Een makkelijk boottochtje vanuit Turkije naar Griekenland, heerlijk terrasweer en papieren om door te reizen binnen enkele dagen geritseld. Tussendoor nog even poedelen in het zwembad van het hotel. In het nieuws lijkt het afzien, maar voor gefortuneerde vluchtelingen begint het Europees paradijs al op Kos. Dankzij het migranten-apartheidssysteem van de Europese Unie.
“Policestation? Policestation?” De juist gearriveerde bootvluchtelingen vragen in het pikkedonker nog bibberend van de waterkou om de weg. Het plaatselijk politiebureau in de stad Kos verschaft tijdelijke reispapieren. “Dat werd ons verteld in Turkije”, zegt een Syriër van rond de veertig jaar.
Op de boulevard langs de zee-engte die Griekenland van Turkije scheidt, trekt zijn vrouw de twee meereizende kinderen droge kleren aan. “De golven waren hoog en er zaten misschien wel 50 mensen op de boot.”
Hij wijst naar het strand waar een opblaasboot met achteloos weggeworpen reddingsvesten tegen het kiezelstrand deint. De drijvers zijn direct bij aankomst met messen kapot gesneden. Zo kunnen ze niet worden teruggestuurd.
Iedere ochtend rijdt een Griekse ritselaar dezelfde boulevard met een bromfiets af en pikt de buitenboordmotoren van de smokkelboten in. “Handel van 50 en misschien wel 100 euro”, verdedigt hij. De motor verdwijnt in een bruine pickup-auto die na een telefoontje komt aangereden. Waarschijnlijk gaat deze samen met een dozijn motoren van andere smokkelboten vandaag met de ferry retour naar Turkije. Morgen zijn ze weer nodig in wat inmiddels een heuse ‘smokkelindustrie’ mag heten.
Prachtige roze en lichtblauwe tinten zetten de ochtendschemering in en een lange stoet van honderden migranten zet zich in beweging richting Kos-stad. Denk niet aan beelden uit Afrika, met uitgehongerde lieden in rafelige kleren. Niemand rent, niemand heeft haast.
De Syriër ‘geen naam, geen foto alstublieft’ vertrok al eind september vorig jaar uit zijn geboortestad Kobani na de aanval van de extremisten van Islamitische Staat. Nadien woonde deze leraar Engels in een flat in Turkije, aangeboden door Koerdische familieleden. “Maar daar is geen werk voor mij”, motiveert hij zijn komst naar Europa. Een Syriër uit de buurt van Idlib die langsloopt vat de motivatie goed samen: “Europa is niet veiliger dan Turkije, maar gewoon beter voor ons.”
Sinds 2011 hebben circa vier miljoen Syriërs hun vaderland verlaten en hun heil gezocht in met name Libanon (1,17 miljoen), Jordanië (630.00) of Turkije (1,8 miljoen), zo melden cijfers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Het zijn buurlanden waar Syriërs niet worden vervolgd.
Desondanks krijgen Syrische vluchtelingen een voorkeursbehandeling als ze aankomen op Kos. Of dat altijd terecht is, blijft de vraag. Een Syriër uit de stad Hama vertelt dat hij eerst reisde naar Libanon. Daar beviel het niet. “Toen nam ik het vliegtuig naar Turkije.”
Twee dagen geleden kwam hij met vrouw en twee kinderen van 3 jaar en 5 jaar op Kos aan. Bij elkaar een trip van 6-7000 euro. En nu heeft hij zijn papieren, een paar velletjes A-4. Daarmee kan hij op de boot naar de Griekse hoofdstad Athene. Zijn doel is West-Europa. “Duitsland, Nederland maakt niet uit.”
En zo denken alle ruim 134.000 asielzoekers erover die dit jaar in Griekenland van boord zijn gestapt. En de honderden die ieder etmaal vanaf middernacht aanmeren.
