Precies 48 stoelen staan klaar in de kapel van de Domtoren. Om middernacht zijn ze allemaal bezet en staat er een rij mensen om de stoelen heen. De Utrechtse band Kensington speelt dinsdag een nachtconcert in de bekende Utrechtse toren.
Het is de eerste in een reeks concerten van Blackstage, een initiatief van Axe waar verschillende bands en muzikanten onder het motto ‘less is more’ zullen spelen op een historische plek in hun thuisstad. Met Blackstage is het de bedoeling dat artiesten teruggaan naar de essentie, de concerten beginnen dan ook om middernacht, in het donker. De aftrap met Kensington is een goede start, buiten proberen verschillende mensen nog een kaartje te bemachtigen voor het intieme concert.
“Hallo, wij zijn Kensington, zoals jullie misschien weten,” begint gitarist Casper Starreveld. Kensington, de band ‘die er ineens was’, maar eigenlijk al sinds 2005 aan de weg timmert. Zowel afgelopen als komende zomer spelen ze festival na festival, in november staat de band twee keer voor een uitverkocht Ziggo Dome, 3 maart won het laatste album Rivals een Edison en morgen hoort de band welke van de vijf 3FM-awards ze in ontvangst mag nemen. Vanavond gaan de bandleden in hun thuisstad terug naar de basis.De kleine kapel is verlicht met kaarsen en subtiele lichten. Een rookmachine voorziet de ruimte steeds van een beetje rook. De mannen zitten met semi-akoestische instrumenten op stoelen, vergezeld door het Red Limo String Quartet.
De zaal is doodstil als de band aftrapt met Words You Don’t Know en We Are The Young. Bij All For Nothing valt eindelijk het strijkkwartet in. Het is een prachtige toevoeging aan de muziek die normaal op een groot podium wordt gespeeld, maar nu volledig is uitgekleed en een stuk kwetsbaarder ten gehore wordt gebracht. Dramatischer, het nummer Go Down brengt bij de inzet van het eerste refrein zelfs een beetje kippenvel. War daarentegen is, dankzij het kwartet, net zo vrolijk als de radioversie.“Ik woon al 27 jaar in Utrecht en ben nog nooit in de Dom geweest. Of in de Galgenwaard,” vertelt zanger Eloi Youssef, terwijl hij af en toe op karakteristieke wijze een slok neemt van zijn rode wijn. “In één week kom ik in allebei.” Zondag speelde de band in het Utrechtse stadion, vanavond in de Domtoren. “Het is een beetje een Utrecht-week voor ons,” vervolgt Starreveld. “Donderdag spelen we in TivoliVredenburg.” Logischerwijs volgt het nummer Home Again, Utrecht is thuis.
Het uitkleden van de muziek en de toevoeging van de strijkers geeft de muziek van Kensington iets theatraals, zelfs bijna iets donkers. Zeker in combinatie met het tijdstip en de locatie. Het uitkleden brengt wel een risico met zich mee, de kwetsbaarheid zorgt voor heel af en toe een onoverkomelijke valse noot. Maar zonder moeite herstelt het achtkoppige gezelschap zich.“We zijn al drie kwartier aan het spelen. En we mochten maar een half uur,” zegt Starreveld vlak voor het laatste nummer. “Ik hoop dat jullie de trein nog halen,” vult Yousseff aan. Het tiende nummer van de avond is Little Light. Een bombastische, bijna dramatische afsluiter. Vooral de vioolsolo die het nummer afsluit. Een terechte staande ovatie volgt. Kensington terug naar de basis werkt. Het geeft nog meer waarde aan de muziek die normaal gesproken voor zo’n groot publiek wordt gespeeld. Eind augustus doen ze het gelukkig nog eens dunnetjes over.Beeld: Bart Heemskerk