Opinie

Media moeten verantwoordelijkheid nemen inzake ‘haatimams’

01-06-2015 11:12

De laatste maanden is er sprake van aanhoudende ophef over controversiële predikers, die uitgenodigd worden door moskeebesturen om in Nederlandse moskeeën of op conferenties te komen preken. Het gaat om predikers die in het verleden zich schuldig hebben gemaakt aan het doen van abjecte uitspraken, het zaaien van haat jegens bevolkingsgroepen of banden hebben met jihadistische netwerken. Inmiddels heeft deze kwestie gespeeld in onder meer Rijswijk, Eindhoven, Helmond, Groningen, Amsterdam, Geleen en Almere. En het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat er de komende tijd niet meer van zulke controverses zullen ontstaan.

Ingetrokken visa

In sommige gevallen heeft de ophef rondom deze predikers geleid tot visa die werden ingetrokken of conferenties die werden afgelast, terwijl in andere gevallen de georganiseerde bijeenkomst gewoon doorging. Het feit dat ophef in de media in sommige gevallen heeft geleid tot ingetrokken visa en afgelaste bijeenkomsten en andere gevallen niet, doet het vermoeden van willekeur rijzen.

Willekeur in deze kwestie is een slechte zaak omdat het de indruk geeft dat dubbele standaarden worden gehanteerd. In plaats van willekeur in stand te houden wordt het tijd dat er een duidelijk beleid komt in Nederland als het gaat om dergelijke kwesties waarbij de principes vrijheid en verantwoordelijkheid leidend zijn. Immers, vrijheid staat in onze samenleving centraal, maar gaat gepaard met verantwoordelijkheid. Het zou een goede zaak zijn als zowel de media, als politici en moskeebesturen in kwestie deze principes aan zouden houden.

Vrijheid verdedigen

Als het gaat om vrijheid zou de vrijheid van meningsuiting verdedigd moeten wordend door allen die bij deze kwesties betrokken zijn. Ook als het gaat om zaken die wij als maatschappij abject vinden. In dat opzicht zou Voltaires uitspraak: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen’ hierbij leidend moeten zijn.

Uitzondering is het zaaien van haat of het oproepen tot geweld jegens individuen of bevolkingsgroepen. Nadrukkelijk onderscheid dient er gemaakt te worden tussen mensen en ideeën. Met betrekking tot ideeën zou de vrijheid van meningsuiting nagenoeg onbeperkt mogen zijn, terwijl wanneer het over mensen gaat er duidelijke grenzen zitten aan deze vorm van vrijheid.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Bij verantwoordelijkheid gaan we uit van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die we als burgers van dit land allen hebben. In een tijd van groeiende radicalisering, discriminatie en spanningen tussen bevolkingsgroepen is het zaak dat we als maatschappij onze verantwoordelijkheid nemen en datgene doen wat nodig is om deze kwalijke ontwikkelingen tegen te gaan.

Hierbij zouden we ons ook af moeten vragen of we de vrijheid die we hebben altijd maximaal uit moeten oefenen, aangezien dit in sommige gevallen kan leiden tot radicalisering, discriminatie en spanningen in de maatschappij.

Grote vrijheid voor de media

Als het om de media gaat hebben deze een grote vrijheid om zaken aan de kaak te stellen die zij onwelgevallig hadden. Uiteraard is dit hun goed recht en het is ook een goede zaak dat zij dit doen, omdat zij hierbij de rol van maatschappelijke waakhond vervullen en scherp in de gaten houden wie precies waar komt preken. Aan de andere kant kun je je ook afvragen of de media in alle gevallen zuiver bezig zijn. Het gebruik van termen als ‘haatimam’ is hier een voorbeeld van. Het is een respectloze term die voor veel moslims buitengewoon denigrerend overkomt.

De functie van imam wordt op deze manier gekoppeld aan haat, en imams worden door het gebruik van deze term collectief geportretteerd als haatzaaiers. Het overgrote deel van de imams in Nederland functioneert naar behoren en gaat eerder uit van de dialoog dan van haat. Het is daarom zaak dat de media ondanks dat zij de vrijheid hebben deze term te gebruiken, hun verantwoordelijkheid nemen en de term ‘haatimam’ niet langer gebruiken.

