De kersverse GroenLinks-leider Jesse Klaver verklaarde in zijn eerste persconferentie van dinsdag 12 mei de oorlog aan het ‘economisme’; het reduceren van maatschappelijke kwesties tot economische problemen. In de woorden van Klaver: “Elk aspect van onze samenleving is teruggebracht tot een simpele rekensom, terwijl er zoveel belangrijkere zaken zijn. Rechtvaardigheid, bijvoorbeeld, en duurzaamheid. En niet te vergeten: compassie.”
Na het horen van deze woorden van Klaver, dacht ik: waar heb ik dat verhaal van Klaver toch eerder gehoord? Na even speuren kwam ik uit bij de CDA-commissie ‘Nieuwe woorden, nieuwe beelden’ (2012) onder leiding van Jacobine Geel. In hun woorden: “Het CDA wil ruimte maken om het behalve over de kosten ook weer te hebben over wat van waarde is.” Ogenschijnlijk onbewust voert Klaver een christen-democratische strijd tegen het economisme. Een strijd, gedreven vanuit waarden als ‘rentmeesterschap’.
Jesse Klaver had niet kunnen vermoeden dat zijn speech impliciet zoveel christen-democratische elementen bevatte. Juist het mens- en wereldbeeld van het CDA is doordrenkt van het streven naar een balans tussen ‘welvaart’ en ‘welzijn’ of een balans tussen ‘geluk op korte termijn en op lange termijn’. Klaveriaans strijden tegen economisme klinkt oppervlakkig en als holle retoriek als het niet doordrenkt is van een authentieke, onderliggende visie op mens en maatschappij en bijbehorende waarden.
In de woorden van de commissie-Geel:
“Het CDA is een partij van en voor mensen die zich willen laten raken door wat er om hen heen gebeurt. Zij zijn met ontferming bewogen en willen vanuit die bewogenheid hun bijdrage leveren aan een betere wereld, in humaan opzicht, en als het gaat om natuur en milieu. De wereld én de aarde gaan hen aan het hart.”
Herkenbaar, Jesse?
Deze waarde gedreven christen-democratische kijk op de wereld komt niet uit de lucht vallen, maar kent een aantal bronnen – vooral van levensbeschouwelijke en spirituele aard – en een ontegenzeglijke neiging tot ‘zingeving’. Dat is niet uniek voor CDA’ers; miljoenen Nederlanders laten zich typeren als ‘gelovig’, ‘spiritueel’ of ‘multireligieus’.
Zij willen dat hun leven en dat van anderen betekenis heeft, zin heeft én geeft. Voor nu en voor later. Het vinden van de juiste bewoordingen aan een abstract en onaantastbaar begrip als ‘zingeving’ is lastig, zo niet onmogelijk. Het program van uitgangspunten van het CDA bevat mijns inziens daartoe een goede poging wanneer de vier klassieke uitgangspunten van het CDA worden toegelicht: gespreide verantwoordelijkheid, rentmeesterschap, publieke gerechtigheid en solidariteit.
Zo’n uitgangspunt als ‘rentmeesterschap’ klinkt niet meer van deze tijd, maar is juist moderner dan ooit tevoren. Voor mij betekent dat wij als mensheid de verantwoordelijkheid en morele plicht hebben om deze aarde beter achter te laten dan we deze hebben aangetroffen bij onze geboorte. Wij zijn slechts tijdelijke bewoners van de planeet aarde en daarmee per definitie ‘gasten’ en dus alles behalve ‘eigenaren’.
Dat wij in het dierenrijk toevallig bovenaan de voedselketen staan, betekent niet dat wij het recht hebben om de planeet leeg te roven en haar egoïstisch te ontdoen van natuurlijke hulpbronnen. Daarom behoort in ons macro- en micro-economisch doen en laten duurzaamheid en het vinden van een evenwichtige balans tussen economie en ecologie het uitgangspunt te zijn. En ja, dat vraagt ook om de erkenning dat de mens zich nóg meer moet bekommeren om het welzijn van dieren – onze medeschepselen. Ook als dat juist geld kost.
Zo’n klassiek en typisch christendemocratisch uitgangspunt als ‘rentmeesterschap’ vormt één van de bouwstenen voor een sociaaleconomisch model als het ‘Rijnlands Model’. Het Rijnlands Model richt zich, anders dan het door Klaver gehekelde Angelsaksische kapitalistische model, op sociale vooruitgang en economische waardencreatie op de lange termijn.
Daar waar liberalen blind varen op de vrije markt als panacee voor alle maatschappelijke problemen en sociaaldemocraten de overheid zien als een continu interveniërende geluksmachine, zien christendemocraten en aanhangers van het Rijnlands Model dat burgers, maatschappelijke organisaties, maatschappelijk verantwoorde bedrijven en andere ‘bezielde verbanden tussen mensen’ vanuit hun intrinsieke motivatie als enigen in staat zijn op duurzaam geluk te realiseren. Of zoals CDA’ers zeggen: “ieder mens is van waarde en komt ieder mens pas echt tot zijn recht in relatie tot anderen”. Vanuit dat gedachtegoed streven christendemocraten dan ook naar een betekenisvolle en waarde gedreven economie vanuit Rijnlands perspectief.
Klaver gaat voort op de weg die zijn voorganger Femke Halsema eens insloeg toen zij in 2008 moedig ter strijde trok tegen de ‘consumptiemaatschappij’ en pleitte voor ‘consuminderen’. Hoe sympathiek haar pleidooi ook was, Halsema was daarin alles behalve effectief. Onder meer door het ontbreken van de essentiële diepgang en morele ankerpunten om succesvol een dergelijke appèl te kunnen doen op landgenoten. Iets waar het CDA decennialang wél in is geslaagd en weldra opnieuw in zal slagen.
Als christen-democraat nodig ik Klaver en zijn volgelingen dan ook graag uit de oppervlakkige, linkse klaagzang tegen het economisme in te ruilen voor een diepgaande, waarde gedreven mens- en maatschappijvisie als de christen-democratie. En wellicht kunnen we dan eens samen optrekken om ‘Nederland duurzaam te veranderen’.