Het is vrijdag 21 november 1997. Journalisten drommen samen voor een vergaderzaaltje in het Tweede Kamergebouw. De lamellen voor de glazen zijwanden zijn gesloten, maar door de spleten kun je toch zien wat er binnen gebeurt. Eerder op de dag is bekend geworden dat D66-fractieleider Gerrit Jan Wolffensperger is benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van de NOS. Hij gaat de Kamer dus verlaten. De fractie van D66 zit nu bijeen om een nieuwe voorzitter te kiezen. Daarbij is de pers uiteraard niet welkom. “Flikker op met die kutcamera’s!”, heeft Wolffensperger een opdringerige tv-ploeg voor aanvang van de bijeenkomst nog toegesnauwd.
Maar Binnenhofverslaggevers laten zich niet zomaar wegjagen. Ze duwen elkaar opzij om door de openingen tussen de lamellen te kunnen gluren. Een van de fanatieksten onder hen is Marleen Barth, politiek redacteur van Trouw. Met een rood hoofd van opwinding dringt ze zich naar voren.
Er zijn twee kandidaten om Wolffensperger op te volgen: Thom de Graaf en Roger van Boxtel. Al na een halfuurtje zien de journalisten wie er gewonnen heeft. De breed lachende De Graaf wordt door zijn collega’s gefeliciteerd en gezoend, terwijl Van Boxtel met een zuur gezicht een sigaret opsteekt. “Het is De Graaf geworden!”, gilt Barth, een collega naast haar in zijn zij porrend.
De volgende dag wordt bekend dat Marleen Barth op de kandidatenlijst van de PvdA staat voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Haar werkzaamheden voor de politieke redactie van Trouw zal ze met onmiddellijke ingang staken, belooft ze.
Het is dinsdag 26 mei 2015. Het Tweede Kamerlidmaatschap van Barth is niet zo’n succes geworden, maar na wat omzwervingen heeft ze toch een belangrijke politieke post weten te bemachtigen. Ze is fractievoorzitter van de PvdA in de senaat, en bij de Eerste Kamerverkiezingen die deze dag plaatsvinden is ze lijsttrekker.
Tijdens de verkiezingscampagne heeft Barth zich hevig gestoord aan de oppervlakkigheid waartoe de media politici dwingen, zo laat ze in een interview in de Volkskrant weten. “We kregen in een lijsttrekkersdebat op tv 20 seconden om iets te zeggen. In een ander debat 40 seconden. Waar slaat dit op?” Volgens Barth heeft deze “megafoondemocratie” geleid tot de lage opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen, die bepalend zijn voor de nieuwe samenstelling van de senaat. “Ik stel vast dat het niet werkt. Het inspireert de kiezers niet.”
Een beetje vreemd, die bezorgdheid over wat de kiezers inspireert. Om niet te zeggen: waar slaat dit op? Een kleine twintig jaar geleden dacht diezelfde Barth nog dat het niet uitmaakt of je de ene dag parlementair journalist bent en de volgende dag kandidaat-Kamerlid. Dat het geen afbreuk doet aan je geloofwaardigheid als je plotseling overstapt naar het andere kamp. Dat kiezers dan niet denken dat je alleen maar bezig bent met je eigen carrière.
En dan nu de schuld geven aan de oppervlakkigheid van de media als je partij een slecht verkiezingsresultaat heeft behaald? Met een variant op Wolffensperger: “Flikker op met die kutsmoesjes!”
De Haagse Grabbelton is een rubriek van notities, geruchten, observaties en onbewezen theorieën uit de Nationale Vergaderzaal. Maar u vindt hier ook de kruimels die de kolommen bijna niet haalden en hopelijk ook enkele krenten uit de Haagse Pap.