Vervang de term ‘haatimam’

Beter is het te spreken over bijvoorbeeld haatprediker, of te doen zoals men in Angelsaksische landen doet, te refereren aan de uitlatingen die gedaan worden in plaats van aan de persoon die deze doet. De Nederlandse equivalent van ‘hate speech’, haatspraak, zou daarom een goede term zijn om ‘haatimam’ te vervangen. De media hebben dus de vrijheid om bijeenkomsten met controversiële imams aan te kaarten, en het is ook een goede zaak dat ze dit doen, zolang ze daarbij ook maar hun verantwoordelijkheid nemen.

Politici, en dan met name de Minister van Buitenlandse Zaken en burgemeesters, hebben het recht om visa in te trekken en bijeenkomsten te verbieden wanneer zij van mening zijn dat de openbare orde in het geding is. Hierin zijn zij vrij. Maar ook voor hen geldt dat zij een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, die ze ook dienen te nemen. Het is hun verantwoordelijkheid om te komen met duidelijke criteria voor het weigeren van visa of het verbieden van bijeenkomsten. Op dit moment lijkt het er sterk op dat het vooral de ophef in de media is die uiteindelijk leidt tot een ingetrokken visum of een bijeenkomst die wordt geannuleerd. Dit geeft zeer sterk de indruk van pure willekeur en dubbele standaarden, wat uiteraard onwenselijk is.

Het zou niet zo mogen zijn dat het alleen ophef in de media is wat politici doet handelen. Een samenleving waarin ministers en burgemeesters bovendien naar willekeur visa intrekkenen en evenementen verbieden is daarnaast niet bepaald wenselijk. Duidelijke criteria op basis waarvan er verantwoord gehandeld kan worden zijn dus hard nodig.

Organisatievrijheid

Moskeebesturen, ten slotte, zijn in principe vrij in het organiseren van evenementen en het uitnodigen van al dan niet controversiële sprekers. De vrijheid van meningsuiting geldt uiteraard ook voor hen. Maar ook de moskeeën die controversiële predikers uitnodigen zouden zich sterk achter de oren moeten krabben en zich af moeten vragen of zij niet te kort schieten in het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Sommige moskeebesturen lijken boter op hun hoofd te hebben en totaal niet aan te voelen wat er in de maatschappij leeft.

In een tijd van maatschappelijke spanningen van jongeren zou je als verantwoordelijk moskeebestuur niet de fout moeten maken een prediker uit te nodigen die zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan haatspraak jegens bijvoorbeeld homo’s, christenen, Joden, sjiieten of vrouwen. En wanneer overal in Nederland jongeren radicaliseren en dreigen af te reizen naar Syrië is het laatste wat je zou moeten doen het uitnodigen van een figuur die banden heeft met radicale netwerken en jongeren wel eens het laatste zetje zou kunnen geven in hun radicaliseringproces. Moskeebesturen dienen daarom hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen door deze figuren niet langer uit te nodigen.

Vrijheid en verantwoordelijkheid leidend

Vrijheid en verantwoordelijkheid dienen, kortom, leidend te zijn bij kwesties rondom controversiële imams. Ja, de media hebben het recht om imams weg te zetten als ‘haatimams’. Maar moet je die vrijheid altijd willen gebruiken of neem je ook je verantwoordelijkheid door niet een hele beroepsgroep te besmeuren? Een minister heeft het recht om een visum in te trekken, en een burgemeester mag een evenement verbieden wanneer hij van mening is dat de openbare orde in het geding is.

Maar beiden zouden de verantwoordelijkheid moeten nemen om bij hun beslissingen duidelijke criteria aan te houden, in plaats van zich te laten leiden door ophef in de media. En moskeebesturen hebben de vrijheid om hun eigen evenementen met al dan niet controversiële sprekers te organiseren, maar dienen ook hun verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van de maatschappij door spanningen niet nog verder te laten oplopen en te voorkomen dat jongeren radicaliseren. Alleen dan zullen we als maatschappij in staat zijn om op volwassen wijze met deze kwesties om te gaan.