Tientallen internationale Oekraïne-deskundigen trekken aan de bel bij de Oekraïense president Petro Porosjenko. Zij roepen hem in een petitie op om twee omstreden wetten, die onlangs werden aangenomen door de Verchovna Rada, het Oekraïense parlement, niet te ondertekenen.
De brief van bijna zestig wetenschappers uit landen als Duitsland, de Verenigde Staten, Canada, Oekraïne, Turkije, Oostenrijk en Rusland is van betekenis omdat voor het eerst internationaal verzet wordt aangetekend tegen een dreigende verheerlijking in Oekraïne van fascistoïde rebellenleiders.
Aanhangers van die ultra-nationalistische leiders, van wie Stepan Bandera, Andrii Melnyk en Roman Sjoechevitsj de bekendsten zijn, maakten zich tijdens de Tweede Wereldoorlog schuldig aan massamoorden op Polen, Joden en communistische partizanen. Zo brachten leden van de Oekraïense opstandelingenlegers OOeN en OePA bij slachtingen in 1943 en 1944 in de regio’s Wolhynië en Oost-Galicië vele tienduizenden – mogelijk honderdduizend – Polen om.
De opstellers keren zich bovendien tegen een wet, die het strafbaar maakt om het ‘criminele karakter van het communistische totalitaire regime in Oekraïne tussen 1917 en 1991 te ontkennen’.
‘Iedereen die aandacht vraagt voor de bloei van de Oekraïense taal en cultuur in de jaren ’20 onder het communisme loopt nu het risico op vervolging,’ schrijven de ondertekenaars van de brandbrief. ‘Hetzelfde geldt voor mensen die de jaren onder Gorbatsjov zien als een progressieve periode van veranderingen.’
De meeste zorgen hebben de wetenschappers – onder wie zich grote namen uit het Oekraïne-onderzoek bevinden – over de wet waarin kritiek op controversiële, fascistoïde rebellenleiders en hun organisaties strafbaar wordt gesteld. ‘Niet alleen wordt het een misdaad om de legitimiteit ter discussie te stellen van een organisatie als de OePa, die tienduizenden Polen afslachtte in een van de meest gruwelijke etnische zuiveringen in de geschiedenis van Oekraïne, maar ook zou deze wet een van de meest extremistische politieke groeperingen in West-Oekraïne tussen de Wereldoorlogen, de OOeN, uitsluiten van kritiek – een organisatie die vanaf het begin van de Sovjet-invasie in 1941 collaboreerde met Nazi-Duitsland en die deelnam aan anti-Joodse pogroms in Oekraïne.’
Het is de groep wetenschappers een doorn in het oog dat de wetten kort geleden door de Rada werden aangenomen ‘zonder enige vorm van debat, zonder een tegenstem en in afwezigheid van een groot aantal afgevaardigden’.
Indien president Porosjenko de wetten ondertekent, dreigt aanzienlijke schade voor het imago en de reputatie van Oekraïne, waarschuwen de historici.
Vogens dr. Marc Jansen, Oekraïne-kenner en auteur van het boek Grensland: een geschiedenis van Oekraïne, weerspiegelt de omstreden wetgeving vooral de opvattingen van een meerderheid in West-Oekraïne. ‘Daar worden die nationalistische opstandelingen, die nog na het einde van de oorlog doorvochten tegen de communisten, gezien als vrijheidsstrijders. Hun oorlogsmisdaden worden er gebagatelliseerd.’
Ook de waardering van de communistische periode is in het Westen heel anders dan in Oost-Oekraïne, waar de Donbass, het huidige slagveld deel van uitmaakt, zegt Jansen. ‘In het Oosten zal een meerderheid van de mensen zeggen dat het Sovjet-verleden belangrijk is geweest en ze zullen dat verleden, in tegenstelling tot West-Oekraïners, niet willen verwerpen.’
De kwestie dreigt ook een splijtzwam te worden in de Oekraïense betrekkingen met Polen. Warschau is een van de belangrijkste bondgenoten van het regime in Kiev, maar de afgelopen weken klonk al felle kritiek op het Oekraïense parlement van Poolse politici en in Poolse media. Een voormalig stafchef van het Poolse leger zegde uit verontwaardiging al zijn steun aan Kiev op.
‘Mogelijk dat Pools protest Porosjenko ertoe zal brengen om die wetten te vetoën’, zegt Marc Jansen. De Oekraïne-kenner steunt de petitie van zijn collega’s. ‘Als ze mij vragen, teken ik ook.’