Politiek

Opiniepeiling Maurice de Hond: PVV nu grootste partij

23-08-2015 09:45

De afgelopen week is electoraal gezien voor de VVD en Premier Rutte een slechte geweest. Ongeveer 60 procent van de kiezers en 45 procent van de VVD-kiezers beoordeelt de opstelling van de VVD en de premier, tijdens het debat over de nieuwe steun aan Griekenland, negatief.

peiling-23-08

De VVD daalde 3 zetels naar 21. (pdf) De PVV steeg 2 zetels naar 24 (en is daarmee de grootste) en het CDA steeg 1 zetel (naar 23). GroenLinks is na de stijging na het aantreden van Jesse Klaver weer wat aan het wegzakken (-1 naar 12), D66 stijgt er 1 naar 18.

‘Geld is weg’

88 procent van de kiezers denkt dat Nederland, het geld dat nu als garantie voor Griekenland is beschikbaar gesteld, kwijt raakt. 45 procent van de Nederlanders zou voor de motie van wantrouwen gestemd hebben van de PVV als men in de Kamer had gezeten. Bij de VVD-kiezers is dat 44 procent!

59 procent van de CDA-kiezers is positief over het standpunt van deze partij bij dit debat en 17 procent is daar negatief over.

Mark Rutte als premier?

Ten slotte is de vraag gesteld of men na de volgende Tweede Kamerverkiezingen Mark Rutte weer als premier wil.  Daar zegt slechts 18 procent van de kiezers “ja” op. Bij de VVD-kiezers is dat 43 procent, bij de andere partijen ligt dat percentage tussen 2 procent (PVV en SP) en 13 procent (CDA). Van alle ministers behoort zijn vertrouwensscore tot de onderste helft, ver achter Dijsselbloem en Asscher.

Bij alle verkiezingen sinds juni 2010 is Mark Rutte een goede campaigner gebleken. Steeds weer zagen we tijdens de campagne een stijging van de VVD in de peilingen. Bij de TK2010 en TK2012 was dat zelfs een forse stijging.

De grote vraag is of wat er rondom de laatste steun aan Griekenland is gebeurd Rutte zal achtervolgen, mocht hij nog een keer als lijsttrekker van de VVD aan de Tweede Kamerverkiezingen meedoen (TK2017 of TK2016). Een derde keer het goed doen als premier bij Tweede Kamerverkiezingen is in de laatste 50 jaar in Nederland niet voorgekomen. En het expliciet erkennen van het breken van verkiezingsbeloften op zo’n gevoelig dossier als Griekenland, is een extra hindernis voor bij die campagne.

Cruciaal voor de beantwoording van die vraag zal zijn, of dit kabinet al dan niet valt en welke andere politici impliciet aan de kiezers als mogelijke premier worden voorgelegd. En last but not least:  welke onderwerpen centraal zullen staan bij die verkiezingen; economie, immigratie/vluchtelingen, zorg, veiligheid/terrorisme of een belangrijk onderwerp dat we nu nog niet kennen.