De PvdA heeft het maar moeilijk met TTIP. Over het handelsverdrag tussen de EU en de VS wordt nog steeds onderhandeld maar langzaam eist de publieke opinie een mening van politici en politieke partijen. En dus was daar PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius om te melden dat TTIP fundamenteel veranderd moet worden om akkoord te kunnen gaan. De uitspraken van Jongerius zijn relevant: het Europees Parlement moet instemmen met TTIP.
Maar in de ingewikkelde politiek van vandaag wordt ook in Den Haag gepraat over hetzelfde verdrag. Ook PvdA-Tweede Kamerlid Jan Vos meldde deze week dat de PvdA het verdrag in de huidige vorm niet steunt en grote veranderingen wil. Meteen was er veel Haags lawaai: het kabinet verdedigt TTIP wel en PvdA-minister Lilianne Ploumen is voor. Gelukkig meldde Mark Rutte al snel dat hij de PvdA-zorgen begrijpt en dat hij ze in Brussel onder de aandacht brengt.
Bij het debat over ‘de staat van de Europese Unie’ kreeg de PvdA de wind van voren: wat is de positie van de partij nu precies? Voor de gelegenheid waren diverse voorlichters uit het Europees Parlement aanwezig in de Kamer om te twitteren hoe onduidelijk de PvdA-positie is. Kamerlid Marit Maij leek wederom een andere positie te hebben dan de rest, al ontkende ze dat bij hoog en laag. Europarlementariër Paul Tang meldde nog dat het om verschillende verwoordingen van dezelfde zorgen gaat. Tevergeefs.
De berichtgeving over de PvdA en TTIP laat de oogkleppen van de Haagse journalistiek goed zien. De politiek is deels naar Brussel verschoven, maar de meeste aandacht gaat nog steeds naar Den Haag. En zo kan het dat alle meningen binnen de PvdA even relevant worden gemaakt, terwijl ze dat niet zijn. Vooralsnog is onduidelijk of alle nationale parlementen TTIP moeten goedkeuren. Zolang dat niet duidelijk is, doet de mening van PvdA-Kamerleden Vos en Maij er niet zoveel toe. Zelfs niet als ze het onderling eens zijn. Nobody cares.
In een tijd waarin iedereen de PvdA graag bij het grof vuil zet is het heerlijk om te constateren dat er licht lijkt te zitten tussen wat alle PvdA-ers zeggen. Maar erg uitzonderlijk is dit niet. Je hoeft niet met een vergrootglas te zoeken naar de verschillen tussen D66 in Den Haag en Brussel, waar aan de ene kant een kritische TTIP-motie wordt gesteund, maar aan de andere kant Europarlementariër Marietje Schaake roept dat het allemaal wel goed komt. Ook de ChristenUnie kan dit verwijt krijgen: in Den Haag kritisch, in Europa aanmerkelijk soepeler.
De belangrijkste vraag is echter of het ertoe doet wat al deze politici zeggen. De onderhandelingen zijn niet openbaar en dus is onbekend hoe relevant alle zorgen zijn. We hebben een globaal beeld van wat het verdrag inhoudt en welke consequenties het kan hebben, maar de details kennen we niet. Eigenlijk zegt momenteel vrijwel iedereen hetzelfde: dat het van de details afhangt of men voor of tegen TTIP is. Dat zeggen zelfs de grootste voorstanders. Alleen de SP is altijd tegen.
We moeten de verdragstekst afwachten en dat duurt nog wel even. Tot die tijd gaat het om het opbouwen van publieke druk, zodat de Europese Commissie – want die onderhandelt – begrijpt waar ze rekening mee moet houden. Als de Commissie dat niet doet, verdwijnt TTIP alsnog in de prullenmand.
Voor de Europese Commissie is het Europees Parlement nu het belangrijkst, want die horde moet in ieder geval genomen worden. Of nationale parlementen moeten instemmen is niet zeker en hun samenstelling op het moment van eventuele instemming duister. De vraag is dus: wat is de lijn van het Europees Parlement? Daar gaat het om fracties waar we in Nederland niks over horen. Als de S&D-fractie (met daarin de PvdA) instemt met TTIP komt een meerderheid in Brussel snel in zicht. We hoeven dus niet teweten wat Kamerleden Vos en Maij vinden, maar of Jongerius met haar zorgen voor haar Europese fractie spreekt. Die kans lijkt klein want niemand kent de verdragstekst en dus zal S&D nog geen definitieve mening hebben.
Het gaat nu in de eerste plaats om de verhoudingen in Brussel, niet die in Den Haag. Sociaal-democraten uit de nationale parlementen van Litouwen en Kroatië hebben ook weleens ergens een mening over.