgens de regels was.
Wat nu gezongen? Gelukkig loop je al een tijdje mee op het Binnenhof. Je kent alle trucs en listen. En je weet dat je vaak wegkomt met antwoorden die nergens op slaan, zolang je er maar een gezicht bij trekt waar de zorg voor het landsbelang van afdruipt.
Dus verklaar je dat je het eigenlijk helemaal niet eens was met die salarisverhoging. Integendeel, die zat je ‘als een graat in de keel’. ‘Juridisch en politiek-bestuurlijk’ kon het allemaal door de beugel, maar ‘moreel was het slecht te begrijpen’, zeg je zonder met je ogen te knipperen.
Hiermee geef je dus toe dat de Nederlandse wetgeving het mogelijk maakt om dingen te doen die ‘juridisch en politiek-bestuurlijk’ weliswaar deugen, maar die moreel verwerpelijk zijn. En die je daarom ‘als een graat in de keel’ steken.
Jammer dat je geen Kamerlid meer bent, anders kon je meteen een spoeddebat aanvragen. Om van het kabinet te eisen dat het onmiddellijk in actie komt tegen al die dingen die juridisch en politiek-bestuurlijk verantwoord zijn, maar moreel zo vreselijk slecht te begrijpen.