De tirade van de Senegalese schrijfster Fatou Diomé waarin de schuld van de ellende van de Afrikanen weeral bij de Europeanen wordt gelegd, is de zoveelste illustratie van de onmacht van de Afrikanen om zelf uit de problemen te komen.
In 1950, amper veertig jaar nadat Kongo een Belgische kolonie was geworden, waren er in dat land 17.500 lagere scholen en ging één miljoen kinderen naar school. Een ongelooflijke prestatie. In 1932 waren er al 47 inlandse priesters, wat betekent zwarten dat toen al hoger onderwijs konden genieten. In missietijdschriften uit die tijd staat letterlijk dat de zwarten evenveel talenten hebben als wij, als ze de kans krijgen zich via het onderwijs te ontwikkelen.
In 2010, dus zestig jaar na de onafhankelijkheid, is het aantal lagere scholen nauwelijks gestegen, namelijk tot 18.500. De bevolking is gestegen van ongeveer 12 miljoen inwoners in 1950 tot 66 miljoen in 2010.
Toen ik in 1963 in Kongo aankwam om leerkrachten op te leiden in het diep in het evenaarswoud gelegen Boende, was er al zes maanden een staking van het onderwijzend personeel omdat hun salaris al een half jaar niet was uitbetaald. Dat geld werd gewoonweg gestolen door ministers en hogere ambtenaren in Kinshasa. In 2015 las ik in een rapport dat het onderwijzend personeel in een bepaalde provincie al twee jaar niet was uitbetaald. De leerkrachten staakten al een heel jaar.
In Boende was een compleet ingerichte school voor technisch onderwijs. Dat was een geschenk van België ter gelegenheid van de onafhankelijkheid van Kongo. In die school was welgeteld één leerling. Bantoes hebben geen belangstelling voor vakmanschap: handenarbeid is iets voor slaven en voor vrouwen. In 2015 stelt het technisch onderwijs in Kongo nauwelijks iets voor, behalve dan voor ICT. Er zijn dus in Kongo geen goed geschoolde bouwvakkers, bankwerkers, elektriciens, loodgieters en andere vakmensen.
Het onderwijs in Afrika is van een lamentabel niveau. Dit is een uiterst ernstige zaak, want dit betekent dat het krankzinnig is om in Afrikaanse te investeren. Dit betekent ook dat het nog generaties zal duren eer Afrika een betere levensstandaard zal bereiken, met alle spanningen van dien. De ‘ontwikkeling’ van de laatste zestig jaar laat zien dat er helemaal geen sprake is van ontwikkeling. Kongo gaat steeds dieper de put in. Het is hopeloos.
Ik zal hier niet het kolonialisme goedpraten, maar wat een verschil met de actuele situatie in de Democratische Republiek Kongo! Wie voelt zich nu nog verantwoordelijk voor dat land? Onnoemelijk veel lijden en miserie en misdaden tegen de mensheid komen er voor en dit in de eenentwintigste eeuw.
Wat is hier de oplossing en is er überhaupt een oplossing? Er kan gekozen worden voor een laisser faire houding: laat ze doen wat ze willen, het gaat om hun cultuur, wij mogen niets opdringen. Dit zal de vreselijke stammenoorlogen en etnische spanningen niet stoppen. Bovendien zal de wapenhandel blijven floreren, zodat een kleine groep van machthebbers en despoten de bevolking verder zal kunnen terroriseren.
Is er een andere oplossing? Uit naastenliefde moet ingegrepen worden. Helaas wordt zoiets altijd misbruikt door profiteurs. De beschaafde wereld zou zich voor Afrika verantwoordelijk moeten voelen. Helaas is ons verantwoordelijkheidsgevoel ver te zoeken. In Boende was een non die al veertig jaar les gaf. Waar zijn die nonnen nu gebleven?
De wereld keek toe toen Hitler aan de macht kwam. Hij kon ongestoord zijn oorlog en de holocaust voorbereiden. Nu kijken we ook toe bij wat in Afrika en andere gebieden waar terreur heerst, gebeurt. Links noch rechts weten een oplossing. Het politiek correcte denken is de dekmantel om niets te doen. De gewone mens in Afrika is er de dupe van. In wat een laffe tijd leven we toch!