Nederland praat over verlenging van de Irak-missie die in oktober afloopt. Daarbij wordt ook gesproken over luchtaanvallen in Syrië, schrijft de Volkskrant.
Eerder zei het kabinet nog dat militaire inzet in Syrië geen optie was zonder volkenrechtelijk mandaat. Dat mandaat is er nog steeds niet.
Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) zegt ervan uit te gaan dat de strijd tegen IS in oktober nog niet voorbij is. “De klus is zeker nog niet geklaard. We moeten serieus kijken naar wat de coalitie nodig heeft om IS verder terug te dringen.”
Het is opmerkelijk dat Hennis het ‘cruciaal’ noemt dat IS niet alleen in Irak, maar ook in Syrië wordt bestreden. Tot nu toe wilde het kabinet niet meedoen met bombardementen of andere militaire acties in Syrië wegens het ontbreken van het mandaat.
Ze verwacht in de zomer meer duidelijkheid over een verlenging van de Irak-missie. “Ongetwijfeld zal Syrië weer aan de orde komen in gesprekken de komende tijd. Ik zeg niet meteen nee, ” aldus de minister. “Ik heb vanaf het begin gezegd dat de deur niet op slot zit, maar dat we de situatie blijven bekijken”.
Nederlandse F-16’s hebben sinds de missie in oktober vorig jaar van start ging circa 450 bommen afgeworpen op IS-doelen in Irak. Er zijn ruim 4.000 vlieguren gemaakt. Daarmee neemt Nederland ongeveer een vijfde van het totaal aantal luchtaanvallen boven Irak voor zijn rekening.
Anp/TPO