Het is heet, heel heet, deze keer bij de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Oosterpark in Amsterdam. Het podiumpje en een groot gedeelte van de zitplaatsen staan vol in de zon, dus de sprekers en het publiek wachten grotendeels in de schaduw van de bomen en bosjes rondom het indrukwekkende Nationaal monument slavernijverleden tot de herdenking aanvangt. Om even over twaalf is het zover en verzoekt de Grande Dame van het anti-Zwarte Piet activisme, Anousha Nzume, iedereen om plaats te nemen. Rechts van het beeld zitten de sprekers, bestuurders en politici. Links van het beeld het ‘gewone’ publiek. De voorste rij van die kant wordt geheel bezet door anti-Zwarte Piet activisten met de bekende shirts.
Nzume mag de herdenking aan elkaar praten en vindt dat zo’n grote eer, dat ze na een minuut al vol schiet wanneer ze dit kenbaar maakt. De herdenking wordt afgetrapt met een traditioneel plengoffer bij het monument. De spreekster in traditionele dracht die het offer brengt, memoreert de onmenselijkheid van de slavernij en spreekt iedereen aan op zijn verantwoordelijkheid om ook de effecten daarvan in het heden –racisme en uitsluiting – gezamenlijk te bestrijden. Ook vind ze dat “Nederland van haar historisch besef gereinigd moet worden”, al vrees ik dat dat niet helemaal hetgeen is dat ze bedoelde.
Dan is het de beurt aan de anti-Zwarte Piet activisten. Zij gaan met een man of tien – waaronder rapper Insayno – op het podium staan. Er volgt een hele lijst aanklachten tegen burgemeester Van der Laan, tegen de regering, de media en de politie. “De anti Zwarte Pieters gebruiken slechts hun recht op vrijheid van meningsuiting” en “Het geweld komt uitsluitend van extreem rechts en de politie” zoals duidelijk werd bij “de racistische politiemoord op Mitch Hendriques afgelopen zondag in Den Haag”. Van der Laan is zichtbaar not amused met dit optreden. De activisten eisen een onmiddellijk verbod op Zwarte Piet en zullen hiertoe met een verwijzing naar de ‘march on Selma Alabama’ van de Amerikaanse civil rights movement in 1965, een mars naar Meppel organiseren waar Sinterklaas dit jaar aankomt met de stoomboot.
Alsof de duvel er mee speelt komt tijdens de herdenking het bericht binnen dat Mitch Hendriques inderdaad als gevolg van politiegeweld is overleden. Nzume moet zichtbaar haar emoties weer bedwingen als zij dit bekend maakt aan het publiek dat een zucht slaakt. De link met racisme bij de tragische dood van Hendriques wordt tijdens deze bijeenkomst automatisch gelegd. Dan kondigt Nzume de zanger en woordkunstenaar Akwazi aan.
Akwazi heeft zonder meer redenaarstalent maar daarmee wordt de inhoud van zijn gecombineerde gedicht c.q. redevoering soms onbedoeld grappig. Bovendien is het meeste dat hij naar voren brengt gewoon niet waar. “Ik krijg de kans niet om stil te zijn op 4 mei”. Akwazi spreekt Lodewijk Asscher persoonlijk aan: “De regering doet alsof slavernij iets moois is en dat wij dankbaar moeten zijn!” En, “de media blijft liegen en de schoolboeken blijven liegen!” Na vijf minuten Asscher en Van der Laan – waarvan de eerste vanwege de zon een parapluutje opgestoken heeft – als oud kolonialen gekapitteld te hebben, houdt hij het voor gezien met de onbedoeld ironische opmerking ‘mijn kennis is mijn kracht’. Asscher doet een aarzelend handklapje met zijn paraplu. Van der Laan applaudisseert niet.
Asscher houdt vervolgens een waardige toespraak namens de regering waarin hij ingaat op de gruwelen van de slavernij en de noodzaak om op te treden tegen hedendaags racisme en achterstelling van mensen van kleur. Ook vraagt hij nog terecht aandacht voor nog actuele vormen van slavernij en mensenhandel. Van der Laan is na wat plechtige woorden strijdbaarder. “Sommige beschuldigingen laat ik mij niet zeggen.” Hij waarschuwt de anti-Zwarte Piet activisten ook om niet zonder meer de link te leggen tussen Zwarte Piet en het slavernijverleden. Dit zou een inflatoir effect kunnen hebben op de gruwelen van de slavernij.
Als Van der Laan oppert dat we ook dankbaar moeten zijn dat er in de negentiende eeuw gelukkig mensen opstonden tegen de slavernij, begint de anti-Zwarte Piet brigade zich te roeren. “Moeten we dankbaar zijn? Bullshit!”, wordt er geroepen. Als Van der Laan het podium verlaat wordt er “Boe!” geroepen.
Bij de volgende spreekster krijgt ondergetekende het ook iets te warm. Als ik me wat meer in de schaduw gemanoeuvreerd heb, wordt er gevraagd elkaars hand vast te houden. Eerst wordt ik door mijn buurman van kleur links overgeslagen maar wanneer mijn buurman van kleur rechts niet reageert rijkt hij mij de hand. Hand in hand ondergaan we de oproep om tegen racisme me te strijden. Als we ook opgeroepen worden om tegen Zwarte Piet te strijden – hoewel Zwarte Piet mijns inziens vanaf morgen blauw mag worden – voel ik me wel een beetje ongemakkelijk.
Dan is het de beurt aan twee schoolkinderen om een gedicht voor te dragen en sluit de directeur van het NINSEE alvorens kransen te gaan leggen de plechtigheid af. Op zijn vraag of Nederland een ‘Ferguson’ zal kennen, wordt er door activisten om mij heen instemmend gereageerd. Naast de anti-Zwarte Piet activisten zie ik nu een ander groepje staan. Het zijn de Amsterdam Black Panthers. Gespierde boos kijkende gasten met zwarte hesjes met op de achterkant een zwarte panter met opengesperde bek waar bloed uit druipt. De directeur van het Ninsee spreekt nu uit dat we met de dood van Hendriques en de rellen die erop volgden reeds een ‘Ferguson’ hebben. Ik kan, afgaande op deze activistische herdenking van de afschaffing van de slavernij in 1863, alleen maar beamen dat we dan in Nederland in de toekomst Amerikaanse toestanden mogen verwachten.