Nederland en Marokko hebben nog steeds geen akkoord bereikt over het aanpassen van het sociale zekerheidsverdrag tussen beide landen. Dat schrijft minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Begin mei had Asscher nog de verwachting uitgesproken binnen enkele weken een akkoord te kunnen presenteren.
“Op dit moment zijn de onderhandelingen met Marokko nog niet afgerond. Partijen hebben meer tijd nodig dan oorspronkelijk voorzien. In de besprekingen is wel voortgang geboekt. Ik heb dan ook nog steeds de verwachting dat ik overeenstemming kan bereiken”, schrijft Asscher.
In mei maakten Nederland en Marokko in een gezamenlijke verklaring bekend dat in ieder geval de opname van Marokkaanse illegalen vanuit Nederland weer zou worden hervat. Marokko had geweigerd nog langer illegalen terug te nemen in reactie op het dreigement van Asscher om het sociale zekerheidsverdrag op te zeggen. In mei waren de landen overeengekomen die opzegging op de schorten en Asscher vraagt de Kamer nu die opschorting nog wat te verlengen.
Belangrijkste wijziging in het verdrag zou de invoering van het woonlandbeginsel moeten zijn. Iemand kan zijn uitkering dan wel nog meenemen naar Marokko, maar die zal dan aangepast worden aan het prijspeil daar. Dit gebeurt in principe met alle uitkeringen die worden meegenomen buiten de EU. Nu schrijft Asscher aan de Kamer dat “het toepassen van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid op het kindgebonden budget voor gerechtigden woonachtig in Marokko de rechterlijke toets niet kan doorstaan. Dit betekent dat op basis van het huidige verdrag het woonlandbeginsel ook niet op het kindgebonden budget in Marokko kan worden toegepast.”