Reportage

Amsterdam Gay Pride – Veroordeling bij homofoob geweld is zeldzaam

01-08-2015 13:03

Het is al behoorlijk druk op de vroege vrijdagavond op het Amsterdamse Rembrandtplein. Een onbekende artiest treedt op en de biertenten staan klaar. Zo gezellig druk als het op het Rembrandtplein is, zo rustig is het in de Doelenzaal een paar honderd meter verder. Hier organiseert het ministerie van Veiligheid en Justitie een debat over de aanpak van homofoob en transfoob geweld.

Er zijn zo’n veertig mensen aanwezig om dit thema te bespreken. Er is een enorm panel op komen draven met vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie, D66, de UvA, het Sociaal Cultureel Planbureau, het COC en Roze in Blauw, het homoseksuele netwerk van politieagenten. Er zijn ook twee beleidsmedewerkers van het ministerie aanwezig. Ondanks de enorme expertise, gaat het al snel mis.

Geweldsincidenten

Ter inleiding kijken we naar een filmpje uit Opsporing Verzocht over een zaak van een homoseksuele danser die in Tilburg zo werd mishandeld dat hij zijn vak nooit meer kan uitoefenen. ‘Dit is de realiteit’, zegt de moderator, maar inmiddels is die door de actualiteit alweer ingehaald. Er was immers een aanslag op de Gay Pride in Jeruzalem en vrijdag publiceerde EenVandaag een onderzoek waaruit blijkt dat veel homo’s niet hand in hand over straat durven te lopen. Een urgent probleem dus.

De moderator laat de zaal graag aan het woord en daar komen al snel verhalen los die het probleem illustreren. Meerdere mannen zijn uitgescholden of hebben geweldsincidenten meegemaakt. Twee verhalen illustreren met allerlei details dat geweldsincidenten meestal niet tot een veroordeling leiden. Een veroordeling is sowieso lastig en het is nog moeilijker te bewijzen dat een geweldsincident een homofobe achtergrond heeft.

Administratieve werkelijkheid

De zoektocht naar oplossingen is onthullend: de politie heeft geen systeem waarin homofoob geweld goed kan worden geregistreerd en als je in het systeem zoekt op ‘lesbo’ komen er ‘gestolen lesbordjes’ uit. De mevrouw van het Sociaal Cultureel Planbureau weet dan ook te melden dat niet duidelijk is of geweld tegen homo’s toeneemt. Ook een man van het Openbaar Ministerie bevestigt dat het moeilijk is om een trend te zien omdat ‘er geen eenduidige termen zijn in het systeem’. Het invoeren van de roze labels blijkt vrijwilligerswerk van het politienetwerk Roze in Blauw.

Het debat levert dus een simpele eerste tip op: laat de politie voor registratie zorgen. Maar dat blijkt inmiddels al een landelijk doel, al is men er daar nog niet helemaal uit. ‘Er is geen eenduidige definitie van LHBT-misdrijven’ vertelt de mevrouw van Roze in Blauw. We leren nu dat zakkenrollen bij de Gay Pride een ‘LHBT-misdrijf’ is in de ogen van de politie, maar niet in de ogen van het Openbaar Ministerie.

Zinloze aangiftes

Het doel van de avond wordt al snel duidelijk: het blijkt dat homo’s voorgelicht moeten worden over het doen van aangifte. Ze moeten dat wél doen, melden de panelleden. We krijgen informatie dat als homo’s worden uitgescholden ze 112 mogen bellen, want dan kan de dader wellicht ‘op heterdaad’ worden aangehouden. Er volgt nog wat informatie over hoe het proces rond de aangifte vervolgens verder gaat, inclusief de cynische vaststelling dat er meestal geen veroordeling uit volgt.

Nu wordt het zelfs raadslid Jan-Bert Vroege van D66 te veel. Waar zijn partij altijd uitblinkt in begrip en vriendelijkheid, vraagt hij zich hier openlijk af of ‘aangifte doen wel zin heeft als er niks mee wordt gedaan’. Zowel de man van het Openbaar Ministerie als de roze politiemevrouw spreken dat met klem tegen: aangifte doen is héél belangrijk. Het gaat namelijk ook om ‘de beleving’. We leren dat door aangifte te doen ‘je als homo zegt dat iemand een grens heeft overschreden’. Even later wordt duidelijk dat er geen echte norm is voor die grens: die bepaal je zelf.

Vrijblijvendheid troef

En zo ontstaat over een urgent maatschappelijk thema een zeer vrijblijvende discussie. D66’er Vroege vraagt zich af of het vertrouwen in de rechtsstaat niet onder druk komt te staan bij de homogemeenschap en roze UvA-onderzoeker Laurens Buijs weet te melden dat het ‘de gemeenschap tot hier zit’. Maar volgens de mevrouw van het Sociaal Cultureel Planbureau wordt te vaak gezegd ‘men vindt…’ want hier is geen bewijs voor.

En zo levert deze avond een lijstje maatregelen op waar zelfs D66’ers niet vrolijk van worden: er moet een betere definitie en registratie van homogerelateerd geweld komen, homo’s moeten vooral aangifte blijven doen, homo’s mogen bij heterdaad-misdrijven 112 bellen, het Openbaar Ministerie moet haar beleid beter uitleggen, slachtoffers moeten vooral gebruik maken van hun spreekrecht in de rechtszaal en het is goed dat er roze agenten zijn die roze aangiftes in ontvangst kunnen nemen als je bij een date via een chatsite bent beroofd.

Als zelfs D66 zegt dat dit allemaal onvoldoende is omdat er simpelweg te weinig zaken worden opgelost, hebben we toch een probleem.

De crowdfunding-actie van ThePostOnline is verlengd: stuur Chris Aalberts vanaf september naar Brussel om twee keer per week verslag te doen van Europese politiek. Je kunt ook bijdragen aan deze actie. Lees hier meer.