Vorige week heeft de Tweede Kamer een wijziging in de ‘algemene pensioenwet politieke ambtsdragers’ (in de wandelgangen APPA genoemd) met de vereiste tweederde meerderheid goedgekeurd. Doel van de wijziging is om de werkloosheidsregeling, of de wachtgeldregeling, voor politici te versoberen.
Politici vallen niet, zoals andere werknemers, onder de werkloosheidswet (WW) maar hebben een eigen regeling. Vanwege het riante karakter van de APPA en de grote verschillen met de WW, is er de voortdurende roep om versobering en harmonisatie met de WW. Verantwoordelijke minister Plasterk beoogt met deze wet een versobering tot stand te brengen in de regeling, en die te harmoniseren met de WW. Maar is er eigenlijk wel sprake van harmonisering? Blijft de nieuwe regeling niet veel rianter dan de WW, en blijven zodoende grote verschillen bestaan tussen ‘gewone mensen’ en politici?
Laten we om dat vast stellen eens uitgaan van een fictief Kamerlid. Hij heet Halbe Samsom. Laten we eens kijken wat Halbe aan uitkering zou ontvangen in respectievelijk de APPA-regeling en de WW. Een kamerlid verdient ongeveer 7.700 euro per maand (inclusief vakantiegeld). Dit is niet fictief, en voorwaar een goed inkomen. Maar welverdiend, want hij werkt er hard voor. Helaas voor hem valt het kabinet na twee jaar; er worden nieuwe verkiezingen gehouden. Halbe wordt niet herkozen. Hij was voor het eerst Kamerlid, dus hij is twee jaar in actieve dienst geweest.
Onder de APPA-regeling krijgt hij twee jaar lang een uitkering, want elk jaar als Kamerlid levert een jaar APPA-uitkering op, met een maximum van drie jaar en twee maanden. De uitkering ziet er als volgt uit:
– De eerste drie maanden ontvangt hij 80 procent van het laatstverdiende inkomen. 80 Procent van 7.700 euro is 6.160 euro per maand: voor drie maanden is dat 18.480 euro;
– De resterende 21 maanden ontvang hij 70 procent van het laatstverdiende inkomen. 70 Procent van 7.700 euro is 5.390 euro per maand: voor 21 maanden is dat 113.190 euro;
De totale uitkering voor Halbe onder de APPA-regeling is dus 18.480 + 113.190 = 131.670 euro.
Hoe zou het zijn als Halbe als werknemer onder de WW zou vallen? Dat plaatje ziet er als volgt uit:
– De eerste drie maanden ontvangt hij 75 procent van het laatstverdiende inkomen. Dat laatst verdiende inkomen is onder WW niet 7.700 maar 4.300 euro per maand. Dat is het maximuminkomen dat onder de WW wordt gehanteerd. Het bedrag dat Halbe ontvangt is 75 procent van 4.300 euro: 3.225 euro per maand. Het daadwerkelijke uitkeringspercentage van Halbe onder de WW is 42 procent van het laatstverdiende inkomen (3.225 euro op een loon van 7.700 euro);
– De resterende maanden ontvangt hij maandelijks 70 procent van de 4.300 euro. Echter niet over 21 maanden maar over twee maanden. Want in WW geldt: een jaar gewerkt is een maand uitkeringsrecht. Halbe heeft twee jaar gewerkt. Hij heeft dus recht op twee maanden uitkering: dat is 6.450 euro;
– Als werknemer kan Halbe tegen zijn ontslag bij de kantonrechter in beroep gaan. Als politicus kan dat niet: de kiezer bepaalt immers of Halbe wel of niet blijft. Standaard kent de kantonrechter voor elk gewerkt jaar een maandsalaris toe (de zogenaamde kantonrechtersformule) als ontslagvergoeding. Halbe heeft twee jaar gewerkt: 2 * 7.700 = 15.400 euro;
Halbe als werknemer ontvangt dus in totaal: 3.225 + 6.450 + 15.400= 25.075 euro.
Per saldo is Halbe Samsom over de periode van twee jaar als werkloos Kamerlid 106.595 euro beter af dan Halbe Samsom als gewoon werknemer. Hoezo geharmoniseerd?
Er zijn nog ander verschillen die in het voordeel van de politicus Halbe werken. Zoals gezegd is in de meest recente wetswijziging de duur van de uitkering onder der APPA verkort: de uitkeringsduur is gemaximeerd op 38 maanden. Dat was ook de maximale duur van de WW. Maar de duur van de WW is inmiddels verkort naar 24 maanden. Daarnaast is de opbouw van de uitkeringsduur ongewijzigd. Een jaar Kamerlid is een jaar uitkeringsrecht; bij de WW is een jaar werknemer een maand uitkeringsrecht. Hoezo geharmoniseerd?
Bovendien kan een Kamerlid vijf jaar vóór de pensioenleeftijd onder de APPA regeling feitelijk al met pensioen gaan. Onder de WW bestaat dat helemaal niet. Hoezo geharmoniseerd?
Een veel gehoord argument om de verschillen tussen de beide regelingen te rechtvaardigen, is de zorg dat goede politici anders zullen afhaken. Herkent u het argument ? Het is het argument dat ook door onze bankiers veelvuldig is gehanteerd ter rechtvaardiging van de bonussen. Ander argument is dat het bestaan van politicus onzeker is. Door de flexibilisering van de arbeidsmarkt geldt dat echter inmiddels ook ruimschoots voor de gewone werknemer.
Hoe we het wenden of keren: de versobering van de werkloosheidsuitkering (eufemistisch ‘wachtgeld’ genoemd), is een van een riante soberheid. Gelukkig dat politici inderdaad toch andere mensen zijn dan gewone mensen.
Marcel Beerman is politicoloog en organisatie-adviseur.