NOS-correspondent Sander van Hoorn in Beiroet

07-05-2015 15:15

In Beirut zetelt Sander van Hoorn (44) als Midden-Oostencorrespondent voor de NOS. De Nederlandse journalist woont met zijn gezin in de ooit door oorlog verscheurde hoofdstad, die nu uitpuilt van de cafés, nachtclubs en hippe restaurants. Van Hoorn stelt voor naar de luxe jachthaven te gaan voor lunch. Met zijn auto manoeuvreert hij behendig door het chaotische verkeer. Of hij het moeilijk vindt hier te rijden? “Het is lastiger me weer aan te passen aan het verkeer in Nederland, dat ik opeens niet meer rechts mag inhalen of denk: we kunnen makkelijk met z’n drieën op deze tweebaansweg.”

Arabisch nepotisme

Hoe ongestructureerd het verkeer ook, rijden zonder gordel zit er niet meer in. Het huidige Libanon kent eigenlijk geen functionerende regering, maar er werd onlangs wel een wet doorgevoerd die het rijden zonder veiligheidsriem zwaar beboet. Dit is het Libanon dat geregeerd wordt door mensen die graag wat extra aan de strijkstok laten hangen.

Van Hoorn noemt het wasta: sociaal kapitaal. Het heeft alles te maken met de vraag: wie ken je? “Als je hier in het verkeer botst, kijk je eerst hoe groot de schade is. Meestal rijd je door maar als het ernstig is, schat je in wie deze persoon mogelijk kent voordat je ruzie gaat maken.” Vrijwel iedereen in Libanon heeft volgens Van Hoorn bovendien nog een wapen. “Als je mazzel hebt, ligt ‘ie in het keukenkastje, maar sommigen nemen ‘m ook mee in de auto.”

IMG_1687

Begin niet over Israël

Tijdens de lunch worden de woorden ‘Israël’, ‘Jeruzalem’ en ‘Tel Aviv’ angstvallig vermeden. De animositeit richting het land, dat de Nederlander aanduidt met ‘België’ of ‘die kleine postzegel ten zuiden’, is groot. Niet onbegrijpelijk. In 2006 nog legde Israël een groot deel van de Libanese infrastructuur plat toen het leger hard optrad tegen Hezbollah. De herinneringen zijn vers, en Israël is dus een no-go.

Duur en zwaar racistisch

Voor Van Hoorn, die hiervoor in Tel Aviv woonde, hebben de inwoners van beide landen desalniettemin veel gemeen: “Sowieso zijn ze allebei zwaar racistisch, dat is echt niet leuk. Kijk naar de protesten van Ethiopiërs in Israël en hoe hier de Filipino’s die in de huishouding werken worden behandeld.” Wat de landen ook delen, is het bijzonder lekkere eten. “Maar er is nog altijd de strijd over waar nu de humus vandaan komt”, aldus Van Hoorn.

Leven in Libanon is niet goedkoop. De prijzen zijn vergelijkbaar met die in Nederland, maar de inwoners hebben een gemiddeld inkomen van slechts 800 dollar per maand. “Telefoonabonnementen zijn hier schreeuwend duur. Dat is een verkapte vorm van belasting omdat dit land geen functionerende overheid heeft.”

IMG_2330

Relativiteit

Ondanks de dure boodschappen en het onverholen racisme zijn de mensen wel aangenamer dan in Nederland. Van Hoorn: “Je kunt over alles discussiëren zonder dat het persoonlijk wordt. In Nederland heb je altijd de kans op een ram voor je kanis.”

Dat ervoer de journalist een tijd geleden nog, toen hij in Amsterdam op het Leidseplein was. “Ik botste tegen iemand aan en dacht: nu ga ik het krijgen. Het was daar dat ik me echt ongemakkelijk voelde, terwijl ik even daarvoor in Koerdistan op tien meter van een IS-vlag af stond. En natuurlijk overdrijf ik nu, maar die relativiteit der dingen is wel grappig.”

Er op los boeren

Werken als journalist in deze regio is niet gemakkelijk. Van Hoorn is de hele dag door bezig zichzelf te informeren over alles wat er in dit immense gebied gebeurt, maar kan kritiek op zijn werk niet voorkomen. In zijn vorig positie als Israël-correspondent maar ook nu, als het ook maar iets met Israël te maken heeft, kan hij rekenen op de vingerwapperaars.

“Mensen, niet gehinderd van enige kennis, boeren er maar wat op los. De kritiek is vaak niet terecht. Ik heb er nog geen olifantenhuid tegen kunnen ontwikkelen. Zo had ik in een item een tijd geleden de euvele moed iets ‘bezet gebied’ te noemen en dat is het volgens het Internationaal Recht ook. Maar dan krijg je dus gelijk een hoop over je heen.

“Kijk, je moet niet dogmatisch Oost-Jeruzalem bezet gebied willen noemen. Maar als het relevant is, dan heb je dat bezet te noemen omdat het zo ís, omdat er uiteindelijk maar één land op de wereld is dat het niet als bezet gebied ziet. Waarom denk je dat er geen ambassades in die stad zitten?”

Is veel kritiek gunstig?

Het lijkt er op dat je het in deze regio nooit goed doet. Aan de andere kant: als je vanuit beide kanten bekritiseerd wordt, zowel vanuit de rechts-zionistische als uit de linkse dan wel antisemitische hoek, dan doe je het toch eigenlijk heel goed?

