Een e-mail van Laura wakkert oude herinneringen aan bij journalist Bart (Kasper van Kooten, All Stars). Ook het trauma: jeugdvriend Peter stierf dertig jaar geleden tijdens de afdaling van Mont Ventoux, de berg der bergen. Nemesis van elke zelfrespecterende wielrenner. Inhoud van de mail: komen Bart en zijn drie overgebleven jeugdvrienden naar het zuiden van Frankrijk voor een reünie?
Bij een prijsuitreiking van wetenschapper Joost (Leopold Witte, Gooische Vrouwen) ziet het viertal elkaar weer voor het eerst sidsn jaren. En al gauw gooit ex-bajesklant André (Wilfried de Jong) het op tafel: we gaan de Mont Ventoux weer op! Alleen de dikkige Vlaamse reisverkoper David (Wim Opbrouck, Boven is het stil) sputtert tegen. Maar de film zou geen Ventoux heten, als het tripje naar de befaamde berg geen doorgang had.
Parallel aan deze vernieuwde vriendschapsband – die niet altijd over rozen gaat – wordt het verhaal verteld van dat eerste noodlottige tripje. Hoe de poëet Peter als eerste Laura (Abbey Hoes, Nena) wist te schaken en Bart jaloers moest toekijken. Hoe de hele groep, na een opmerking van Laura, ineens cowboylaarzen ging dragen. Hoe die eerste klim de Ventoux op een euforisch hoogtepunt bereikte, en kort daarna alles in de soep liep.
Een film als deze moet het hebben van de personages, en de onderlinge relatie tussen hen. In Ventoux is die aardig scheefgetrokken. Dat Peter in de flashbacks nadruk krijgt, is logisch, maar zelfs als herinnering is hij een afgeronder personage dan De Jongs André. Die is er vaak voor niet veel meer dan het doorbreken van een bepaalde spanning en het doorprikken van de bullshit van anderen. Die rol moet er zijn. Maar alleen het leeggooien van een urn op het eind geeft hem nog geen innerlijke diepgang of gelijkwaardige positie.
Ook wetenschapper Joost mist iets, namelijk oprechte fragiliteit. Wanneer zijn autoriteitspositie wankelt – een journalist verdenkt hem van fraude – wordt hij vervelend. Dat kan, maar hij had nog geen sympathie aan zijn kant. We kunnen hem niet bekijken met dezelfde ogen als zijn vrienden. Dan scoort Opbrouck met zijn relatief kleinere, subtielere rol een stuk hoger. Hij pakt je medeleven. En de dragende rol van Van Kooten? Die is dienstbaar, maar niet echt opvallend.
O ja, Abby Hoes is er ook. Zij lijkt gespecialiseerd te raken in het spelen van de vrouwelijke hoofdrol in films die nostalgisch zijn naar de jaren tachtig. In Nena kreeg ze een karakter, nu is ze vooral een mooi visioen. Volgende filmrol beter, zullen we maar zeggen.
Er zijn mooie beelden, dat wel. Kleurtjes, landschap, nostalgie. Hapklare brokken, die een stapel brokken vormen, maar geen feestmaal worden. Zo zet ook de soundtrack weinig sfeer. Het is gewoon goede muziek uit die tijd. En de bedoelde komische inslag van de film beperkt zich helaas tot luchtigheid. Er wordt geouwehoerd. Dat is leuk, maar niet memorabel. Uiteindelijk blijft er niet veel meer over dan een televisiefilm met bovengemiddelde beelden.