De Jonge Democraten – de jongerenorganisatie van D66 – kan niet wachten op de Gay Pride. Het negendaagse homofestival begint pas komend weekend, maar de jongeren organiseren nu al een evenement: deze zaterdagavond praten we over “religie en homoseksualiteit”. Hier ontvouwt zich een nieuwe visie op dit onderwerp: homo-intolerantie komt van alles en iedereen en eigenlijk hebben ook hetero’s daar last van. Bijvoorbeeld als mannen zich door een dildo willen laten neuken. Het Amsterdamse gemeenteraadslid Jan-Bert Vroege mag de avond aan elkaar praten. Te gast is onder andere Ilias Zian, de organisator van de Marokkaanse boot van de Gay Pride van vorig jaar. De Marokkaanse homoboot wordt bij de Jonge Democraten erg hoog aangeslagen. Zian mag vertellen dat hij er bekend mee is geworden tot in Marokko. Er waren heel veel positieve reacties, ook van allerlei Marokkaanse organisaties.
Toch zit het misschien een beetje anders want inmiddels lijkt het enthousiasme weggeëbd. Zian heeft veel tijd en energie in de boot van vorig jaar gestoken en wil het stokje overdragen aan iemand anders. Hij vertelde dit aan een zaal met 200 potentiële vrijwilligers maar niemand meldde zich aan. En dus is er dit jaar geen Marokkaanse boot meer. Volgens Zian hebben Marokkanen er geen tijd voor. Hoewel dit best mogelijk is, lijkt het anders te liggen: Marokkaanse organisaties vinden de boot “te zichtbaar” en omhelsden het initiatief uiteindelijk niet.
UvA-socioloog Laurens Buijs – volgens Vroege expert in “homo’s en hoeren” – komt vertellen dat religie “veel wordt geassocieerd met homo-negativiteit”. De vele nuances van Buijs vallen bij de Jonge Democraten in goede aarde: er zijn “hele grove redeneringen” over homoseksualiteit en religie. Buijs wil niet zeggen dat daar helemaal geen kern van waarheid in zit, maar het ligt allemaal wel veel genuanceerder. Er is veel “schijntolerantie” in Nederland en die is veel breder dan alleen onder allochtonen. Er is op dit gebied nog veel te winnen bij iedereen.
Buijs constateert dat er een “normatieve cultuur is over gewone seksualiteit.” Dit is volgens Buijs niet alleen het probleem van homo’s, maar ook van “heterojongens die seksueel onderdanig zijn en die met een dildo geneukt willen worden”. Seculiere burgers zijn echt niet allemaal homovriendelijk en ook aan de UvA is er homofobie, doceert Buijs. Homo-intolerantie is eigenlijk “een jongensprobleem”: zij moeten de kans krijgen man te zijn. Er zijn te weinig goede rolmodellen en er zijn geen “verschillende soorten mannelijkheid”.
Een meisje uit het publiek krijgt het woord. “Bepaalde religieuze gemeenschappen accepteren homoseksualiteit nooit”, meldt ze. Haar opa is namelijk zwaar christelijk en zou dit nooit accepteren. Hier toont zich de voorkeur van de Jonge Democraten: ze praten het liefst over gereformeerden en katholieken.
Zo kan deze discussie drie kwartier lang doorgaan zonder dat er over moslims wordt gesproken. Dat valt op, want veel Marokkanen zijn moslim en die zijn wel expliciet onderwerp van gesprek. De islam wordt hier in zo’n sterke mate genegeerd dat de aanwezigen niet eens de behoefte voelen de beschuldiging te weerspreken dat er onder moslims veel homo-intolerantie zou zijn.
Hier worden alle religies bij voorkeur op een hoop gegooid en als moslims aan bod komen, is het in combinatie met Joden. Alle religies zijn impliciet gelijk en hebben in dezelfde mate last van hetzelfde probleem. Bovendien zijn seculieren eigenlijk even intolerant als religieuzen. Niemand vraagt zich af hoe dit waar kan zijn als er tegelijk een avond over “religie en homoseksualiteit” nodig is.
Uiteindelijk komen moslims toch nog ter sprake. Buijs zegt dat er sprake is van “seksueel nationalisme”: Wilders suggereert dat Nederland heel tolerant ten opzichte van homo’s is en dat moslims dat niet zijn. De PVV “is volgens sommige definities extreemrechts” maar Buijs “is daar niet zo mee bezig” en “heeft daar geen mening over”. Toch valt hij een kwartier later door de mand door te stellen dat Wilders het verkeerd heeft als hij normen aan immigranten wil opdringen.
Dit blijkt allemaal een lange introductie tot een praktisch thema: op scholen wordt voorlichting gegeven maar dat gaat niet altijd van harte. Dit levert in de zaal een herhalende consensus op. Voorlichting is wel nodig, maar het moet op een manier “waar draagvlak voor is” want deze moet in de woorden van Buijs “gedragen worden door de mensen om wie het gaat”. We leren dat in allochtone kringen het beeld bestaat dat de overheid propaganda voor homoseksualiteit maakt. Dan kunnen allochtonen zelf het beste vorm aan de voorlichting geven.
Zian meldt dat het bespreekbaar maken van homoseksualiteit voor sommige organisaties al “too much” is. Er komen alternatieven op tafel: een man die voorlichting geeft, zegt dat hij “verbinding voelt” met allochtone jongeren als hij praat over discriminatie. Allochtone jongeren begrijpen goed dat je niet gediscrimineerd wilt worden. Buijs meldt nog maar eens dat “verbinding zoeken” heel goed is: “We moeten groepen niet tegenover elkaar zetten. Zo creëren we nog meer afstand.”
Zo leren we dat je “meer verbinding” krijgt als je werkt vanuit algemenere kaders: discriminatie, mensenrechten en “we zijn allemaal Amsterdammers”. Homoseksualiteit moet niet te expliciet gemaakt worden want daar is geen draagvlak voor. Een man die voorlichting geeft doorbreekt het patroon: “we moeten gewoon voorlichting geven en laten zien waar we staan”, meldt hij. Het zal wel onbewust zijn geweest, maar de opmerking wordt in de zaal vol homo’s compleet genegeerd.
De Jonge Democraten sluiten af. De conclusie? Het gaat om “individuele complexe factoren” en organisaties moeten met elkaar “meer kennis delen”.
In de maand juli organiseert ThePostOnline een crowdfunding-actie: stuur Chris Aalberts vanaf september naar Brussel om twee keer per week verslag te doen van Europese politiek. Je kunt ook bijdragen aan deze actie. Lees hier meer.