Er zijn momenten dat Herman den Blijker niet op tv is, maar écht lang duurt dat nooit. In de zomer zal de Rotterdamse kok weer met Martijn Krabbé te bewonderen zijn op RTL4. Vanaf morgen doet het nieuwe, inderdaad behoorlijk komische duo nader onderzoek naar de kunst van het barbecueën. Grillmasters heet het en de beste bbq-ers krijgen een prijs. En daarom: wat vindt Herman den Blijker van…
…kinderen
“Een tweede kind? Matz is heel sociaal, maar ik zou als vader niet weten hoe ik mijn aandacht moet verdelen. Ik ben ook bang dat ik misschien de ene leuker vind dan de andere. Weet je, ik kon eigenlijk helemaal geen kinderen krijgen. Godsonmogelijk, zeiden de artsen. Zeker voor Jacqueline kwam dat best hard aan. Je gaat echt door een soort verwerkingsproces.”
Ad.nl, 2015
…zakendoen
“Als ik ga plannen en berekenen, word ik heel zenuwachtig. Bij mij gaat het zo: ik krijg deze locatie aangeboden en ga vervolgens verzinnen dat het nóg groter moet. En dan bedenk ik: we doen alleen vis. Ik kan ook bedenken dat het al tien jaar een bouwput is. Zoveel personeel, gaat dat wel werken, met die omzet? Maar als ik zo denk, zit ik met mijn kop in een bankschroef. Dan krijg ik niks voor elkaar. Ik ga liever goed op mijn bek om daarna het licht te zien en opnieuw te beginnen. Natuurlijk hoop ik dat ik het meest dramatische voor ben. Maar ik kan me goed aanpassen aan de omstandigheden. Ik kan erg genieten van luxe en van een auto die lekker zoeft, maar eigenlijk maakt het me ook niets uit om in een eend te zitten.”
…afvallen
“Ik dacht op een gegeven moment: als ik zo doorleef, ben ik straks 65 en vragen ze hem: is dat je opa in die rolstoel? Ik ben 25 kilo afgevallen(…)De knop moest echt om. Ik ben een junk. Want eigenlijk heb ik nu een volgende afspraak, maar ik blijf langer zitten en ik vreet gewoon die verse mayonaise, die mosselen en boter. Ik hou van aardappelen, van vet gemarmerd vlees, van gevogelte met een mooie krokante huid. Nadeel is dat ik geen maatgevoel heb en tot het eindje wil. Dat is standaard. Ik wil tot mijn grens.”
NCRV Gids, 2010
…school
“Op school wilde het met mij niet lukken. Ik heb zes klassen lagere school en daarna allerlei middelbare scholen geprobeerd, maar nee… Toen moest ik aan het werk en ben ik op mijn veertiende bij Van der Valk beland. Tongetjes bakken. En dat beviel me, vervolgens heb ik in allerlei Rotterdamse zaken in de keuken gewerkt.”
…werken
‘Mijn eerste sollicitatie was in Grande Duc, een van de eerste bistro’s in Rotterdam. Ik was een jaar of 16 en wist dat de chef-kok me bij de sollicitatie dingen over gerechten zou vragen, dus al die informatie ben ik gaan opzoeken en uit mijn hoofd gaan leren. Maar ik was zo zenuwachtig dat alles fout ging. Vroeg hij: “Wat is gazpacho?”, antwoordde ik “Komkommersoep”. Een drama. Omdat hij zag dat ik veel wilde leren, ben ik toch aangenomen.”
…ondernemen
“Dat ik voor mezelf ben begonnen was toevallig. Toen ik 24 was, zat er een man te eten in het restaurant waar ik werkte die zei: “Joh, ik heb centjes over, ik wil een visrestaurant beginnen in Scheveningen. Doe je mee?”. Dat leek me wel wat. Achteraf gezien niet zo’n handige zet, want we hebben zakelijk nooit iets op papier vastgelegd. Dat is behoorlijk misgegaan. Al snel zijn we na een hoop irritaties met ruzie uit elkaar gegaan.”
Kokswereld, 2006
…Van der Valk
“Toen ik een jaar of vijftien was ging ik bij Van der Valk werken in Plaswijk. Eerst in de bediening met een jasje en overhemd van mijn vader, veel te groot natuurlijk. Bakjes groenten en gebakken aardappelen op tafel zetten bij al die bejaarde mensen. Wel gezellig. Maar wat ik vooral graag deed was biefstukken en frieten eten als personeelseten. Dat was thuis wel anders, dit was heel luxe. In de keuken leerde ik tongetjes fileren. Daarna aan de slag in Formentor, toen een bekende zaak aan de Rotterdamse plas. Perzische tapijtjes, spiegeltjes en een glas met een roos op tafel. Veel tafelbereidingen. We hadden een patrijspoort als plank en daarop legden we dan garnalen, gerookte paling, zalm, schelpen, augurkjes, uienringen. Vonden de gasten mooi. Huzarensalade op het terras, biefstuk Stroganoff, tong Picasso. De Oostenrijkse chef dronk zich ’s morgens altijd even in met jenever en bier.”
De buik van Rotterdam, 2012
…zijn karakter
“Ik ben gevoelig voor hoe mensen acteren. Hoe ze je aankijken, hoe ze voelen als ze een hand geven. Ik ben heel erg gericht op mijn handen. Als kind al, in musea wilde ik overal aanzitten. Je ziet het ook aan hoe ik het liefst eet: met mijn handen. Ik vaar op mijn intuïtie en als ik ergens geen zin in heb, dan doe ik het niet. Mijn leven is redelijk in balans, juist omdat ik op die manier leef. Ik heb geen plan, ik word niet beperkt doordat ik te veel in mijn hoofd zit. Ik doe!”
…van restaurants runnen
“Ik begon in een periode dat het allemaal heel makkelijk liep. Nu is het aanbod van restaurants een stuk groter en vissen we allemaal in dezelfde vijver. De prijzen staan dus onder druk. Mensen onderschatten het vaak, denken: voor zo’n visje of zo’n biefstukje vragen ze in een restaurant tig keer de inkoopprijs. Makkelijk verdienen, hoor! Maar zo werkt het niet. Restaurants zijn werkhuizen, het is marginale handel. Het is keihard werken om mensen binnen te houden. Je moet luisteren naar je klanten, ze serieus nemen en iets met hun kritiek doen. Alleen op die manier kun je het beste uit je restaurant halen.”
Libelle, 2011