Soms heb ik wel eens het idee dat ik hopeloos achterloop. Met mijn bijna 25 jaar studeer ik nog steeds en ben ik voorlopig nog niet klaar, is er nog geen manspersoon in beeld en daarmee ook geen samenwoon-, kinder- of trouwplannen, heb ik geen vaste fulltime baan, ben ik nog nooit afgereisd naar verre tropische bestemmingen en ben ik een ramp in het bijhouden van mijn administratie.
En dat terwijl studiegenoten en vrienden massaal afstuderen, zich laten beëdigen als advocaat, toffe stages hebben, gaan samenwonen of hun eerste koophuis aanschaffen, zich verloven en in verwachting raken of besluiten schijt aan alles te hebben en lekker te gaan reizen. Dat doet me wel eens denken aan het schoolkamp naar Schiermonnikoog in de eerste klas, waar iedereen tijdens het wadlopen enthousiast door de modder naar de overkant sprintte, terwijl ik hopeloos in die stinkende prut bleef steken en gered moest worden door onze leraar Aardrijkskunde, een man met nota bene een houten been (geen grapje).
Hoewel ik over het algemeen echt niks te klagen heb (liefdevolle familie, fijne vrienden, leuke studie, toffe bijbaan, prima cv, gezond, mijn eigen bescheiden stekkie en enorm veel vrijheid) kan ik me over die dingen toch wel eens druk maken. Ik wil me nuttig kunnen maken, iets kunnen betekenen voor de maatschappij, iets waardevols achterlaten. Op eer en bekendheid zit ik absoluut niet te wachten, maar ik wil wel echt iets doén, een klein verschil kunnen maken.
Lees verder op Sylvia’s blog.
Beeld: Shutterstock