Nederlanders staan over het algemeen positief tegenover lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT), maar intimiteit in de openbare ruimte ligt nog steeds gevoelig. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Twee mannen die in het openbaar zoenen is voor 35 procent van de bevolking nog steeds ‘aanstootgevend’. “28 procent heeft er meer moeite mee als zij hand in hand lopen, dan wanneer dit een man en een vrouw zijn”, zo staat in het rapport ‘Wel trouwen, niet zoenen’.
Toch staan de meeste Nederlanders volgens het rapport in het algemeen niet negatief tegenover LHBT’s. “Gelijke rechten worden ondersteund en vriendschappen met LHBT’s of homoseksuele docenten zijn geen probleem.”
Minister Jet Bussemaker (Emancipatie) zegt in een reactie dat het van het allergrootste belang is om met name jongeren te blijven benaderen. Volgens haar begint daar de acceptatie. “Dat betekent dat we homoseksualiteit bespreekbaar moeten blijven maken. In de klas, op het voetbalveld, ook als dat een ingewikkeld thema is.”
“Het laagje acceptatie in Nederland is dunner dan het lijkt”, concludeert de belangenorganisatie voor homoseksuelen COC in een reactie. “Er is nog veel om voor te vechten als zoveel Nederlanders moeite hebben met iets onschuldigs en liefdevols als een kus of hand-in-hand lopen”, aldus voorzitter Tanja Ineke.
Het COC pleit voor betere voorlichting over LHBT’s op scholen. “Daartoe zou het onderwerp verplicht moeten worden gesteld op docentenacademies”, aldus de organisatie. Volgens het COC is er op lerarenopleidingen slechts “zeer summier” aandacht voor het onderwerp.
Anp/TPO