Televisiebeelden uit Griekenland tonen angstige huilende kinderen die in het holst van de nacht uit een wankele boot worden gezet, de veiligheid en vrijheid tegemoet. Het is wat de Britse onderzoeksjournalist Nick Davies ‘Platte aarde-verhalen’ noemt in zijn boek Gebakken lucht, over hardnekkige fouten in de media; iedereen gelooft het, totdat iemand onderzoek doet.
Welnu. Niemand die ik spreek is naar Kos gevlucht omdat zijn of haar leven direct gevaar liep. Er is geen sprake van een exodus uit een oorlogsgebied. Op het vakantie-eiland in de Egeïsche Zee zie je dan ook geen oorlogsgewonden.
Daarbij valt de zeetocht van de vluchteling in de praktijk reuze mee. De vaartijd varieert per schip, motor-pk’s, stroming, weersomstandigheden en vertrekpunt. Degenen die uit de Turkse stad Karabag afreizen, arriveren op de noordkust, vanuit Bodrum leggen ze bij de oostkant van Kos aan. De kortste vaartijd is een half uur, de langste zo’n vier uur.
Contacten leggen met de smokkelmaffia in Turkije is heel makkelijk, zegt Syriër Feissal (33). “Als je daar in een koffieshop zit, komen ze naar je toe en vragen: ‘Wil je naar Griekenland?'”
Zelf had hij een telefoonnummer van landgenoten gekregen die in Duitsland zitten en dezelfde reis eerder maakten, dus een vertrouwd adres. “Binnen een paar uur kon ik komen. We werden verzameld op het strand. Daar lag een rubberboot en een passagier werd uitgelegd hoe de buitenboordmotor werkte. We moesten even wachten toen een Turks marineschip passeerde, dat ons trouwens niet zag. Er zaten veertig mensen op, Syriërs en Irakezen. De tocht duurde maar 35 minuten. It was fun!”
Een oorlogsslachtoffer is Feissel niet, geeft hij toe. Tot voor kort werkte hij in Dubai in het onroerend goed; woningen verhuren en verkopen. “Maar de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië geven niet langer verblijfspapieren aan Syriërs. Alleen een toeristenvisum voor drie maanden, daarna ben je illegaal.”
Het komt erop neer dat hij is verjaagd door zijn eigen soennitische geloofsgenoten.
Terug naar Syrië gaat niet omdat zijn naam op een lijst staat van tegenstanders van alleenheerser Bashar al-Assad. En in Turkije verdient hij per maand misschien 300 euro. “Dat is niks! Als ze horen dat je uit Syrië komt, betalen ze je minder omdat ze weten dat je geen alternatief hebt.”
Griekenland is overigens ook voor hem een tussenstop. Eenmaal aangekomen in Athene gaat hij richting Hongarije, via Servië. “Of ik vlieg met een vals paspoort naar West-Europa.”
Dat is duurder maar hij heeft geld genoeg.
Op het terras van restaurant Sun Rise aan de zeepromenade en niet ver van het eeuwenoude Fort van Neratzia lunchen twee mannen en drie vrouwen met hagelwitte hoofddoeken en een kind. Ze komen uit Damascus. “Het centrum van de hoofdstad is oké. De buitenwijken niet”, zegt een man met korte broek.
Als je niet beter zou weten, denk je dat ze op een vakantietrip zijn. Zeker als ze samen met de eigenaar op de foto willen. Die zegt: “Je moet terug naar Syrië to make things beter there.”
Ze lachen erom. Vanavond stappen ze op de boot naar Athene. Onderwijl lezen ze vanaf hun mobiele telefoons de berichten voor van familieleden thuis die hen complimenteren: ze hebben het gehaald!
De afgelopen dagen op Kos sliepen ze in een hotel, zoals veel vluchtelingen overigens. Lang niet iedereen slaapt op straat. Je ziet ze ook vaak poedelen in het zwembad, zoals bij Yiannis Apartments net buiten Kos-stad. Twee vrouwen uit Damascus trekken hun rondjes. Ze nemen het er nog even van: “Morgen gaan we naar Duitsland.”
