Het is een hele exercitie die Martin Bosma opbouwt in zijn nieuwe boek Minderheid in eigen land, dat vandaag wordt gepresenteerd. Aan de hand van het lot van de ‘Afrikaners (oftewel de Boeren)’ in Zuid-Afrika voorspelt het Tweede Kamer-lid voor de PVV hoe het de autochtone Nederlanders zal vergaan.
Die toekomst ziet er in zijn ogen somber uit. Onder druk van de massa-immigratie en de demografische ontwikkelingen zal in Nederland een islamitische meerderheid ontstaan, schrijft Bosma, die zonder twijfel de Economisch Succesvolle Minderheid – de niet-islamitische autochtonen – het leven zuur zal maken.
Geweld, confiscaties, racisme, het ontnemen van burgerrechten: zo is het de Boeren vergaan, zo vergaat het talloze andere succesvolle minderheden elders ter wereld en dit zal de ‘Europese bevolking van Nederland’ ook overkomen.
De recente, hoog oplopende discussies rond Zwarte Piet en de viering van het Kerstfeest of Pasen, het voetballen met 4 mei kransen, de agressieve reacties op elke islam-kritiek, de opleving van de Jodenhaat: we staan volgens Bosma nog maar aan het begin. “Zullen onze nieuwkomers wel enig begrip hebben voor onze cultuur, onze symbolen, onze lieux de mémoire? Natuurlijk niet. ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas,’ zingen ze al.”
Wat doen in die situatie de herauten van het multiculturalisme? Bosma noemt ze in zijn boek met kennelijk genoegen: mensen als Ed van Thijn, Freek de Jonge, Doekle Terpstra, Femke Halsema en anderen, zijn geliefde tegenstanders. Kijk niet raar op als juist zij, die vertegenwoordigers van een succesvolle elite, met voldoende geld en mogelijkheden, tegen die tijd het land zullen verlaten, suggereert de auteur. Net als hun kinderen de zwarte scholen mijden, die plekken die een triest uitvloeisel zijn van de politieke voorkeur en de daden van hun ouders. Zij zullen het Nederlandse equivalent worden van de ‘ontnugterders’, meent Bosma, de Zuid-Afrikaanse spijtoptanten. “Progressieven laten graag het resultaat van hun eigen idealisme achter zich”.
Bosma’s manuscript werd eerder door Prometheus/Bert Bakker geweigerd. Maar het boek is er nu toch, bij een andere uitgever. Aan de zijlijn lachen de usual suspects al voordat ze het hebben gelezen. ‘Die rare Bosma met z’n idiote speculaties over een agressieve, islamitische toekomstige meerderheid in Nederland. Flikker toch gauw een eind op.’ Maar Bosma is van de PVV, waar de islam wordt gezien als een veroveringsideologie, erop uit om andersdenkenden te onderwerpen. En de cijfers, aan het einde van het boek, niet alleen over Nederland, maar over een aantal landen in de Europese Unie, geven te denken.
Het is niet Bosma’s verdienste dat hij nog eens waarschuwt voor de apocalyps als de islam heerst in Europa, dat is gewoon retoriek uit het PVV-programma. Het zijn z’n hoofdstukken over Zuid-Afrika, over het lot van de Boeren – die hij vanzelfsprekend goed gezind is – en de vele interessante anekdotes over de warme betrekkingen die de Nederlanders onderhielden met hun ‘neven’ daar ver weg in Afrika, die Minderheid in eigen land de moeite waard maken.
Bosma stelt veel aan de orde en hij had kunnen volstaan met de beschrijving van de geschiedenis van de ‘Afrikaners (oftewel de Boeren)’ en hun onvermijdelijke ondergang. De projectie naar de Nederlandse en Europese situatie is politiek handig – Wilders’ kritiek dat Bosma zo druk is met z’n Boeren-hobby wordt er bijvoorbeeld minder urgent door – maar het boek ademt op die momenten weer dat krampachtige PVV-pamflettisme. De kruistocht tegen naïef links moet tot het einde worden gevoerd kennelijk, maar werkt in dit geval ontsierend.
Bosma gaat veel kritiek over zich heen krijgen, cijferfetisjisten zullen gaten in z’n onderbouwing schieten, Zuid-Afrika kenners zullen hem vergoelijking van het apartheidsysteem voor de voeten werpen, Mandela-adepten zullen een woeste waas voor hun ogen krijgen en zich onterecht aangevallen voelen.
Om een deel van die critici voor te zijn staaft Bosma elke bewering met een voetnoot: het aantal loopt op meer dan 500 pagina’s op tot ver in de 2000. Zijn recensenten geeft hij in het begin alvast een boodschap mee: ja, de apartheid was een verwerpelijk systeem, dat vind ik ook. Dus als ik kritisch ben op het ANC betekent dit niet dat ik de apartheid steun. Dat u het weet.
Kritisch op het ANC is Bosma, en terecht natuurlijk. De geweldscultus, de martelkampen, de hemeltergende corruptie, het racisme, het wanbeheer: de auteur voert al die uitwassen aan als argumenten in zijn betoog dat de vroegere anti-apartheids activisten in Nederland, wier ‘strijd’ vaak werd gesubsidieerd door de overheid, zich met terugwerkende kracht moeten schamen en excuseren. Zij steunden immers een communistische, door Moskou gesponsorde en bewapende beweging die ondemocratisch en gewelddadig was – en zij waren niet alleen van die feiten op de hoogte, ze onderschreven het geweld.
En daar zijn ze dan weer: de ‘V&D miljonair Paul Rosenmöller, destijds ook al een vriend van Pol Pot’, Ed van Thijn die met gebalde vuist strijdliederen zingt, de filosoof Hans Achterhuis, de onvermijdelijke Jan Pronk, Maartje van Weegen, Pia Dijkstra en al die anderen die ooit in Nederland het politiekcorrecte establishment vertegenwoordigden waarin ook op Zuid-Afrika een makkelijk zwart-wit schema werd losgelaten: blank is fout want racistisch en het ANC deugt. Iedereen wilde goed zijn na de oorlog en Zuid-Afrika – met die historische band met Nederland – leverde daarvoor een ideaal speelveld.
Die mensen hebben het vaak zo pertinent mis gehad dat het voor Bosma makkelijk schieten is. Maar de auteur, die berucht is om zijn sardonische gevoel voor humor, laat zich die buitenkans niet ontnemen. Als een groot aantal Zuid-Afrikaanse ervaringsdeskundigen, onder wie schrijver/dichter Breyten Breytenbach en Helen Suzman, de anti-apartheids activiste die in 2009 overleed, kunnen erkennen dat het ANC een ‘plunderclub’ is en dat het onder het apartheids-regime ‘beter was’ (Suzman) dan moeten de Nederlandse ANC-fans toch ook die eerlijkheid en introspectie op kunnen brengen, vindt Bosma.
Dit soort steken naar de policorgemeenschap zullen bij de PVV-aanhang werken als balsem op de ziel. Maar dat soort klappen uitdelen is al jaren Bosma’s daily routine. Interessanter om te constateren is hoe de auteur werkelijk lijkt gegrepen door zijn hobby: het napluizen van die unieke geschiedenis van de ‘Afrikaners (oftewel de Boeren)’. En interessant wordt het om te zien of Martin Bosma – lid van een fractie immers, die in de ogen van veel intellectuelen en recensenten is besmet – een inhoudelijk weerwoord zal krijgen.
Martin Bosma, Minderheid in eigen land. hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid, uitgeverij Bibliotheca Africana Formicae. 19,95 euro.