Interview

Auteur Jeroen te Nuijl: ‘John de Mol is op zijn tachtigste nóg aan het werk’

29-05-2015 12:16

Broadcast Magazine-hoofdredacteur Jeroen te Nuijl schreef een boek over mediatycoon John de Mol: ‘Graven in een rijk leven’. Samen met vijf coauteurs van uitgeverij FC Klap interviewde hij zestig vrienden, collega’s en bekenden van De Mol. De schrijver kreeg op die manier een heel goed beeld van de man die zijn bedrijf Talpa onlangs voor 500 miljoen euro verkocht aan het Engelse ITV.

Kende jij John de Mol voordat je aan het boek begon?
“Ik ken hem redelijk goed omdat ik inmiddels achttien jaar hoofdredacteur van Broadcast Magazine ben. Hij is drie keer Omroepman van het Jaar geweest, de verkiezing die wij organiseren, en ik heb hem vaak geïnterviewd. Die stukken kon ik mooi gebruiken, want we hebben hem voor het boek niet meer gesproken. Hij gaf gedoogsteun, maar wilde verder niet meewerken.”

Wat was het plan?
“Hij werd zestig en dat vonden wij een goed moment om een boek over hem uit te brengen. Het moest ook een soort blijk van waardering worden want in het buitenland is hij echt een fenomeen na het succes van Big Brother, The Voice en de deals met Telefónica en ITV. Het beeld dat van hem bestaat, de keiharde zakenman, klopt niet helemaal met de werkelijkheid.’’

‘De drama’s bij Talpa en Sport7 zijn zeker krasjes geweest op zijn loopbaan’

Wat klopt in jouw ogen niet?
“Er zit een paradox in zijn karakter; aan de ene kant de harde zakenman die ongeduldig kan zijn, maar hij heeft ook een hele zachte, emotionele kant. Hij is heel erg begaan met zijn vrienden en zorgt goed voor de mensen die bij hem werken. Ik wist bijvoorbeeld niet dat hij zo goed bevriend was met Astrid Joosten en ze vertelde dat hij heel erg lief was toen haar man overleed. Ook na de debacles bij Talpa en Sport7 heeft hij alle betrokkenen netjes betaald en mensen erbij gehouden”

“En ja, zijn verbetenheid blijft legendarisch. Erland Galjaard zei toen ik hem het eerste exemplaar overhandigde, dat hij onlangs weer tot diep in de nacht werd bestookt met allemaal programma-ideeën terwijl hij toch echt naar bed wilde. Verder wil De Mol alleen bekend staan als iemand die goede tv-programma’s kon en kan maken, maar niet als een miljardair, zo zit hij er echt in.’’

De mensen die hij om zich heen verzamelt, zijn zij altijd kritisch genoeg?
“Uiteindelijk gaat het vaak zoals John de Mol wil, hoewel hij dat niet snel zal toegeven. Hij hééft ook wel vaak gelijk natuurlijk omdat hij een scherpe blik heeft en erg intelligent is. Woordvoerder Thomas Notermans vindt dát ook de beste eigenschap van De Mol: nooit zomaar iets aannemen van anderen. Ach, de mensen die hem een klootzak vinden, wilden ook niet meewerken aan het boek natuurlijk. Die zijn er ook.’’

Zijn de drama’s met Talpa TV en Sport7 de grote smetten in zijn loopbaan?
“Dat zijn zeker krasjes geweest. Hij heeft wel de neiging om weer snel door te gaan met het volgende project, maar dit zijn vervelende dingen. Bij Sport7 heeft hij zich echt vergist in het anti-sentiment rond het voetbal dat van mensen werd ‘afgepakt’. En bij Talpa TV verkeek hij zich op het poenerige imago dat hij niet kon ombuigen. Zijn beste vriend, Tony Berk, zei tegen hem: ‘Jij moet Talpa verkopen aan het publiek’, maar dat wilde hij niet. Als hij in die periode wel naar buiten was getreden, had het misschien anders gelopen.’’

‘Het interesseert hem gewoon helemaal niks wat mensen van hem vinden’

In beide gevallen was de PR niet top?
“Bij Sport7 was dat niet het probleem, dat zat allemaal veel dieper, ook omdat Kees Jansma en Mart Smeets dat sentiment van het afgepakte voetbal echt voedden. In het boek vertelt regisseur Jos Budie dat Sport7 het zeker had gered als hij die twee had aangetrokken als presentator. Er ontstond een soort volksopstand. Bovendien waren sommige zaken niet goed geregeld zoals met de kabelaars. In het geval van Talpa TV had hij dat beeld van een poenerige man die iedereen maar kocht voor zijn zender kunnen bijstellen door gewoon te vertellen over zijn plannen. Maar ja, het interesseert hem gewoon helemaal niks wat mensen van hem vinden.”

Waarom denk jij dat hij zo’n succes heeft?
“Zijn bezetenheid en zijn feilloze gevoel voor wat de massa wil.’’

Hij is ook creatief natuurlijk, maar dat is een hele functionele creativiteit. Het zijn vaak geen wilde programma-ideeën, expres misschien, want anders snapt niemand het…
“Televisieformats verzinnen is binnen Talpa een zeer gestructureerde activiteit zonder veel romantiek. Mensen lopen niet door de Kalverstraat of over de hei voor inspiratie, maar zitten gewoon op kantoor met een A4’tje voor hun neus om ideetjes voor de vooravond te verzinnen. Er is echt een methode De Mol. Patrick Scholtze, die daarvoor bij Talpa jarenlang verantwoordelijk was, vertelde er wel iets moois over. Hij volgde allerlei cursussen die mensen leren om out of the box te denken, maar John wil het allemaal niet te vaag. Als je een programma maakt over bloemen dan moet je eerst goed weten hoe die wereld in elkaar zit voordat je iets verzint.’’

‘We wilden dat hij zou zeggen: Ik wil er niks mee te maken hebben, maar je gaat je gang maar’

 

Kan De Mol inmiddels al een beetje ontspannen?
“Hij schijnt iets rustiger aan te doen, gaat wat vaker golfen in Portugal, maar hij zal nooit helemaal stoppen. Typisch een man die op zijn tachtigste nog aan het werk is.’’

Denk je dat hij blij is met het boek?
“Tien jaar geleden kwam er een boek uit, ‘De gangen van John de Mol’, en dat vond hij heel erg vervelend. Nu wist hij ervan en heeft Thomas Notermans ook alles meegelezen voor wat feitelijke onjuistheden. We wilden dat hij zou zeggen: ‘Ik wil er niks mee te maken hebben, maar je gaat je gang maar’. En zo is het gegaan.’’

Dat kun jij je als vakblad en uitgever die veel voor media werkt ook niet veroorloven, toch?
“Ik vind de roddelkant van zijn verhaal niet boeiend en wil hem gewoon blijven spreken in de toekomst. En kennelijk kan hij ermee leven, want na de persconferentie over ITV zei hij: ‘Komt dat boek ook in de winkel?’ Waarop ik zei: ‘Natuurlijk, ik denk dat heel veel mensen dat kopen, zelfs in het buitenland’. Als hij een maand of zes geleden had gezegd: ‘Dit wil ik echt niet’, dan had ik het ook niet gedaan trouwens. Dit boek heb ik gemaakt uit oprechte fascinatie en bewondering voor die man, waarbij ik stiekem hoop dat ‘ie het zelf met plezier zal lezen.”