Een Nederlander die de komst van duizenden nieuwkomers van dichtbij heeft meegemaakt is Dick Gerrits (60) uit Almelo. Al voor het vijfde seizoen runt hij souvenirwinkel Keramos. Gezeten in typische Griekse sfeer, onder een boom aan een tafeltje, heeft hij zo dagelijks uitzicht op de honderden passerende migranten. Zuchtend steekt hij van wal, hij is het namelijk helemaal zat: “Bij het begin was de bevolking van Kos begaan met het lot van de vluchtelingen. Ze werden als zielenpoten gezien. Maar het eten en de kleding die werd uitgedeeld werden vaak weggeworpen. De gemeente bood het leegstaande Hotel Captain Elias aan, maar daar wilden ze niet binnen. Te vies. Drie dagen lang hebben 40 Griekse vrouwen schoongemaakt. Maar binnen veertien dagen was het een enorme smeerboel met gore toiletten.”
Hij weet de reden van de kieskeurigheid en nonchalance: “Het zijn op uitzonderingen na allemaal rijkaards. Anders kun je hier niet komen. Al deze tijd heb ik geen ondervoed persoon gezien.”
Dirk Gerrits wijst naar een terras naast het politiebureau, de plek van registratie voor veel vluchtelingen. “Daar zitten mensen met vijf telefoons de hele dag te bellen. Anderhalve maand lang ook twee Syriërs met een Belgische verblijfsvergunning. Ze gaven zich uit als fotograaf maar toen dat door de politie werd gecheckt waren ze direct vertrokken.”
Zijn echtgenote Joke viel het gisteravond op dat er zo’n lange rij van vluchtelingen stond bij het geldtransfer-bedrijf Western Union op de markt. Dat was niet om de weg te vragen. Zelf draait Gerrits het hele seizoen zwaar verlies, want toeristen raken niet in een koopstemming met al die hangende mensen in het park en op de bankjes: “Weet je wie goeie zaken doet? Mijn collega die de nieuwste telefoons verkoopt. Hij zei me dat vluchtelingen betalen met biljetten van 500 euro. Hij liet me zelf de dikke stapels zien.”
Kos trekt inmiddels gelukzoekers van heinde en ver. Ifran, (20) is een bouwvakker uit Pakistan. Zijn geboorteland kent ‘many problems‘. Welke dan?, vraag ik, en denk aan onderdrukking. “Er is heel vaak geen elektriciteit. Dus geen werk en geen baan.”
Via-via hoorde Ifran over Kos en dat je vanuit hier makkelijk Europa binnen kan komen om aan de slag te gaan voor een goed loon. Hij investeerde 2200 euro voor de tocht. Geld dat hij ooit moet terugbetalen, dus opgeven is uitgesloten. Nu wacht hij sinds een paar dagen op nieuwe reispapieren. En je eigen paspoort dan, vraag ik. Hij lacht: “My papers are in the sea.”
Hij weet: terugsturen is daarmee stukken moeilijker.
Verderop onder de struiken voor wat schaduw liggen enkele Malinezen. Papeka is pas 18 jaar en wil verder reizen. “Duitsland, Frankrijk, Nederland, maakt me niet uit.”
Hij is al acht maanden onderweg. Lange tijd, zeg ik. Door de Sahara gereisd?
“Nee. Vanuit Mali nam ik het vliegtuig naar Turkije. Daar heb ik acht maanden gewerkt, maar dat bracht weinig op.” Hij toont zijn witte voetbalshirt waarop de naam Opel prijkt. In West-Europa wil hij profvoetballer worden. “Het gaat me zeker lukken.”
In de Malinese hoofdstad Bamako speelde hij op hoog niveau. Alleen wacht hij anders dan de Syriërs al 18 dagen voor het intake-gesprek, maar is nog steeds niet opgeroepen. Als reden plukt hij aan de huid van zijn onderarm. “Daarom.”
