Ze had er een extra kleurige rok voor aangetrokken. De Amsterdamse D66-wethouder Simone Kukenheim bezocht zaterdag de Gay Pride in Riga, de hoofdstad van Letland. Ze deed dat samen met de algemeen directeur en ‘de LHBTI-directeur’ van Gay Pride Amsterdam. Ook D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld was erbij. Er demonstreerden zo’n vijfduizend mensen. De grote vraag is natuurlijk: wat deed D66 daar eigenlijk?
In Letland is het hard nodig een Gay Pride te organiseren, want de homorechten staan onder druk. Homo’s hebben last van vijandigheden, zitten in een sociaal isolement en de laatste Gay Pride – tien jaar geleden – ontaardde in ongeregeldheden. Opvallend dat juist Riga dit jaar de Euro Pride organiseerde, een internationaal roze evenement wat jaarlijks in een andere stad wordt gehouden. In 2016 is dat Amsterdam en daarom was Kukenheim alvast naar Riga gekomen.
Een sympathiek gebaar, maar niet voldoende verklaring voor een reisje van enkele duizenden euro’s. In heel Europa vinden sympathieke bijeenkomsten plaats voor onderdrukte groepen en als men alle Gay Prides in homo-onvriendelijke landen wil bezoeken blijft men aan de gang. Ook het feit dat Amsterdam het vervolg op het evenement in Riga gaat organiseren kan niet voldoende motivatie zijn voor de reis van de wethouder. In Amsterdam organiseert men zoveel.
We moeten dus voorbij deze oppervlakkige motieven kijken. Waarom gaat een Amsterdamse D66-wethouder naar een land waar werkelijk niemand interesse in heeft om mee te lopen met een mars waarvan er heel veel zijn met precies hetzelfde totaal onhaalbare doel?
De meest aantrekkelijke verklaring is dat het hier om homo’s gaat, de troeteldoelgroep van D66. Bij roze stemmers is D66 immers populair en dat moet zo blijven. Dat kan alleen door zichtbare dingen voor homo’s te doen. De mogelijkheden zijn in Nederland echter beperkt en daarom vormt Riga een mooie kans om het roze geluid te laten horen. D66 maakt zelfs vlaggetjes voor dit soort gelegenheden.
Of is er meer?
D66 had enige tijd “richtingwijzers”, een halfslachtige poging om uitgangspunten te formuleren. Laten we deze eens toepassen op de Gay Pride in Riga. D66 wil grondrechten koesteren maar noemt deze tegelijk “gedeelde waarden” terwijl homofobie juist een gedeelde waarde in Letland lijkt te zijn. Het homohuwelijk bestaat in dit land niet. Welke rechten en waarden moeten we nu koesteren in Riga? Kennelijk die van D66 en niet die van het land waar de mars plaatsvindt.
Een andere richtingwijzer luidt: “denk en handel internationaal”. D66 wil “pragmatisch zijn” en door internationale samenwerking werken aan minder oorlog en minder conflict. Maar de Gay Pride roept in Letland vooral conflict op. D66 wil bovendien volgens een andere richtingwijzer vertrouwen op “de eigen kracht van mensen”, want wat mensen zelf kunnen doen is “veel belangrijker en effectiever dan wat de overheid kan doen.” Toch hebben de homo’s uit Letland kennelijk ondersteuning nodig van een Amsterdamse wethouder.
Zo blijkt de D66-deelname aan deze Gay Pride uiterst ideologisch. D66 wil pragmatisch zijn, grondrechten beschermen en vertrouwen op de eigen kracht van mensen. Deze uitgangspunten leiden tot het accepteren van de positie van homo’s in Letland: dat is pragmatisch want je hoeft dan niets extra’s te doen, het is congruent met de grondrechten in Letland en in plaats van het sturen van Amsterdamse wethouders, vertrouwen we erop dat Letse homo’s er zelf voor kunnen zorgen dat hun positie verbetert. Ze organiseren al een Gay Pride en een Euro Pride, dus dat lukt al aardig zonder hulp van D66.
Maar zo werkt het volgens D66 dus niet. D66 wil hier haar eigen wereldbeeld verspreiden, of dat nou congruent is met de eigen “richtingwijzers” of niet. Niet zo gek dat die richtingwijzers online uiterst slecht vindbaar zijn.
In Blij met D66 gaat Chris Aalberts op zoek naar de essentie van D66. Beeld: Twitter Sophie in ’t Veld.