“My motivation was a better FIFA. It was never about me. ” Met deze rondgetwitterde Schutzbehauptung maskeerde Michael van Praag zijn vertrek uit de rij der aspiranten voor het voorzitterschap van de wereldvoetbalbond FIFA.
Het zal altijd wel een raadsel blijven wat er in de man is gevaren om zich überhaupt kandidaat te stellen. Nog in september 2014 erkende hij dat op 29 mei het onvermijdelijke wel zou gebeuren: de herverkiezing van Joseph S. Blatter tot president van het uitvoerend comité van de FIFA. Welnu, die verwachting bleek terecht: Blatter werd met een comfortabele meerderheid voor een nieuwe termijn van vier jaar herkozen.
Sowieso is Van Praag weinig mededeelzaam voor iemand die beweerde de FIFA transparanter te willen maken. Daags voor zijn terugtreden weigerde hij in Almere tegenover journalisten te reageren over de geruchten die er rondgingen over zijn terugtreden als kandidaat. Op de persconferentie in Amsterdam waar hij de volgende dag alsnog zijn terugtreden bekend maakte, weigerde hij te openbaren welke nationale bonden hem hun steun hadden toegezegd. Dat doet vermoeden dat de FIFA op het punt van openheid onder een president Van Praag weinig vooruitgang zou hebben geboekt.
Dat Van Praag een kandidatuur heeft ingezet waarvan hij zelf bij voorbaat al de nutteloosheid inzag, zou nog niet zo heel erg zijn, ware het niet dat dit avontuur de KNVB een kleine 400.000 euro heeft gekost. De helft van dat bedrag is, ondanks enig intern gesteggel, opgehoest door de amateurtak van de nationale voetbalbond. Dat is des te opmerkelijker omdat die afdeling van de bond verlies draait en zelfs personeel heeft moeten laten afvloeien. Uiteraard vond Van Praag, desgevraagd op zijn eigen persconferentie, niet dat dat “weggegooid geld” was. Wat had hij ook anders kunnen beweren zonder daarmee meteen zijn eigen bekwaamheid als voorzitter ter discussie te stellen.
Als het Van Praag inderdaad slechts te doen was om een “betere FIFA”, dan mag de vraag gesteld worden waarom hij zich niet van begin af aan heeft gecommitteerd aan Prins Ali, de Jordaanse uitdager van de hoogbejaarde Blatter. Te meer daar er bij de KNVB nog genoeg werk voor hem ligt: meerdere clubs uit het betaald voetbal verkeren in ernstige financiële problemen. Het handhaven van de strenge eisen voor een proflicentie, die tevens een zekere financiële soliditeit omvatten, zal de komende jaren een hele toer worden, wil men de Eredivisie en de Jupiler League niet half kreupel achterlaten.
Nu de profsectie bovendien niet langer bereid is de amateurtak te kruissubsidiëren en de amateurtak dus in financieel zwaar weer is komen te verkeren, ligt ook daar nog wel een schone taak op de bondsvoorzitter te wachten. Tenslotte is er nog de problematiek van het matchfixing. Terwijl in menig buitenland de beerputten langzaam maar zeker opengaan, lijkt dit probleem in Nederland nog niet volledig te worden onderkend.
Misschien was dat wel de motivatie van Van Praag: om straks vanuit het FIFA House in Zürich zijn opvolger bij de KNVB te kunnen manen om nu eindelijk eens werk te maken van een serieuze aanpak van het gokken op en tegelijkertijd manipuleren van voetbalwedstrijden. Maar ook dat zal wel altijd zijn eigen geheim blijven.