In 2010 overleed de enige zoon van schrijver A.F.Th van der Heijden, Tonio. Een hartverscheurend verlies, waarover hij de requiemroman Tonio schreef. Het boek Tonio kan haast niet anders dan gemengde gevoelens oproepen bij de lezer. Het is zowel een roman als een relaas van twee rouwende ouders na het verlies van hun zoon. Zowel echt als geconstrueerd.
Enige tijd na het verschijnen van Tonio werd Uitverkoren gepubliceerd, een zusterboek bij Tonio. De inhoud bestaat hoofdzakelijk uit de schriftelijke interviews die van der Heijden na publicatie van Tonio gaf. Waar de positie van Tonio binnen het oeuvre al moeilijk te bepalen is, is dat bij Uitverkoren helemaal het geval. Daar komt dan ook nog eens de vraag bij in hoeverre van der Heijden de dood van zijn zoon gebruikt voor financieel gewin, door deze twee boeken te publiceren.
Van der Heijden stelt in de interviews die zijn gebundeld in Uitverkoren meerdere keren dat Tonio een fremdkörper is binnen zijn oeuvre. Ik zou daarentegen willen stellen dat niet Tonio, maar Uitverkoren het ware fremdkörper is.
Van der Heijden is een auteur die er niet voor terugdeinst om de werkelijkheid toe te laten in zijn werk, bijvoorbeeld in de Tandeloze Tijd-cyclus en in de diverse andere requiems die hij heeft geschreven in de loop der jaren. Wat dat betreft is Tonio dan ook zeker niet uniek binnen het oeuvre van van der Heijden; het past uitstekend binnen zijn gewoonte om een requiem te schrijven wanneer er een bekende of naaste van hem overlijdt.
Waar Tonio een strak georganiseerd geheel is, waar de benodigde tijd en energie in is gestoken, doet Uitverkoren een beetje goedkoop aan. Hoewel van der Heijden Uitverkoren zelf “een prozatekst in de toonaard van het requiem Tonio” heeft genoemd, bestaat het merendeel van het boek uit een bundeling van schriftelijke interviews die na de publicatie van Tonio in verschillende papieren media zijn verschenen.
Daarnaast is er de tekst in opgenomen die de bron vormde voor de requiemroman en in de versie uit 2014 is er ook van der Heijdens aanvaardingsspeech van de P.C. Hooftprijs in opgenomen.
Natuurlijk is het interessant voor de literaire fan om te weten wat nu de aanzet gaf tot een bepaald werk, maar in het geval van der Heijden dringt zich toch de vraag op of hij niet simpelweg het overlijden van zijn zoon uitmelkt? Het kan namelijk niet anders dan opvallen dat dit het enige werk in het oeuvre is waarvan een eerdere versie ook wordt uitgebracht. Als van der Heijden de kassa niet heeft horen rinkelen bij het idee, dan toch zeker de uitgeverij wel.
Interessant hierbij is wat de filosoof Jürgen Habermas ‘de publieke ruimte noemt’. Dit is een ruimte die buiten de controle van de staat valt en waar het mogelijk is om ideeën en meningen uit te wisselen. Essentieel daarbij is volgens Habermas dat men met elkaar in dialoog gaat zodat het mogelijk is om kritisch te zijn op elkaars denkbeelden.
Habermas situeert de teloorgang van de publieke ruimte bij de opkomst van de moderne massamedia, waardoor het publiek gereduceerd is tot passieve consumenten. Als we kijken naar Uitverkoren dan zouden we kunnen stellen dat ook de journalistiek passief is geworden en de visie van een auteur die zichzelf heeft opgesloten in zijn ivoren toren klakkeloos overneemt, zonder enige kritiek.
Van der Heijden bevindt zich op een onaantastbare positie in zijn ivoren toren, van waaruit hij alles rondom de roman Tonio perfect kan regelen, tot aan de media-aandacht toe. Het is een beeld van de ultieme autonome auteur, die aan niemand rekenschap hoeft af te leggen.
Zodoende kunnen we stellen dat niet Tonio, maar juist Uitverkoren een vreemde eend in de bijt is binnen het oeuvre van van der Heijden. Het schrijven van een requiem bij een overlijden is namelijk geen unicum voor van der Heijden.
Uitverkoren daarentegen is geen roman. Je zou het kunnen zien als een begeleidend boek bij Tonio, dat enkele jaren later is uitgebracht. Het is samengesteld uit de oertekst, van waaruit Tonio is ontstaan en een aantal schriftelijke interviews. Voor de fan is dit ongetwijfeld interessant, maar tegelijkertijd is het werk ook opvallend. Het is namelijk de enige eerste versie van een werk dat van der Heijden ooit heeft laten uitbrengen.
Interessant genoeg blijkt uit de interviews in Uitverkoren dat van der Heijden niet kritisch wordt bevraagd na de publicatie van Tonio, zoals in Habermas’ publieke ruimte het geval zou zijn, maar worden zijn opvattingen en ideeën klakkeloos overgenomen door de media. Op die manier is Uitverkoren zowel een illustratie als een voortzetting van het gemak waarmee het verzilveren van de dood van Tonio gaat.