Het rommelt in Macedonië. In het Balkan-landje lijken de Verenigde Staten en Rusland hun geopolitieke conflict voort te zetten. Dat is levensgevaarlijk, in een omgeving die al eeuwen bekend staat als een kruitvat. In het ergste geval wordt Macedonië het toneel van een proxy-oorlog.
Komt er vandaag een einde aan de regering van minister-president Nikola Gruevski in Macedonië? In het kleine Balkanland, dat slechts twee miljoen inwoners telt, staan massademonstraties gepland. Er wordt ernstig rekening gehouden met gewelddadigheden.
De politieke oppositie van de Sociaal-Democratische SDSM, onder leiding van Zoran Zaev, hoopt de regeringscoalitie van de nationalistische Macedonische VMRO en de Albanese Democratische Unie voor Integratie (DUI) ten val te brengen, na een lange periode van politieke crisis.
De onrust bereikte vorig weekend een voorlopig dieptepunt toen een groep gewapende Albanezen van het Macedonisch Nationaal Bevrijdingsleger (NLA) in Kumanovo, de tweede stad van het land, een langdurig vuurgevecht uitvocht met politie en leger, met achttien doden tot gevolg, onder wie acht politieagenten. Nog altijd weet niemand precies wat die Albanezen van plan waren, wie hen stuurde, of er politieke motieven zijn of dat er een criminele achtergrond is. Feit is: sindsdien lijkt Macedonië, na Oekraïne, het volgende kruitvat in Oost-Europa.
De crisis heeft zowel een binnenlands-politieke als een internationale achtergrond. Premier Gruevski is al negen jaar aan de macht; bij de verkiezingen van april 2014 behaalde hij opnieuw een overwinning. De oppositie accepteerde dat verkiezingsresultaat niet: de stembusgang zou gemanipuleerd zijn. De SDSM-afgevaardigden weigerden uit protest hun parlementszetels in te nemen. Zij beschuldigden Gruevski ervan een sluipende dictatuur te vestigen. ‘De kleine dictator’, wordt Gruevski genoemd. Maar vertegenwoordigers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) meenden, op basis van hun waarnemingen, dat de verkiezingen correct waren verlopen, met hier en daar wat punten van kritiek.
Macedonië, net als zoveel landen in de regio, kampt met armoede en economische stagnatie. Desondanks besloot de regering het stadsbeeld van de, in 1963 door een aardbeving verwoeste, hoofdstad Skopje op te kalefateren met allerlei dure, overbodige en protserige bouwprojecten. Dat leidde tot brede ergernis onder de bevolking. Al in 2013 verklaarde Radmila Sekerinska, toenmalig parlementslid en vice-voorzitter van de oppositionele SDSM, dat er “geen verandering in Macedonië mogelijk is zonder een regeringswisseling” en dat de EU daarin een belangrijke rol moet spelen.
Dat een oppositielid de zittende regering weg wil hebben is standaard politieke praktijk, maar om daarbij hulp van buitenaf in te roepen is gevaarlijk spel. In elk geval blijkt uit de opmerking van Sekerinska dat de SDSM al voor de verkiezingen van 2014 aanstuurde op de omverwerping van de zittende regering.
De binnenlandse crisis raakte in een stroomversnelling toen begin dit jaar zeer belastende gespreksopnames uitlekten, waaruit ondermeer zou blijken dat de regering op grote schaal mensen aftapt. Oppositieleider Zaev onthult met wekelijkse regelmaat uit die tapes en creëert daarmee een crescendo in de crisis. Nikola Gruevski en diens naaste medewerkers komen uit de opnames naar voren als cynische, machtsbeluste opportunisten, die mogelijk zelfs niet terugdeinzen voor politieke moord. Ook zouden de tapes bewijzen dat er in 2014 wel degelijk verkiezingsfraude heeft plaatsgehad.
De oppositie beschuldigt Gruevski ervan de grootschalige afluisteroperatie te hebben verordonneerd om elke tegenstand tegen zijn bewind te kunnen traceren en onderdrukken. Dat de tapes in handen van de oppositie zouden vallen was in dat plan natuurlijk niet voorzien.
Volgens Gruevski is hem notabene door zijn tegenstander Zaev gezegd dat buitenlandse inlichtingendiensten de tapes hebben gemaakt. Dat laatste is niet onaannemelijk. Want wie heeft de middelen en het motief om dergelijke opnames te maken? Amerikaanse veiligheidsdiensten zuigen overal ter wereld enorme hoeveelheden elektronisch verkeer op. Is een klein, arm land als Macedonië in staat om 20.000 mensen stelselmatig af te luisteren, zoals wordt beweerd?
