Begin dit jaar begon de BTW-harmonisering die de Europese lidstaten jaren geleden hadden afgesproken. Opeens bleken ondernemers in digitale producten veel meer administratie te moeten bijhouden dan eerst, omdat ze voortaan BTW moeten betalen volgens het tarief van het land waar hun klant zich bevindt. Het gevolg is voorspelbaar: ondernemers hebben voortaan rekening te houden met tientallen tarieven waar dat er voorheen maar eentje was.
Dit was allemaal bedoeld om belastingconcurrentie te voorkomen en een stap verder te zetten in de richting van het grote Europese project: een markt die hetzelfde werkt voor iedereen. Maar of het echt zo werkt, is twijfelachtig om de reden dat er nog steeds geen gelijk speelveld is: voor grote ondernemingen is de maatregel wel op te vangen, maar voor een freelancer die een paar honderd e-books per jaar verkoopt niet. Zie hier de voorkeur van de EU om te kijken naar grote bedrijven: het MKB schiet erbij in.
Als maatregelen in Nederland worden genomen is het duidelijk waar deze vandaan komen: uit Den Haag waar het kabinet voorstellen doet en er een meerderheid voor vindt in de Tweede en de Eerste Kamer. Iedereen is relatief gemakkelijk aanspreekbaar: de namen en partijen zijn bekend, de procedures zijn eenvoudig en het is via de media en via persoonlijke communicatie relatief gemakkelijk om zaken aan de orde te stellen. Het is niet bepaald zeker dat ongewenste maatregelen terug te draaien zijn, maar als burger kun je wel een poging wagen.
Hoe zit dat in Europa? Allereerst moet je goed juridisch onderlegd zijn om de verdragen te begrijpen en te weten welke procedure er exact wordt gehanteerd. Er zijn meerdere procedures die door de tijd veranderd zijn en per beleidsterrein verschillen. Ze worden niet altijd even eenvoudig opgeschreven. Het gaat bovendien om lange termijnprocessen. De BTW-maatregelen die dit jaar ingevoerd werden kennen hun oorsprong in 2008. Niet alle woordvoerders op alle dossiers spreken Nederlands of Engels en het aantal betrokkenen is immens. Niet alle betrokkenen – zoals werkgeversclub VNO-NCW – zijn verplicht zich publiekelijk te verantwoorden.
Voor burgers is het uitzoeken van dit alles een hels karwei. De media helpen hen echter niet. Internetondernemer Durk Kooistra dook in deze materie en hoopte dat de media hem een klein beetje zouden helpen, al was het maar met aandacht voor dit dossier. Kooistra mailde alle journalisten die hij maar kon vinden. Er kwam geen reactie of een afwijzing: het was te ingewikkeld, het was iemands specialisme niet of de freelancer dacht er geen enkel medium voor te kunnen interesseren. Zo bleef het stil rond de BTW-regels en kwam er geen enkel debat.
Volgens VNO-NCW is het probleem voor kleine ondernemers in dit geval in alle lidstaten hetzelfde. In een volwaardige Europese democratie zou je dan verwachten dat er op Europees niveau daarom wel media-aandacht is. Maar nee: de nieuwe site politico.eu over Europese politiek, publiceert wel over de digitale agenda van de Europese Commissie, maar zij zoeken niet alle onderdelen van die agenda uit. Ook een dergelijke specialistische website vindt deze BTW-regels te klein en te gedetailleerd.
VNO-NCW zit nog steeds op dit dossier en wil een omzetdrempel. Internetondernemer Durk Kooistra wil deze BTW-regels liever helemaal niet, maar realistisch gezien is daar geen kans meer op. Daaromn is de omzetdrempel ook volgens hem een goed idee. De Europese Commissie wil die nu alsnog invoeren, maar daarvoor moeten eerst alle lidstaten instemmen. Hoe lang dat gaat duren is niet duidelijk. VNO-NCW wil dat Nederland daarop vooruitloopt en denkt dat de afspraken daar ruimte voor bieden. Uit het antwoord op de Kamervragen van Ed Groot (PvdA) blijkt dat de minister dat anders ziet.
In het geval van de BTW-regels zijn de verantwoordelijken uiteindelijk wel aan te wijzen: de Tweede Kamer kan de regering naar huis sturen als een minister tijdens onderhandelingen in Brussel instemt met ongewenste regels. Maar dan moet de Kamer dat wel controleren en ook op ‘onbelangrijke dossiers’ haar tanden laten zien. Dat durft de Kamer niet, of ze is er te lui voor. En dus sluipen er heel veel regels ongemerkt doorheen en komt er steeds meer Europa. Een Europa waarin voor burgers niet meer duidelijk is wie er voor hen beslissingen hebben genomen.
Wat zeggen mensen die meer macht naar Europa willen brengen? Zij zeggen dat ze graag bestuurd willen worden door dit technocratische systeem waarvan op voorhand duidelijk is dat burgers er nauwelijks invloed op kunnen uitoefenen. De burger staat op afstand en ondertussen bepalen ambtenaren, diplomaten en politici hoe de regels eruit gaan zien. Als de burger klaagt, stellen Kamerleden wat laffe vragen in de hoop in de toekomst stemmen te winnen. Maar die veranderen in wezen niets. Hoe lang het nog duurt voordat de bureaucratische ellende in dit geval is opgelost, is ongewis.
De komende jaren zullen er nog heel vaak ongemerkt regels uit Brussel over ons uit worden gestort.
Dit is het laatste deel van een zesdelige serie over Last van Europa. Heeft u ook last van Europees beleid? Meld het via [email protected].