OPHEF! Ocharme, het was me de week weer wel. Zo was daar NPO miljonair en anchorman van Brandpunt Fons de Poel die Jesse Klaver van de SP in gesprek met ABN AMRO-commissaris Rik baron van Slingelandt een ‘snotneus’ noemde. Hoewel feitelijk juist, is het niet aan De Poel om Klaver een snotneus te noemen. Zeker niet als je naast je werk als presentator bij de NPO duizenden euro’s bij elkaar schnabbelt als dagvoorzitter van de ambtenarenbank. Verkwisting van belastingcenten en adieu journalistieke integriteit. Exit De Poel.
‘Ophef over één woord als ‘dobberneger’, hoe abject en infaam je die benaming ook mag vinden, leidt alleen maar af van waar het (in eerste instantie) werkelijk om zou moeten gaan: zorgen dat die stumpers een zeemansgraf wordt bespaard’
Moralfags, tevens Kamerleden Ten Broeke en Servaes stonden te vingerwapperen naar forensisch anatoom George Maat, die is betrokken bij het onderzoek naar de aanslag op #MH17. De beste man gaf een lezing aan studenten en vakgenoten en vertelde daar waarheden en anderszins openhartige feiten uit het onderzoek. Ophef binnen het kabinet en in de achterkamertjes! Maat is inmiddels ontslagen.
De zwarte lijstvan onwelgevallige journalisten die circuleert binnen enkele Ministeries was een boel ophef waard, maar het spande nog altijd niet de kroon. Want, over zwarte lijsten gesproken: VIVA’s lijstje waarin opgesomd werd waarom een getinte minnaar beter is alsdan een roomblanke werd niet goed ontvangen. OPHEF! dus. Negers houden de deur open voor een vrouw, hebben een grote pik en zwoele lippen is een flink staaltje institutioneel racisme volgens de criticasters (maar een waarheid als een koe volgens hitsige redactiemeisjes).
#BEDBADBROOD dan? Plucheplakkers die anderhalve week nodig hebben om af te spreken dat uitgeprocedeerde asielzoekers iets langer #bedbadbrood krijgen, om ze dan alsnog op straat te pleuren en gemeenten te korten op hun gratis geld als ze deze mensen opvang blijven bieden. Neen, of ja, wel veel ophef, maar te voor de hand liggend.
Excusez le mot, maar we blijven nog even in de hoek van de donkere medemens. Enorme ophef was er over de term ‘dobbernegers’, waarmee bootvluchtelingen worden bedoeld. Ophef over één woord, hoe abject en infaam je die benaming ook mag vinden, leidt alleen maar af van waar het (in eerste instantie) werkelijk om zou moeten gaan: zorgen dat die stumpers een zeemansgraf wordt bespaard. Die paar wandelende nageboortes die Facebooksgewijs juichen bij de verdrinkingsdood van honderden mensen zijn de ophef die ze veroorzaken niet echt waard.
De enige echt #OPHEF van de Week! is wat ons betreft dan ook het wangedrocht van een artikel waarin dagblad De Limburger-journalist Frans Stoks de holocaust vergelijkt met de stroom bootvluchtelingen nu. Van enig historisch besef gespeend, wordt de verschrikkelijke foto van een verdronken meisje, drijvend in een azuurblauwe zee, onder een foto van de in 1944 door de nazi’s vergaste Settele Steinbach geplaatst. Het is de meest bizarre Godwin van het jaar so far en welhaast één van de smerigste vergelijkingen die er is.
Scoren op emotie en sentiment met een manke vergelijking over de ruggen van dode kinderen. Cogito ergo sum: ‘Ik denk, dus ik ben’. Stoks dacht een goede vergelijking te maken, maar hij is een lul met vingers.