Het contrast tussen de mensen op Bijlmer Arena kan vanavond haast niet groter. Waar 68.000 mensen gehuld in wit en neon richting de ArenA lopen voor het derde Toppers-concert, zijn er 17.000 mensen op weg naar Ziggo Dome waar Fleetwood Mac het 84e concert sinds Christine McVie na 16 jaar weer terug is speelt.
“The songbird has returned,” zal Mick Fleetwood McVie later dan ook aankondigen. Na zestien jaar is Fleetwood Mac weer terug in haar meest bekende bezetting. Even terug: Fleetwood Mac begint in 1967 in Londen als Peter Green’s Fleetwood Mac. Na het vertrek van Green blijft Fleetwood Mac. Mick Fleetwood en John McVie zijn vanaf dan de enige constante leden van de band. In 1970 versterkt Christine de band en in 1975 wordt het Amerikaanse duo Stevie Nicks en Lindsey Buckingham toegevoegd. Ze scoren onder andere hits met Don’t stop, Go your own way, Dreams, Everywhere en Little Lies.
Vanavond staan Fleetwood, beide McVie’s, Nicks en Buckingham op het podium, versterkt door muzikanten die tot het eind van de show in de schaduw, op het podium. Het draait om de band waarvan de leden inmiddels al tegen en in de zeventig lopen. Een paar minuten lang klinkt het geluid van talloze krekels door de zaal voor de band opkomt en The Chain inzet. De grote hits als Dreams, Rhiannon, Everywhere en I Know I’m Not Wrong komen voorbij. Vooral die laatste is mooi symbolisch gekozen: voor het nummer laat Buckingham weten wat de rest ookal heeft gezegd: hoe blij hij en de band zijn met de terugkeer van Christine. Die terugkeer is toch het teken waarin deze show staat.
Dat de band op leeftijd is, is hier en daar absoluut te horen aan de zang. Het is niet meer altijd even strak en ook lang niet elke noot wordt nog gehaald. Vooral Christine McVie lijkt moeite te hebben met de nummers die ze ooit schreef. Muzikaal gezien klinkt het daarentegen wel bijna altijd strak. Alleen het intro van Rhiannon is niet even strak en tijdens Never Going Back Again, die Nicks en Buckingham met z’n twee doen, lijken ze even de draad kwijt tijdens het eerste refrein. Toch herpakt iedereen zich altijd vrij vlot.
Opvallend zijn Tusk, Sisters of the Moon, Gold Dust Woman en I’m So Afraid. Het zijn stuk voor stuk hypnotiserende optredens waarin de luisteraar door zowel de muziek als de visuals wordt meegenomen op een soort psychedelische trip dit zo op een hippiefestival begin jaren 70 terecht kan. De band lijkt tijdens de nummers een soort ritueel uit te voeren en is op z’n best. Ze gaan op in de muziek en vergeten even alles om zich heen. Daarnaar kijken én luisteren is puur genot.
Ondanks dat de show draait om de terugkeer van Christine McVie, zijn het Nicks en Buckingham die de show stelen. Beide hebben tomeloos veel energie en passie. Nicks heeft zelfs iets onbevangens, bijna onbezorgds. Buckingham geeft meerdere fenomenale gitaarsolo’s weg. Ondanks dat iedereen de ruimte krijgt, ook bassist John McVie geeft geregeld briljante solo’s weg, zijn het Buckingham en Nicks die blijven hangen. Vooral wanneer Buckingham alleen op het podium semi-akoestisch Big Love vertolkt, weet hij flink wat indruk te maken. Deze man heeft geen band nodig, hij kan in zijn eentje al genoeg goed geluid produceren om een heel Ziggo Dome te overrompelen.
De toegift is World is Turning, waarin de band halverwege van het podium verdwijnt om drummer Fleetwood een lang solo te geven. Na het solo komt de band, Nicks en Buckingham hand in hand, het podium op voor nog twee nummers. De band verdwijnt weer van het podium. Alleen Songbird is nog niet gespeeld. Aangezien het ‘de songbird’ is die is teruggekeerd, mag Christine McVie de show afsluiten met de zoete ballad. “Het klinkt allemaal precies zoals ze het geschreven hebben,” merken twee doorgewinterde fans in de zaal op. Voor de fans was dit een prachtige kans om de band waarschijnlijk voor het laatst te zien.
Beeld: ANP