Misschien. Communistische staten als de DDR en ook Joegoslavië, waar Macedonië tot 1991 deel van uitmaakte, waren zeer bedreven in deze zwarte kunst, lang voordat het ook bij ons gemeengoed werd. Maar dan blijft nog de vraag waarom Gruevski zijn eigen vermeende wandaden geregistreerd zou willen hebben – met het risico dat ze uitlekken. Hoe dom kun je zijn?
De organisatie CIVIL, financieel gesteund door ondermeer de Amerikaanse ambassade in Skopje en door het Open Society Instituut van de activistische – en in delen van Oost-Europa zeer gewantrouwde – rijkaard-filantroop George Soros, wil nu dat de OVSE haar rapport over de verkiezingen van 2014 aanpast. CIVIL stuurt openlijk aan op de val van de regering-Gruevski. Ook de Amerikaanse ambassadeur in Skopje, Jess Baily, suggereerde in een verklaring voor de pers, na een gesprek met de premier, dat de VS en de EU Gruevski liever kwijt zijn dan rijk.
De VS bepalen of en wanneer Macedonië lid wordt van de NAVO, zoveel maakte Baily wel duidelijk, en dat kan alleen als Gruevski zijn leven betert of opstapt. “We hebben serieuze twijfels aan de betrokkenheid van deze Macedonische regering met de democratische principes en de waarden van de Euro-Atlantische gemeenschap,’ mopperde de ambassadeur. Baily verlangde ‘concrete actie’ op allerlei gebieden, waaronder de ‘bescherming van klokkenluiders”.
Als een Amerikaanse topdiplomaat, notabene in de hoofdstad van het land waar hij gestationeerd is, dit soort dreigende taal uitslaat, dan weten we wat de gevolgen kunnen zijn: een door de VS gesteunde ‘kleuren-revolutie’, zoals eerder in Kirgyzië, Georgië en Oekraïne, staat dan al snel op uitbreken.
Baily’s optreden riep herinneringen op aan de recente gebeurtenissen op de Majdan, het revolutieplein in Kiev, waar Europese en Amerikaanse politici – en op de achtergrond medewerkers van westerse veiligheidsdiensten – elkaar verdrongen om de oppositie aan te moedigen en de zittende president Viktor Janoekovitsj ‘een laatste maal’ te waarschuwen.
De overeenkomst zit ‘m ook in de politieke oriëntering van de regering van Nikola Gruevski: die richt zich op Rusland, hij weigert zich aan te sluiten bij de westerse sancties tegen het Kremlin en – het belangrijkste – Macedonië neemt enthousiast deel aan gesprekken over een omstreden pijpleiding-project, Turkish Stream, waarmee Russisch gas naar dit deel van Europa moet worden gepompt. Washington, Brussel, Berlijn en hun bondgenoten willen die pijpleiding, als straf voor Poetins optreden in Oekraïne, uit alle macht tegenhouden.
In Moskou houden ze van complottheorieën, helemaal als ze voor de hand liggen. Dus was de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, er snel bij om het geweld in Kumanovo aan ‘internationale krachten’ toe te schrijven. Die zouden de bedoeling hebben om Macedonië ‘te destabiliseren’ om zo Turkish Stream te saboteren. ‘De EU moet hier niet de struisvogel uithangen’, bromde Lavrov, die een direct verband legde tussen het geweld en Skopjes steun aan Poetin.
Hoe steekt dat complot in elkaar? Welnu, in de ogen van het Kremlin zijn de Albanese strijders, of ze nou uit naburig Kosovo komen of lid zijn van het Macedonisch Nationaal Bevrijdingsleger, niets meer dan huurlingen in handen van Washington: inzetbaar wanneer dit de Amerikanen uitkomt. Dit gebeurt dan onder het mom van de Albanese strijd voor een ‘Groter Albanië’.
Een Groot-Albanië zou alle gebieden in de Balkan, waar in meerderheid Albanezen wonen, in één staat moeten samenvoegen: het land Albanië zelf, Kosovo, dat door Servië nog altijd niet als onafhankelijke staat wordt erkend, delen van Montenegro en Griekenland en het noordwesten van Macedonië. Edi Rama, de minister-president van Albanië, die een prima verstandhouding heeft met de top van het State Department in Washington, noemde recent nog de vereniging van zijn land met Kosovo in de toekomst ‘onvermijdelijk’.
Overigens onderhoudt Rama ook een uitstekende relatie met voornoemde George Soros: in 2013 hij was te gast op de bruiloft van de 83-jarige geldschieter. Daarnaast steunt Soros financieel een project, in samenwerking van de Universiteit van Harvard, dat de Albanese economie en instituties radicaal moet veranderen.
