Bezint eer ge begint. Dat ging voor Napoleon op voor hij aan de slag begon die als ‘zijn Waterloo vinden’ een spreekwoord werd. Het je eerst bezinnen gaat ook op als je wat samenhangends wilt schrijven over zijn cavalerie. Er bestonden binnen en buiten Frankrijk nogal wat soorten in die tijd. Wat het een erg lang verhaal kan maken. Sowieso wat het Franse aandeel betreft. Dat bijvoorbeeld Le régiment de dragons de la Garde impériale kende. Ook bekend als dragons de l’Impératrice. Een hommage van de keizer aan zijn Joséphine. Opgericht in 1806 voerde dit organiek circa 1250 man tellende onderdeel vele charges uit voor hem en haar, om op die bloedig memorabele 18e juni 1815 met zo’n duizend man geïntegreerd in la deuxième division de cavalerie de la Garde onder bevel van maarschalk Ney deel te nemen aan diens niet door artillerie ondersteunde massale cavaleriecharge tegen Wellingtons centrum. Ney verloor vijf paarden onder hem tijdens de herhaalde pogingen om de Brits-Nederlandse infanterie in hun cavalerieaanval-bestendige vierkante carréslagordes te doorbreken. Wat onvoldoende lukte, en een reden werd -volgens sommigen zelfs de reden- waarom Napoleon de slag verloor.
De Franse cavalerie
Cuirassiers en carabiniers
Napoleons zwaarste cavalerie bestond uit regimenten cuirassiers en carabiniers à cheval. Beide herkenbaar aan hun metalen borstplaten en helmen. De Franse kurassiers personifiëerden met hun harnasoverblijfselen uit ridderlijke tijden de Franse cavalerie. Zo trokken ze in 1914 nog ten strijde. Napoleon richtte vijftien regimenten kurassiers en twee regimenten carabiniers op. Kurassiers vochten met lange rechte sabels, soms aangevuld met pistolen. Hoewel ze ook karabijnen kregen, wat ze geen recht stekend of houwend blank staal vonden, haalden ze daar vaak hun neus voor op. Carabiniers gebruikten aanvankelijk eveneens rechte sabels, en hadden bovendien musketten voor afgestegen gevechten. Nadien gebruikten ze gebogen sabels en meer bij hun naam passende karabijn musketvarianten. Vaak omschreven als ‘grote kerels op grote paarden’ waren deze zware regimenten de shock&awe blitzkrieg van de periode.
Ney’s charge (foto: wiki. Doek van Louis-Jules Dumoulin -upload van Blaue Max)
Dragons
De gehelmde dragonders vormden de middelzware cavalerie. Napoleon hield er dertig van dergelijke bereden infanterieregimenten op na. Vaak het mikpunt van spot onder ‘echte’ cavaleristen, moesten zij zowel te paard als lopend hun mannetje staan. Dragonders, als ‘jack of all trades, master of none’, deden het over het algemeen beter lopend met musket en bajonet dan gezadeld hun rechte cavaleriesabels hanterend.
Chasseur à cheval
Net als dragonders zowel inzetbaar als cavalerie als te voet, werden deze Chasseurs à cheval (Jagers te paard) als lichte cavalerie geklassificeerd. Helmloos en uitgerust met karabijnen en gebogen sabels was hun uitrusting lichter dan van dragonders. Minder kleurrijk en soberder ook, wat ze goedkoper maakten om uit te rusten. Onder Napoleon zagen 31 regimenten dienst.
Hussards
Van origine Hongaars, vormden huzaren in veel landen een elite binnen de (lichte) cavalerie. Of ze beschouwden zichzelf als elite. Iets waar wel meer eenheden last van hadden. Of hebben. Kleurrijk gekleed, en afgaande op Hollywood immer met hun jas als cape om de schouders gedrapeerd, waren ze met hun gebogen sabels, pistolen en soms karabijnen snelle beweeglijke eenheden voor ‘harde’ verkenning en hit&run acties. Frankrijk kende veertien regimenten Huzeren in Napoleons tijd.
Hussards (foto: wiki-Google Art Project. Doek van Edouard Detaille)
Lanciers
Ondanks hun klassificatie als lichte cavalerie, droeg een Franse Chevau-Legérs Lancier vaak een helm. De wapenuitrusting bestaande uit gebogen sabels en een mix van lansen, pistolen en karabijnen maakten deze lansiers geen lichtgewichten. Ook in actie niet. Voorafgaand aan Waterloo leden Brits-Nederlandse infanterieformaties bij Quatre Bras zware verliezen onder de shock&awe van Franse lansiers, waar tijdens Napoleons regeerperiode negen regimenten van dienst deden.
Beschrijving: ‘Le général de Colbert-Chabanais menant les lanciers rouges à la bataille de Waterloo’ (foto: wiki. Doek van Alphonse Lalauze -upload van Khozam)
Dat ‘pantserherkenning’ anno Napoleon geen sinecure was, tonen de jassen van de Franse kurassiers verder aan. Deze habit-surtout was aanvankelijk onhandig lang, en werd daarom in 1803 flink ingekort om desondanks in 1806 vervangen te worden door een habit-veste. Dit had het evenmin, en maakte in 1809 weer plaats voor een nieuwe habit-surtout. Nu zonder typerend gehoekte zakken, waardoor de uniformen van kurassierregimenten niet meer van elkaar te onderscheiden waren.
Zich onderscheiden hebben de kurassiers zich op het Waterloo-slagveld zeker wel. En niet alleen daar. Als kopiëren inderdaad een groot compliment is, is de Britse Household Cavalry er een uiting van. Hun borstplaten en helmen van Franse kurassiersnit kregen ze pas na Waterloo.
Meer over Napoleons strijdkrachten en Franse cavalerie bij napoleonistyka.atspace.com en de cavalerie-mirror ervan bij www.napulon.com. Ook Historiek weet meer over Waterloo en Napoleon.
Cuirassiers
Ney’s charge
Titelfoto: wiki-flickr. Dennis Jarvis’ Waterloo-panorama -detail met Wellington rechtsboven schuilend in een infanterie-square tijdens Franse cavalerieaanval