“Het idee ‘als de stapel klachten maar evenwichtig is’ gaat er van uit dat de waarheid dús ook in het midden ligt. Maar dat moet dan wel zo zijn. Als je het bekijkt vanuit mijn vorige positie in Israël en vanuit het Internationaal Recht, dan kun je best feitelijke uitspraken doen in je berichtgeving. Uitspraken vanuit het Internationaal Recht kúnnen niet als pro-Palestijns of antisemitisch worden uitgelegd, maar dat gebeurt wel!”, aldus Van Hoorn, die ooit politicologie studeerde.

IMG_2444

PVV-prijs: slappe hap

Omtrent zijn berichtgeving over Gaza ‘won’ hij in 2010 de Maartje van Weegen-bokaal, een initiatief van PVV’er Martin Bosma. Het bleek een virtuele bokaal te zijn. Ophalen van de ‘prijs’ ging niet.

Van Hoorn: “Dat vond ik slap. Ik had ‘m graag aangenomen op een PVV-congres. Laten we daar dan discussiëren over de vraag waarom ik als rechts-jongetje juist zo berichtgeef en of ik onzin verkoop of dat je het gewoon oneens bent met hoe de werkelijkheid in elkaar zit? Ik maak fouten, natuurlijk, maar op het moment dat ze mij iets verwijten waar ik achter sta, tja, wat moet ik doen?”

‘Geen boek van mij over mij’

Journalisten zijn in sommige gevallen publieke figuren en worden zelf het onderwerp. Zo lijkt het haast een moetje geworden om na enige tijd een boek te schrijven over je ervaringen. Maar niet voor Sander van Hoorn. Hij schuwt die auto-fellatio-cultus.

“Ik lees zoveel boeken waarbij ik denk: ik ben geïnteresseerd in de regio, niet in jou, of waarvan ik denk: je hebt het nu opgeschreven omdat je wilt meeliften op de stroom van een bepaald fenomeen. Dat vind ik allemaal prima. Er is een markt voor die boeken en het is erg waardevol maar de vraag is: moet ik zo’n boek schrijven? Tot nu toe niet.”

Betrekkelijkheid werkt louterend

“Misschien dat je de behoefte meer voelt wanneer je in Nederland steeds waardering krijgt en veel in televisieprogramma’s optreedt. Hier ben ik niemand. Je mist de veren in je reet als je een beetje anoniem zit te wezen. Die betrekkelijkheid werkt louterend, matigend.”

‘Je weet niet altijd alles, dus wees bescheiden’

Kun je als journalist eigenlijk wel overal het fijne van weten? “Je moet oppassen dat je je niet vergaloppeerd. Soms weet je dingen gewoon niet, en ik zeg dan: ‘ik weet het niet’, leg uit waarom ik het niet weet of ben heel voorzichtig met harde uitspraken, in plaats van dat je gaat lopen roeptoeteren op de Nederlandse televisie. Op veel zaken heb ik best zicht maar mag het een beetje bescheiden zijn?”

“Hou even op met die naam, ik meen het serieus”, reageert Van Hoorn als ‘Tel Aviv’ onverhoopt toch weer valt in de vraag wat hij in Nederland deed, voor zijn correspondentschap. In Nederland versloeg Van Hoorn veel rechtbankzaken en dat verklaart misschien deels waar die bescheidenheid vandaan komt: “Als je je bezighoudt met strafdossiers en met de stellingnamen van zowel de openbaar aanklager als de advocaten, dan besef je dat je ook zoveel niet weet. Dan past dus enige bescheidenheid in je berichtgeving”, aldus de NOS-journalist.

telefoons

‘Die kut van een Tom Kleijn!’

Dat Van Hoorn doorgaans wel degelijk goed geïnformeerd is, blijkt als na enkele uren de gespreksonderwerpen blijven komen. De diversiteit binnen de Palestijnse gemeenschap, de invloed van Iran en Hezbollah op Libanon, de situatie in Jemen en Saoedi-Arabië, Egypte en natuurlijk komen IS en Syrië nog ter sprake.

“Ik dacht laatst: ik ben al sinds november vorig jaar niet in Syrië geweest, misschien moet ik weer eens een visum aanvragen. Gaat die kut van een Tom Kleijn van Nieuwsuur!”, grapt Van Hoorn over de samenwerking tussen de NOS en Nieuwsuur. Uiteindelijk helpen ze elkaar en geven ze over en weer adviezen, maar soms dwarsboomt het net een plannetje. “Daarom wacht ik nu maar weer een paar maanden.”

‘Volgens Nicole stompte ik’

Over Egypte tijdens de revolutie: “De volkswoede toen was het heftigste wat ik ooit meemaakte, die complete onvoorspelbaarheid. Ik weet nog dat ik daar met Nicole le Fever en Rena Netjes was. Ik was net voorbij een checkpointje van het leger en achter mij begonnen ze opeens aan Nicole en Rena te rukken. Nicole zegt dat ik gestompt heb, dat weet ik niet meer. Ik had wel het idee: als ik hen daar nu niet meer uit krijg, dan zijn ze weg”.

IMG_2445

Zoek het lekker uit

Onrustig is het nog steeds in het Midden-Oosten en de berichtgeving daarover neemt niet iedereen je in dank af. Van Hoorn tot slot: “Als jij zegt: de Syrische regering heeft gifgasraketten afgevuurd, dan ben je daarmee niet voor of tegen de Syrische regering of de oppositie. Dat is de fout die veel mensen maken. Je kunt het over heel veel berichtgeving niet eens worden. Uiteindelijk, en daar heb ik het met mijn collega Roel Geeraedts ook over gehad, is dit niet ons feestje. Zoek het lekker uit met z’n allen. Het is mijn oorlog niet.”