Anders Breivik gebruikte kunstmest als basis voor de bom die hij gebruikte tijdens zijn aanslag op een overheidsgebouw in Oslo in 2011. Een door militairen als ‘ANFO’ (Ammonium Nitrate and Fuel Oil) aangeduide bom zaaide toen dood en verderf voor het kantoor van de Noorse premier Jens Stoltenberg. Het is misschien het meest recente voorbeeld van een kunstmest-aanslag die veel mensen in West-Europa is bijgebleven.
In de loop der jaren is het gebruik van kunstmest als bestanddeel voor bommen explosieven gestegen. Dat komt mede doordat het een middel is dat vrij wordt verhandeld. Iedere huis- tuin- en keukenknutselaar kan hierdoor met behulp van YouTube een bom in elkaar zetten. Zie het als het doe-het-zelf-equivalent van de huisgestookte drug methamfetamine.
In Zeeland tast de politie op dit moment in het duister over de verduistering van 750 kilo kunstmest. Een man kocht het spul vorige maand onder een valse naam bij de agrarische coöperatie CZAV in het Zeeuwse Wemeldinge. Het gaat volgens een lokale krant om kalkammonsalpeter. Dat is een stikstofhoudende kunstmest (ammoniumnitraat), één van de ingrediënten die nodig zijn voor een ANFO-bom.
De oplichter had bij zijn bestelling de naam opgegeven van een vaste klant. Toen deze klant de nota kreeg, kwam de diefstal aan het licht. In februari van dit jaar waarschuwde de Nationaal Coördinator Veiligheid en Terrorismebestrijding (NCTV) boeren nog om zorgvuldig te handelen met kunstmest, vanwege het risico dat het goedje in handen van criminelen en terroristen kan komen. Zo kunnen boeren verdachte situaties melden bij het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën. Voor kunstmesthandelaren is die melding verplicht.
In 2010 was het in New York bijna raak, toen werd daar een auto ontdekt met een grote hoeveelheid kunstmest erin. De bom was het werk van de Pakistaanse beweging Tarik-e-Taliban, maar de aanslag kon nipt verijdeld worden.
