Jesse Klaver is de nieuwe leider van GroenLinks. Daar valt het nodige van te vinden. Klaver is jong, relatief onervaren, bevlogen en idealistisch. Dat zijn zowel voor- als nadelen. Met zijn negenentwintig jaren kan Klaver de komende jaren makkelijk mee. Hij spreekt een ander publiek aan dan Bram van Ojik en hij heeft de laatste tijd hard aan zijn profiel getimmerd, met het bezoek van cijfertjesboer Thomas Piketty en het vingertje van ABN-topman Rik van Slingelandt als voorlopige publicitaire hoogtepunten.
Aan de andere kant, vijf jaar Kamerlidmaatschap maakt iemand van die leeftijd niet direct wereldwijs. Het gedachtegoed van Piketty is niet direct onomstreden en Klaver’s roep om een grotere overheid heeft wel erg veel weg van een mindere aflevering van The West Wing. Dat Klaver op zijn leeftijd het fractievoorzitterschap van zijn partij van Bram van Ojik heeft gekregen – want daar lijkt het vooralsnog op – is daarom best bijzonder.
Het zegt tevens iets over hoe bijzonder de Nederlandse politiek eigenlijk in elkaar steekt. Het is misschien een cliché maar politiek in Nederland is polderen. Polderen betekent overleggen, belangen afwegen, compromissen sluiten en nader tot elkaar komen. Dat kan niet in volledige openbaarheid. Onderhandelingen moeten per definitie in een zekere mate van beslotenheid plaatsvinden omdat een teveel aan openheid de positie van de onderhandelaars aantast.
Polderen gaat echter niet alleen over het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten waar iedereen mee kan leven, of pensioenakkoorden die niet direct alle bejaarde FNV-leden naar de hooivorken doen grijpen. Als politici gewend zijn hun werk onder de radar te doen is het niet zo vreemd dat hun eigen aanstellingen ook niet bij het volle daglicht tot stand komen.
Deze achterkamertjes blijven niet beperkt tot Nederland. Vrijwel ieder boek over Amerikaanse presidentscampagnes vermeldt de oneindige gesprekken tussen zeer kleine groepjes ingewijden in rokerige etablissementen ver van de publieke aandacht. Lang voor iemand zich kandidaat stelt en de wereld vertelt dat hij of zij voornemens is een onvoorstelbare hoeveelheid macht naar zich toe te trekken worden plannen gesmeed, en dat gebeurt in het duister. In Japan gaat dat nog een stapje verder en gebeurt er helemaal niets buiten, qua electorale betrokkenheid, tot er daadwerkelijk gestemd kan worden, daar bepalen de king makers alles.
Het grote verschil tussen de VS en Japan – en ook tussen de VS en Nederland – is dat er, niet al te lang voor er daadwerkelijk verkiezingen gaan plaatsvinden, een aankondiging komt. Dat is geen vrijblijvendheid. In The making of the president 1960 noemde Theodore White het een marketingprobleem: kiezers kunnen pas stemmen op een kandidaat als ze weten wie het is. Iemand moet daarom zijn intenties kenbaar maken en daarna ook nog daadwerkelijk actief op zoek gaan naar de juiste vorm van aandacht. Dat moet in Nederland natuurlijk ook en in Japan uiteindelijk ook, omdat er een verkiezing gewonnen moet worden, maar in de VS gaat er een stap aan vooraf.
Die stap, het kiezen van de lijsttrekker, is er in Nederland nauwelijks, al verschilt het per partij. Er voor het gemak maar even van uitgaande dat Klaver inderdaad zelf de lijsttrekker wordt heeft hij die positie te danken aan zijn manoeuvres binnen de fractie, de zegening van pater familias Van Ojik en misschien de leden van GroenLinks. Het maakt daarbij natuurlijk uit dat een lijsttrekker in het land van onbegrensde mogelijkheden daadwerkelijk een gooi gaat doen naar het allerhoogste, terwijl in Nederland een partij van het kaliber GroenLinks alleen mag dromen van kabinetsdeelname of een prominente rol in de oppositie.
De timing is wel een beetje curieus. Ongeveer tweeënhalf jaar, iets meer of minder, voor de volgende verkiezingen schuift GroenLinks Klaver naar voren. Vlak nadat hij twee publicitaire hoogtepunten – zijn eerdergenoemde rol bij het bankendebat en de kermis rond Piketty – op zijn naam heeft gezet, dat dan weer wel. Maar wat gaat er vervolgens gebeuren? Is Klaver inderdaad de aangewezen persoon om GroenLinks naar een eclatante overwinning te leiden? Kan hij meer dan de vaste basis van de partij aanspreken?
Die vragen gaan nu pas tijdens de daadwerkelijke campagne van 2017 beantwoord worden, omdat Klaver voor die tijd nooit serieus getest zal worden. Verantwoording afleggen is er daarom niet eens in 2017 bij, want dan kan hij het nog gooien op het beleid van Van Ojik mocht het tegenzitten, maar pas bij de volgende verkiezingen, wanneer die ook gehouden mogen worden.
Zo worden potentiële stemmers op GroenLinks – wee hun gebeente – nu al voor de komende paar jaren opgezadeld met een ongeteste leider. Lekker dan.