We gedenken nu uitgebreid 102.000 Nederlandse slachtoffers van de Holocaust. Sedert ‘45 vielen er ook tenminste 109.000 verkeerslachtoffers. In 2014 nog 570, bijna drie keer het aantal slachtoffers van de MH17.
Deze statistiek is even reëel als banaal. De individuele pijn wordt verborgen achter getallen die tegelijkertijd de collectieve aandacht in de media bepalen.
Alvorens de verontwaardiging de kop opsteekt, een disclaimer: ik verloor m’n grootouders gedurende de Tweede Wereldoorlog. Niet in de kampen. Oma liet het leven door toedoen van ‘de Duitsers’. Veertien wezen bleven achter. En ik moest dierbare verkeersslachtoffers begraven. Als zovelen jaarlijks, om nog niet te spreken over de tienduizenden die hun leven lang – vaak zwaar – gehandicapt zijn door verkeersongevallen.
Hoe meten we slachtofferschap? Collectief weegt de Nederlands paspoort het zwaarst voor ‘ons’, met daarin bij voorkeur Nederlands klinkende namen.
Er zijn 6 miljoen joden vermoord, maar Westerbork telt nu 102.000 gedenktekens. In de EU vielen in 2014 25.700 doden in het verkeer, van wie 570 in Nederland. Van de MH17 doen 102 slachtoffers zonder Nederlands paspoort er minder toe.
Slachtofferschap raakt veelal pas als we haar direct voelen of (moeten) waarnemen. Onze geringe aandacht voor de miljoenen vluchtelingen versus ‘paar duizend’ drenkelingen of de vluchteling in onze kerk spreekt boekdelen. Nog een voorbeeld: we bestempelen geknoei met paardenvlees zonder enig naar gevolg als een ‘schandaal’, niet dat er jaarlijks 7,5 miljoen mensen van de honger sterven.
Maar anders klinkt: het kind vergast in Auschwitz; het kind in een bodybag uit de Oekraïne; het kind kapot geschoten door het Israëlische leger; het kind door Hamas opgeblazen; het in de achtertuin vermoorde kind; het stervende kind in de armen; het doodgereden kind achterop de fiets bij moeder; het kind dat door leukemie getroffen de laatste adem uitblaast.
Media varen op, en genereren emoties die selectieve verontwaardiging weerspiegelen. Een vliegramp, twee vermiste, vermoorde jongetjes, een liquidatie; perfecte verhalen om van te smullen want ze doen hooguit plaatsvervangend pijn. Die vervult een behoefte.
Arnon Grunberg schreef: “Het drama van rouw is nu juist dat het niet echt deelbaar is, dat het om een uiterst individuele emotie gaat die zich nauwelijks aan anderen laat mededelen.”
Dat kwam hard aan. Hij schreef over de MH17-hysterie, maar geldt zijn generieke opmerking ook voor het collectief gedenken op 4 mei? Over de individuele ervaring met moeder en kampoverlevende Hannelore Klein en haar boek, afgelopen weekend opgetekend: “Mijn moeder en haar boek zijn het centrum, de rest zweeft daaromheen. Mijn oeuvre is een voetnoot bij dit boek en bij mijn moeders leven.”
Dat laatste kun je slechts zwijgend vernemen. De gevoelde individuele pijn en ervaring zijn niet ter beoordeling door anderen noch geschikt voor debat. Wel de collectieve uitingen of afgeleid slachtofferschap. Zo veroverde een groep jongeren media-aandacht met de term ‘derde generatie slachtoffers’. Delen ze nu mee in de pijn van hun grootouders of profiteren ze ervan? Wanneer wordt het larmoyant?
Dat we ons collectief wentelden in het slachtofferschap van de MH17 was ook te danken aan de heer Poetin die we een misdadiger mogen vinden. Zonder gevolgen, want kou lijden door sluiting van de Russisch/Nederlandse gasrotonde oppert niemand. Gratuite verontwaardiging en rouw.
Ook 4 mei gedenkt voor de meesten comfortabel, want ‘we’ stonden aan de goede kant. Steeds vager worden de herinneringen aan de werkelijkheid van toen: dat de meeste mensen wilden overleven, koste wat kost. En nog steeds, trouwens, verontwaardiging is voornamelijk gratuit.
Dan is ook begrijpelijk waarom we verkeersslachtoffers nooit herdenken, er nergens een monument voor oprichten en die als ‘fact of life’ zien. Maar toch: iedere dag doodsangsten moeten uitstaan als je kinderen fietsend naar school gaan, is dat normaal?
Omdat de meesten van ons er niet bij willen stilstaan dat het gas dat wij intrappen als we te laat vertrekken het volgende slachtoffer kan maken? En we ons bij een verkeersboete slachtoffer voelen in plaats van schamen? We zijn de daders.