In het archief van mijn vader, mr. E. Brunsveld van Hulten, destijds openbaar aanklager van de Landraad in Nederlands-Indië, is een verslag van het overleg aan de vooravond van 17 augustus 1945 tussen de Japanse generaal Nakamura met de Republikeinse leiders Hatta en Sukarno over de planning van de onafhankelijkheidsproclamatie, de volgende ochtend om 11.30 uur. De prille Indonesische regering was niet in staat om de afschuwelijke gewelddadige Bersiap-vigilantes in de hand te houden.
Nederland heeft een onverveerd sadomasochistische behoefte aan zelfkastijding. Opiniemakers en journaille weten ons uit elke historische of meer eigentijdse gebeurtenis een schuldgevoel te geven. Deze neiging gaat vaak boven waarheidsvinding en nuance.
Het meest recente staaltje is het structurele geweld in Nederlands-Indië door Nederlands leger in 1945-1950 (NRC Handelsblad, vrijdag 14 augustus). Goed getimed, aan de vooravond van de herdenking van oorlogsslachtoffers van de Japanse bezetting in Nederlands-Indië en ook van de proclamatie van Republik Indonesia op 17 augustus.
Wat weten deze betweters überhaupt van de ongelooflijk gewelddadige situatie in die periode na de capitulatie van Japan in Indië? Een machtsvacuüm waarin Nederland (ten onrechte) probeerde weer in het Nederlands-Indische zadel te komen, maar waarin ook de Indonesische vrijheidsstrijders, waaronder Hatta en Sukarno de macht over immers hun land te verkrijgen. De overlevers van de Japanse interneringskampen, vele duizenden Nederlanders, mannen, vrouwen, kinderen, kwamen na vier jaar zomaar op straat.
Bevrijding, heerlijk! Geen urenlang appel staan, niet kakken in een gat in de grond, niet meer knipmes buigen voor de Jap, geen dunne stijfsel als belangrijkste eten. Die euforie duurde niet lang. Het was gevaarlijk buiten het kamp, er kwamen verhalen van afschuwelijke slachtingen onder deze Nederlanders. Indonesische ongeregelde milities wilden alles wat Nederlands was zo snel mogelijk uit de weg ruimen; dit was de Bersiap-tijd. Bersiap betekent: klaar staan, paraat zijn. De situatie werd voor Nederlanders zó gevaarlijk dat op verzoek van nota bene het Rode Kruis de Japanse kampen weer werden opengesteld ter bescherming van de bedreigde Nederlanders.
De slachtingen waren gruwelijk en veelvuldig. Ook mijn ouders vertelden dat de rivieren rood zagen van het bloed en dat ze meermalen lijken van zelfs baby’s zagen drijven. De Bersiap sloeg onverwacht en stiekem toe, zelfs in huis. Gruwelijkheden zoals je die nu ook uit Afrika of van ISIS hoort, waren niet ongewoon. De Bersiap heeft een paar jaar geduurd. De kersverse Indonesische regering was zeker niet de aanstichter van de Bersiap en kon het nog niet in de hand houden, maar heeft wel geprofiteerd is van de druk op Nederland.
Dat deze gebeurtenissen ook bij de Nederlandse militairen veel emotie tot gevolg had is menselijk en had ook soms zeer gewelddadige repercussies. Zo gaat het helaas in oorlogen, vuile oorlogen.
Nederland is altijd erg goed geweest in het benoemen en partij kiezen van de underdog, althans zoals het op het eerste gezicht lijkt. Vaak wordt er niet verder gekeken of met nuance geoordeeld. Minstens 20.000 Nederlanders en Indische Nederlanders zijn gestorven in de Bersiap. “De moord op duizenden (Indische)Nederlanders in de Bersiaptijd is door Nederland altijd gelaten geaccepteerd, terwijl het zich best laat omschrijven als volkerenmoord’, aldus de Amerikaanse historicus William H.Frederick in een interview op 18 november 2013 in Trouw.
Hij spreekt terecht van het ‘postkoloniaal geheugenverlies van de Nederlandse autoriteiten’.