Interview

40 jaar Normaal: ‘Bennie Jolink is in alles extreem’

27-05-2015 15:00

Eind jaren zestig leerde documentairemaker Frank Wiering Normaal-zanger Bennie Jolink kennen in een Amsterdamse kroeg. Bijna 50 jaar later maakte hij de documentaire Ja dat was høken! 40 jaar Normaal. Wiering vertelt over zijn goede vriend die 22 auto’s versleet. 

‘Het complex dat boeren hadden heeft Normaal weggenomen; iedereen ging op klompen lopen en in kapotte Opels rijden’

Hoe lang heeft u aan de film gewerkt?
“Ongeveer 2,5 jaar en voor het eerst in mijn leven ben ik redelijk tevreden over een film die ik heb gemaakt. Er zit een mooie balans tussen het ruige verleden, de oude mannen nu en wat ze voor het platteland hebben betekend. We hebben de film laten zien in een besloten gezelschap in Lochem en de dames van de garderobe moesten huilen. Dat is een goed teken.”

Want er zit natuurlijk een triest element in. Drummer Jan Manschot overleed aan kanker in de periode dat u aan het filmen was.
“Zijn  laatste optreden was hartverscheurend en dan zie je een doodzieke man die het nog eens gaat proberen. Hij is ongelooflijk positief, doet enorm zijn best, maar je ziet hem gewoon aftakelen. Toen we een jaar of drie geleden over dit idee spraken, zei Bennie: dan moet je het nú doen want Jan is nog goed. Omdat ik de bandleden goed ken en ze dus van mij integriteit mogen verwachten, kon ik ook filmen op zijn begrafenis.”

Hoe heeft u Bennie Jolink ontmoet?
“We kwamen elkaar in 1968 tegen in een café in Amsterdam toen hij net van de Kunstacademie afkwam. Hij droeg een lichtblauwe jas met een geel overhemd eronder met een zwartfluwelen hesje. Daarop droeg hij een broek die hij zelf omschreef als ‘elektroblauw’. Hij had geen slaapplaats en daarom logeerde hij een week bij mij en mijn vriendin; vanaf dat moment waren we vrienden. Ben en ik hadden een abonnement op cafés. We werken trouwens ook samen, hij was kunstenaar grafisch ontwerper en ik filmer grafisch ontwerper; ik heb hem in 1969 al voor het eerst gefilmd en dat zit ook in de film.”

Waarom werden jullie vrienden?
“Hij was ongelooflijk leuk in de omgang, Ben is een groot verhalenverteller en dat doet hij eigenlijk nog steeds met zijn nummers.”

Normaal werd in 1974 opgericht. Was dat direct een succes?
“Het was ongelooflijk ruig, de teksten waren heftig: ‘Kom jij maar eens even hier kereltje voordat je naar huis gaat. Dan sla ik je voor je hersens en rasp je over straat’. Dat vonden die boeren natuurlijk geweldig. Ze zochten een bepaalde zaal in de omgeving uit en zeiden: ‘We spelen gratis en als het een succes is dan moet je de volgende keer twee keer onze gage betalen’. Al snel werd het groot, vooral door in te spelen op het gevoel dat je een boerenlul bent, maar dat je je daar niet voor moet schamen. Ik kom zelf uit Twente en als je dan naar Terschelling ging, pikten de Hagenaars en Amsterdammers alle meiden in. Dat complex hebben ze weggenomen; iedereen ging op klompen lopen en in kapotte Opels rijden.”

Jolink is een slimme man. Zag hij die ontwikkeling ook?
“Willem de bassist kwam van de boerderij en die kende dat rauwe leven goed en Ben heeft dat omarmd. Ben wist dat het goed was om in oude Opels en oude boerenkostuums rond te lopen. Het moest allemaal het tegenovergestelde van de Randstad zijn.”

Wat is Bennie Jolink voor een man?
“Er zijn er twee, je hebt Bennie en Ben Jolink. Bennie staat op het podium en is de koning van de gewone boerenlul en Ben Jolink leest in zijn atelier de brieven van Vincent van Gogh en probeert te schilderen. Ja, dat zijn allebei extremen en zo zit hij ook in elkaar; Ben is in alles extreem. Niet voor niks heeft hij 22 auto’s aan flarden gereden. Drie jaar geleden kocht hij een Porsche Cayenne om eindelijk een degelijke auto te rijden en twee weken later zat-ie helemaal in elkaar.”

Hij is nooit middelmatig?
“Hij is alle uitersten van het leven; dus is hij kluizenaar, maar ook de man die het podium opgaat en helemaal uit zijn dak gaat. Bennie is ook een hele creatieve man: hij bedenkt de nummers, de optredens, de hoezen, de t-shirts en daarnaast schildert hij veel. Hij is altijd bezig. Hij kan ook extreem gezellig zijn en als er bier op tafel komt dan gaat hij door tot hij naar bed gedragen moet worden, dat heb ik vaak meegemaakt. Alles gebeurt in volledige hevigheid. Alles is 200 procent.”

Hoe kijkt u er als vriend tegenaan dat Normaal twee keer is opgelicht door een manager?
“Ze wilden zich nooit met geld bezighouden. Er werd gesproken over optredens, muziek, maar als de manager over geld wilde praten, zeiden ze: waar kan ik tekenen? Ik heb meegemaakt dat de manager in een splinternieuwe Mercedes reed en Bennie in een aftandse Chevrolet. Iedereen wist wat er aan de hand was, maar Bennie liet het niet uitzoeken.”