Stel: een ondernemer heeft een probleem met onuitvoerbare regels uit Den Haag omdat die tot enorm veel bureaucratie leiden. Als je als ondernemer bereid bent in actie te komen, zijn er allerlei mogelijkheden: een brief sturen naar een Kamerlid, de werkgeversorganisatie opbellen, twitteren of een artikel schrijven voor een ondernemersblad. Je kan medestanders vinden onder andere ondernemers, het probleem onder de aandacht van de media brengen en de politiek laten merken dat het probleem bestaat. Dit alles in de hoop dat Den Haag er iets aan gaat doen.
Politiek is in deze situatie niet ingewikkeld. De vraag is of het probleem breder leeft, of het wordt opgepakt en of het leidt tot Kamervragen. De kans dat een Tweede Kamerlid voor je in de bres wil springen is best groot, want zij zijn allemaal desperaat op zoek naar een achterban. Er is een kans op een debat, op een lobby en op invloed. Er is echter wel een voorwaarde: het gaat om Haagse regels. Het is duidelijk wie die regels heeft gemaakt en wie er iets aan moet doen: de Tweede Kamer. De oplossing ligt in Nederland.
Maar wat als er onuitvoerbare regels uit Brussel komen?
Regels vinden steeds vaker hun oorsprong in Brussel en juist niet in Den Haag. Volgens sommige schattingen is inmiddels meer dan de helft van de Nederlandse regels uit Brussel afkomstig. Dat zijn droge getallen die voor sommigen een alarmerende werking hebben omdat deze percentages laten zien dat Nederland ‘zijn soevereiniteit verliest’. Nu is daar zeker veel voor te zeggen, maar je kunt het ook praktischer bekijken: de vraag is niet waar men over regels beslist, maar of je er als burger, consument of ondernemer invloed op kunt uitoefenen. Bijvoorbeeld als je last van die regels hebt.
In deze zesdelige serie kijken we naar een relatief willekeurige regel voor ondernemers. Als in Den Haag een regel wordt ingevoerd die ondernemers op kosten jaagt, piept iedereen. Ondernemers weten de media te vinden, weten welke politieke instellingen ze moeten benaderen en weten welke partijen openstaan voor hun argumenten. Kamerleden zullen in zaaltjes in het land worden aangesproken op de maatregelen die ze hebben genomen en er zullen prikkels in het systeem ontstaan om iets voor deze ondernemers te doen. Tenzij er ook tegenstanders zijn natuurlijk. Dan ontstaat er als vanzelfsprekend een debat.
Zouden die prikkels er ook in Europa zijn, als in Brussel is besloten tot onuitvoerbare regels die ondernemers alleen maar op kosten jagen? Volgens de voorstanders van Europese integratie is dat in ieder geval in theorie wel zo. Neem een Europarlementariër als Sophie in ’t Veld van D66 die pleit voor een volwaardige Europese democratie met een Europees Parlement waar in het openbaar en op transparante wijze over Europese politieke kwesties wordt gedebatteerd en besloten. In feite zegt In ’t Veld: het systeem zoals we dat in Den Haag kennen, zou er ook in Brussel moeten zijn. Dat systeem is er nog niet.
In theorie staan besluitvormingsprocedures in Brussel duidelijk op papier, is het helder wie welke functies bekleedt en kunnen we er via allerlei databases achter komen welke standpunten er door wie zijn geuit. Maar kun je ook iets met al die informatie als je als gewone sterveling van die ene onuitvoerbare regel af wil? Is het dan duidelijk wie er verantwoordelijk is? Kun je daarachter komen? En kun je ook daadwerkelijk invloed uitoefenen?
In deze serie kijken we daarom naar een regel waar een groep ondernemers sinds 1 januari 2015 daadwerkelijk last van ondervindt. Kun je daar iets tegen doen?
Dit is het eerste deel van een zesdelige serie over Last van Europa. Heeft u ook last van Europees beleid? Meld het via [email protected].