“En als je vindt dat de integratie van moslims in Nederland uiteindelijk niet lukt, dan ga je toch naar een andere plek waar je beter tot je recht komt?”, zo beschreef de Hilversummer Abou Hafs, die al meer dan 30 jaar in de omroepstad woont, het onverhoopte einde van zijn gisteren aan het publiek gepresenteerde initiatief ‘Duurzaam Islamitisch Activisme‘.
Het verhoopte einde zou de geslaagde integratie van moslims in Nederland zijn, waarbij Abou Hafs evenwel aantekende dat dit succes afhing van de houding van de ‘autochtonen’. Bij hen ligt de bewijslast. Zij zijn immers de oorzaak van het falen van ‘de integratie’. “Wat weten autochtonen nu van de islam?”, zo luidde Abou Hafs’ retorische vraag, waarmee hij al stevig de toon zette.
Het waren heldere stellingen waar de geringbaarde en van bijpassend, bassende-stem-voorziene nieuwe voorman van ‘Bewust Moslim’ mee kwam. En hij is ambitieus, want toen hem gevraagd werd hoe hij zijn nieuwe organisatie zag ten opzichte van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), dat al jaren behendig opereert en waarvan de naam van voorman en woordvoerder Yassin Elforkani zorgvuldig gemeden werd, verklaarde hij onomwonden de concurrentie met voornoemde organisatie graag te willen aangaan.
Als zijn missie slaagt, zullen we Abou Hafs regelmatig op tv zien staan naast de minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher.
Hafs sprak van een objectieve wet die voor iedereen geldt en waarbinnen hij als rechtgeaarde democraat wil opereren. Hij doet dat onder het acroniem ‘dawaa’, wat in het Arabisch ‘medicijn’ betekent en niet te verwarren zou moeten zijn met de Arabische term ‘da’wa’, wat zoveel als missie betekent.
Ik kon me echter niet aan de indruk onttrekken dat Abou Hafs zich niet bewust was van de klankovereenkomst in beide woorden en dat hij eigenlijk ook een missionaire agenda heeft. Hoe dan ook, hij destilleerde uit de term dawaa de D van dialoog, de A van actie voeren en (ongetwijfeld middels een onnavolgbaar concept) de O van onderhandelen. Met die drie tactieken die, aldus Hafs, de democratie aanreikten, moet gestreden worden tegen ‘subjectieve grenzen’ waarmee de moslims in de Lage Landen worstelen.
Wat nu die subjectieve grenzen waren bleef wat mij betreft in nevelen gehuld. Ik vroeg tijdens de vraag-en-antwoordsessie na het gloedvolle betoog van de nieuwe moslimvoorman wat nu precies zijn agenda is? Gaat het om een specifiek programma van bijvoorbeeld meer islamitische scholen of moslimfeestdagen als nationale feestdagen, of is het programma succesvol als de autochtonen zoals ik ook geïntegreerd zijn?
Het ging hem, zo beantwoordde hij mij, vooral om de definitieve emancipatie van moslims hier te lande en hij vergeleek zijn missie met de emancipatie van arbeiders middels hun vakbonden indertijd en die van vrouwen in een recentere tijd. Grappig genoeg vermeed hij te verwijzen naar de emancipatie van homoseksuelen, ook een beweging om een voorbeeld aan te nemen.
Het waren mooie woorden maar weinig concreet. Toch gaf Hafs, wellicht onbedoeld, een voorbeeld van actievoeren. Hij stelde dat het zo kon zijn dat er op een middelbare school in Amsterdam met een meerderheid aan moslimleerlingen actie gevoerd zou kunnen worden door massaal op het schoolplein te gaan bidden. Waarvoor zei hij er niet bij, maar ik kan me zo voorstellen dat het activisme van Hafs de nodige reuring in het land zal gaat veroorzaken.
Kritisch zal ik Hafs blijven volgen. Hoe gaat hij zijn initiatief verder ontwikkelen? Wie gaat hij vertegenwoordigen? Spreekt zijn initiatief moslims hier aan? Zoekt hij het debat of de confrontatie met zijn medemoslims? Hoe gaat hij met de pers om? Er waren nogal wat journalisten in de zaal die desgevraagd vertelden al te vaak op de deur van Hafs te hebben geklopt maar dat deze niet thuis gaf. Hafs ‘herinnerde zich dat niet’.
De komende tijd zal hij meer journalisten dan hem lief is over de vloer krijgen – De Telegraaf beloofde hem die avond een paginagroot interview – en hij zal er volgens mij moeite mee hebben zijn enigszins autoritaire aard aan de kant te zetten om daadwerkelijk het debat aan te gaan.
Maar ik vind het een geweldig initiatief, precies wat ons land nodig heeft. Laat de democratische moslim-stem zich maar horen, gooi het debat open. Het was een waarlijk Nederlandse avond met bloemen (geen flesje wijn) voor de sprekers en een zalvend woord van burgemeester Pieter Broertjes, die natuurlijk boven alle partijen stond, openlijk bewaakt overigens door twee politieagenten. Dat dan weer wel.