Nederlandse koeien poepen te veel, dat weten we al langer. Vooruitlopend op de afschaffing van het melkquotum breidde de Nederlandse melkveehouderij echter zó sterk uit dat de hoeveelheid poep nu de spuigaten uitloopt. Ingrijpen door Europa dreigt en staatssecretaris Sharon Dijksma bezint zich op maatregelen.
In de jaren 90 stelde de Europese Unie via de nitraatrichtlijn een maximum aan de hoeveelheid mest die de EU-landen mogen produceren. Doel was te voorkomen dat er teveel fosfaat en nitraat in het milieu komt en het grondwater vervuilt. Nederland wist in Brussel echter een uitzondering te bedingen en mag – onder voorwaarden – meer mest uitrijden.
Terwijl de varkens- en pluimveehouderij stabiel zijn, groeit de melkveehouderij in Nederland enorm. Veel bedrijven namen in de laatste jaren al een voorschot op de afschaffing van het melkquotum en bouwden nieuwe stallen of gingen ondanks de Europese boete op overproductie meer produceren. Meer melk betekent echter: meer dieren en meer poep!
Nu blijkt dat Nederland binnenkort meer fosfaat gaat produceren dan de 172,9 miljoen kilo per jaar die met Europa is afgesproken. Die overschrijding komt volledig voor rekening van de melkveehouderij die de norm het afgelopen jaar al overschreed. Ingrijpen door de regering is dan ook onvermijdelijk. Het is immers niet aannemelijk dat een bedrijfstak die zó onverantwoord uitbreidde en die daar nog steeds mee bezig is, binnen een maand kan garanderen het probleem zelf op te lossen, zoals Dijksma vraagt.
De staatssecretaris denkt nu na over drie mogelijkheden. Zo overweegt ze het aantal koeien dat een boer mag houden te beperken. Een andere optie is een maximum hoeveelheid fosfaat die een bedrijf mag produceren en de derde mogelijkheid is het maximeren van de melkproductie per bedrijf of per dier. Ik hoop van harte dat de regering de durf heeft voor die laatste optie te kiezen.
De hoge melkgift van de moderne koe zorgt immers voor veel gezondheids- en welzijnsproblemen. Om maar meer melk te produceren houden steeds meer boeren (nu al zo’n 30 procent) hun koeien altijd binnen. De vloeren in de stal zijn vaak glad en hard, maken het de koeien soms moeilijk normaal te lopen en veroorzaken veel pootproblemen.
De koeien zelf zijn tegenwoordig speciaal gefokt om zoveel mogelijk melk te geven. Terwijl een gemiddelde koe in 1950 nog bijna 4.000 liter melk per jaar gaf is dat cijfer nu al opgelopen naar zo’n 8.000 liter. Ook die praktijk vraagt zijn tol. Het wetenschappelijk panel van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA concludeerde zelfs dat de fokkerij voor hoge melkgift de belangrijkste oorzaak is voor gezondheids- en welzijnsproblemen bij koeien. De wetenschappers melden zo een verhoogde kans op kreupelheid, op uierontsteking, op onvruchtbaarheid en op stofwisselingsstoornissen.
En iedereen die met een beetje aandacht kijkt naar de dieren in de wei heeft wel eens koeien gezien die door hun overvolle uiers nauwelijks normaal kunnen lopen, of die er uitgemergeld uitzien. Al hun energie gaat naar de productie van melk. Melkkoeien zijn de topsporters van de veehouderij.
Ondanks het gejuich van melkveehouders die het eind van het melkquotum als een bevrijding vierden, zijn de problemen in de melkveehouderij groot. Het welzijn en de gezondheid van de dieren staan onder grote druk en de vervuiling neemt almaar toe. De huidige situatie biedt de staatssecretaris echter de mogelijkheid met een moedig besluit twee vliegen in één klap te slaan. Door de melkproductie per dier te beperken kan het mestoverschot worden teruggedrongen en de gezondheid en het welzijn van de koeien worden verbeterd.
Geert Laugs is Directeur Compassion in World Farming Nederland.