In Kosovo hebben de Amerikanen al sinds 1999 een belangrijke legerbasis: Camp Bondsteel. Met ruimte voor maximaal 7000 militairen is Bondsteel, niet zo ver van de grens met Macedonië, de grootste basis van de VS op de Balkan en tevens de grootste legerbasis die de Amerikanen inrichtten op buitenlands grondgebied sinds de oorlog in Vietnam. Van hieruit kunnen de Amerikaanse strijdkrachten de regio doeltreffend bestrijken en domineren.
De islamitische Albanezen in Macedonië – die een kwart van de bevolking uitmaken: de meerderheid wordt gevormd door orthodoxe Slaven – hadden weliswaar na het uiteenvallen van Joegoslavië het gevoel beter af te zijn dan hun door (burger)oorlog geteisterde volksgenoten over de grens, toch ligt geweld ook hier altijd op de loer.
In 2001 woedde een korte oorlog toen de NLA de wapens opnam tegen Skopje. De overeenkomst van Ohrid uit datzelfde jaar maakte daaraan een einde en gaf de etnische Albanese bevolking van Macedonië meer rechten. Na het verdrag van Ohrid en de uitbreiding van de Albanese burgerrechten leek er geen reden meer voor de Albanese minderheid om zich af te willen scheiden. Het is in dit verband veelzeggend dat Ali Ahmeti, de leider van de opstand van 2001 en nu DUI-leider in de coalitie-regering, zelfs na het geweld in Kumanovo de regering Gruevski niet de rug toekeert.
De strijd was in 2001 officieel voorbij, maar het radicalisme onder NLA-leden bleef. In een warrig communiqué van afgelopen 12 mei eist de terreurgroep de verantwoordelijkheid op voor het geweld in Kumanovo. Albanees geweld was nooit helemaal weg, ondanks het feit dat Ali Ahmeti beweerde de NLA te hebben opgeheven. In april van dit jaar hield een groep van 40 NLA-strijders een aantal Macedoniërs gegijzeld. In dezelfde maand waarschuwde de veiligheidsdienst van buurland Servië voor een aanslag door een groep Albanezen uit Kosovo, die – alweer – uit zou zijn op de vorming van ‘Groot-Albanië’.
Deze regio – een kruitvat – dreigt nu weer te ontploffen: de situatie is een oorlog waiting to happen. Helemaal nu de VS, de Navo, en een groot deel van de EU-landen lijnrecht tegenover Moskou staan. Rusland probeert al enige tijd om de sluimerende verdeeldheid binnen de EU en tussen de EU en de Verenigde Staten over de aanpak van de Oekraïense crisis uit te buiten en aan te wakkeren. De levering van Russisch gas aan Europa – en de afhankelijkheid van een aantal Europese landen van dat gas – speelt in dat plan een hoofdrol.
Het vergevorderde project om via een pijplijn, South Stream, door Bulgarije, Servië en Hongarije gas te transporteren naar Oostenrijk strandde, onder grote druk van Washington en Brussel afgelopen december, mede als gevolg van het conflict in Oekraïne.
Een eventueel alternatief, Turkish Stream, via de Zwarte Zee, Turkije, Griekenland, Macedonië en Servië tot in Hongarije zou Rusland meer invloed kunnen geven in EU-lid Hongarije – waar de nationalistische en EU-kritische premier Orbán positief tegenover het plan staat – en de toetreding tot de EU en de NAVO van Macedonië en Servië kunnen frustreren. Russisch geld zou bovendien het bankroete Griekenland kunnen losweken uit de Westerse alliantie.
Van een dergelijk scenario huiveren Washington en Brussel natuurlijk. Elke Russische invloed op de Balkan moet in hun ogen immers worden weerstaan. Volgens Moskou acht het Westen daarbij alle middelen gerechtvaardigd, inclusief het met geweld zaaien van onrust. In Russische ogen is het westerse doel in Macedonië duidelijk: net als in Kiev is dit regime change, na weer een ‘kleurenrevolutie’, ditmaal in de straten van Skopje. Zo’n Macedonische revolutie zou een vervroegd einde kunnen maken aan de Russische regionale ambities.
Dit zijn de belangrijke zaken die er vandaag op het spel staan als in Macedonië burgers in anti-regeringsdemonstraties de straat op gaan. Oppositieleider Zoran Zaev hoopt op 70.000 demonstranten. Dat moeten we nog zien. De uitkomst van de nieuwste crisis op de Balkan is ongewis, maar zeker is: the game is on.