In het Disneyland van Partij voor de Dieren zijn alle jagers sadisten

15-06-2015 12:41

De Partij voor de Dieren is voor mij heel lang een soort tweede keus geweest. Als ik naar het stemlokaal ging, waren de dierenvrienden mijn back-up. In het geval van complete moedeloosheid over de rabiate anti-intellectuelen van de grootste partij des vaderlands, het fundamentalisme van een zekere groep christenbroeders of het blauwdrukutopisme van de Partij voor Rutger Bregmanoïden (D66), zou ik altijd nog Partij voor de Dieren kunnen stemmen. Dan hadden de dieren het wellicht beter. Ik ben nogal een dierenvriend, moet u weten. 

Ik denk dat traditie een niet te negeren wenk van het verleden is, maar dat wil niet zeggen dat alle praktijken gerechtvaardigd kunnen worden ‘omdat het vroeger ook zo ging’. Omdat ik geloof in beschaving en denk dat de mens daarin een bepaalde verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van dieren, ben ik blij dat wilde dieren inmiddels verboden worden in circussen.

Hunting or to be hunted

Al lastiger is het bijvoorbeeld met dierentuinen. Min of meer van hetzelfde laken een pak. Dieren ter leering ende vermaeck in kooien houden, zodat krijsende kinderen met hun al even hysterische ouders naar een leeuw kunnen wijzen. Dat soort luidruchtige mensen is evengoed fair game als die leeuw honderd jaar geleden. Voor de zogenaamde ‘educatieve waarde’ kijken ze maar lekker naar National Geographic, bij voorkeur met mild fascistisch commentaar als *donkere mannenstem* “hunting or to be hunted”.
Tegelijkertijd helpen dierentuinen in Nederland bepaalde dierensoorten te beschermen en stellen zij hun voortbestaan als soort veilig. Zo gemakkelijk is het dus niet.

De Partij voor de Dieren is tegen circus- en dierentuindieren. Net zoals ze tegen het houden en gebruiken van pelsdieren zijn. En daar scheiden onze wegen, omdat hun argument niet deugt. Ik vind pelsdieren doden om hun modische eigenschappen vergelijkbaar met een oerbos kappen omdat de bomen het uitzicht vanaf de veranda belemmeren. Het is immoreel decadent.

‘De Partij voor de Dieren ziet een ongelijke strijd tussen mens en dier, een corrupte machtsrelatie tussen de bloeddorstige jager en zijn nobele prooi’

Kortzichtig ageren en framen

Maar dan komt het ‘als wij het niet doen, doen anderen het’-argument om de hoek kijken. Voor mensen die vinden dat dat een drogreden is: kennelijk is het dus beter om pelsdieren levend te villen in bijvoorbeeld China, dan dat Nederlandse boeren die dieren in oneindig betere leefomstandigheden houden voor een markt die toch wel bestaat, ook al ben je er enorm tegen.

Dat laatste is iets wat de Partij voor de Dieren liever niet wil weten. En dat zegt iets over die partij. Kortzichtig ageren en framen zit hen in het bloed. Vermoedelijk omdat ze meer een hekel hebben aan mensen dan dat ze dieren liefhebben.

Loepzuivere contradicties

Daarover gesproken: de PvdD heeft iets tegen jagers. Daar zijn een miljoen redenen voor te bedenken, maar samengenomen leveren ze loepzuivere contradicties op. Als je partij biologisch vlees promoot, moet je lekker campagnes voeren tegen megastallen. Maar doe niet alsof jagers erop uit zijn dieren op de meest gruwelijke manier denkbaar te doden voor hun plezier. Dat doet de Partij voor de Dieren wel. Met het kulargument dat jagers die de dierstand beheren en dieren schieten ter consumptie (biologischer vlees is nauwelijks denkbaar), dat allemaal doen omdat ze op zaterdag liever dierenbeulen dan naar voetballend kroost kijken. Het frame heet ‘plezierjacht’.

‘Jagen levert ongetwijfeld plezier op, het wakkert een bestemd oergevoel aan dat ons terugbrengt tot onze soort’

Jagen levert ongetwijfeld plezier op, het wakkert een bestemd oergevoel aan dat ons terugbrengt tot onze soort. Het is een act die de individuele mens absorbeert in het collectief van mensen die uiteindelijk zoveel met ons gemeen hebben. De filosoof Roger Scruton heeft daar schitterend over geschreven, bijvoorbeeld in On Hunting.

Bebloede pastorale idylle

Maar jacht is niet zomaar het doden van dieren om ons lekker decadent te laten ontsnappen aan een urbaan bestaan en dat te verruilen voor een bebloede pastorale idylle. Nee, voor dat soort romantische waanbeelden moeten we toch echt bij de Partij voor de Dieren zijn. Die ziet een ongelijke strijd tussen mens en dier, een corrupte machtsrelatie tussen de bloeddorstige jager en zijn nobele prooi. Bovendien denkt de Partij dat de natuur zichzelf wel redt. Want de natuur is stiekem beter dan wij. ‘Zuiverder’ lijkt me een term die ze op hun burelen bezigen.

‘Als jagers de konijnenstand niet beheren heeft dat dezelfde gevolgen als een ebolapatiënt tot arts bevorderen’

Het is stadse romantiek. Het zijn waanbeelden met consequenties die niet te verenigen zijn met de de dierenliefde die zij zo hoog in het vaandel hebben (en dat hebben ze echt, dat lijdt geen twijfel). Als jagers de konijnenstand niet beheren heeft dat dezelfde gevolgen als een ebolapatiënt tot arts bevorderen. De populatie wordt ziek.

Plezierslagers

Ik houd van dieren, dus ik vind konijnen – die, zoals u weet, fokken als hun soortnaam – met myxomatose vreselijk. Net als paarden en runderen die sterven van de honger in de Oostvaardersplassen. (Wie roept ‘bijvoeren!’, moet even nadenken over wat dat doet met de omvang van de populaties en dat inpassen in de ruimte die ze tot hun beschikking hebben.) Deze dieren afschieten ‘plezierjacht’ noemen is net zo ridicuul als spreken over ‘plezierslagers’.

Er zijn vele walgelijke manieren van jagen. Strikken en klemmen zijn in Nederland en grote delen van Europa niet voor niets verboden. Maar kundig een dier afschieten behoort niet tot die categorie. Daarom is het goed dat het kabinet de jagers tegemoet komt in zijn nieuwe voorstel. Het doet de jagers meer recht want ook de meeste jagers zijn warm voorstanders van een goed natuurbeleid. Ook al hebben ze daar plezier in.

Natuur als Disneyland

De Partij voor de Dieren ziet de natuur het liefst als een Disneyland. Jagen op jagers is gerechtvaardigd vanwege het frame dat jagers enkel en alleen voor hun plezier dieren doden. Dat is nonsens en dat weet de Partij voor de Dieren zelf ook wel. Plezier of een zekere voldaanheid is een gevolg van jacht, ongetwijfeld, maar het is niet de hoofdreden waarom gejaagd wordt.

Uiteindelijk heeft de Partij voor de Dieren vooral iets tegen de mensen die jagen, maar daarmee bewijzen de dieren geen dienst. En dat is het probleem met de Partij voor de Dieren: een hekel hebben aan mensen is prima, maar wees wat selectiever want dan helpt het de dieren.