Politie-kolonel George Georgakakos, een typische vriendelijke Griek met overgewicht, overziet vanuit zijn werkkamer op de eerste etage de honderden wachtenden. Even roept hij iets boos door de telefoon als hij ziet hoe het dranghek voor het politiebureau omver wordt geduwd. “Meer dan tien ambtenaren zijn bezig met vingerafdrukken afnemen en gaan tot laat in de avond door. Van de anderen zetten we de namen op een lijst en die moeten morgen terugkomen.”
Hij staat met de rug tegen de muur. Het hele eiland met zo’n 33.000 inwoners is niet geëquipeerd op de ongenode gasten die inmiddels bijna eenvijfde van de bevolking uitmaken. “Maar we helpen iedereen.”
Ook burgemeester Giorgos Kyritsis van Kos dempt graag de heersende onrust. “De situatie is beter dan gisteren”, zegt hij met op de achtergrond het groeiend aantal tenten op de boulevard. Oorlogen en andere redenen zijn volgens hem de oorzaak dat mensen naar Kos komen. “En daarom is Europa verplicht ze te helpen.”
Slecht voor toerisme acht hij de komst van al die bootvluchtelingen niet. Hoewel. Een paar dagen eerder sprak hij nog over een ‘dreigend bloedbad’, maar dat was tussen de migranten zelf. “Niet tussen migranten en de Griekse bevolking.”
Een cruiseschip met een capaciteit van ruim 1500 personen die de Griekse regering naar Kos heeft gestuurd, zodat de asielzoekers uit het straatbeeld verdwijnen, zien de meeste bewoners als een zeer tijdelijke oplossing: “Binnen de kortste keren zit dat schip vol en slapen er weer duizenden in de parken en op straat”, zegt de uitbaatster van Peters Beach (één sunbed voor 2,50 euro). Met een hark egaliseert zij het zand tussen de ligstoelen. Al die kampeertenten en slapende mensen op de boulevard zijn een ‘catastrofe’ voor de business, zegt ze.
Daarbij is een eerder poging om ruim duizend Syriërs vast te houden in een stadion uitgelopen op een veldslag waarbij de politie traangas moest inzetten. Met de Griekse hitte, weinig verkoeling en een opeenstapeling van verschillende culturen is het vragen om problemen.
Vertegenwoordigers van Syrische vluchtelingen laten eilandbewoners weten dat ze alleen aan boord van het passagiersschip gaan als er een Wifi-verbinding is en oplaadpunten voor hun telefoon. Een hedendaagse vluchteling stelt zo zijn eisen.
Trouwens, veel toeristen vinden dat de aanwezigheid van de kamperende migranten in de parken hun vakantie interessanter maakt. Een Brit met een ouderwetse spiegelreflexcamera vertelt hoe hij een dag eerder getuige was toen een migrant een tik van een politieknuppel kreeg. “Helaas was ik te laat om er een foto van te maken.”
De 18-jarige Zweedse Linn met lang dik geel haar, vertelt dat ze met haar moeder lolly’s aan kinderen uitdeelt. West-Europese vaste bewoners van Kos delen iedere dag pakken melk en brood uit aan wie het maar wil hebben, de chaos bij de verdeling nemen ze voor lief. Een blonde Duitse vrouw zegt met een gelukzalig gezicht: “Ze zijn blij met alles.”
Intussen lijkt de rol van Frontex, het agentschap die de Europese grenzen moet bewaken, uitgespeeld. Ze krijgt niks anders voor elkaar dan af en toe smokkelbootjes de haven inslepen. Opvarenden van de schepen worden niet bij aankomst gecheckt; ze moeten zich zelf melden.
Afgelopen zondag liep een groot schip met 200 asielzoekers ongehinderd de haven van Kos binnen. Griekenland en Turkije, beide lid van de NAVO, kunnen overduidelijk de eigen grenzen niet efficiënt in de gaten houden. Voor terroristische groeperingen als Al Qaida en ISIS is die wetenschap interessant nieuws. Via Kos kunnen terugkerende Syrië-gangers makkelijk verder Europa binnenglippen, bijvoorbeeld met een van de vele vertrekkende toeristencharters. Een paspoort is niet nodig, een look-a-like identiteitskaart volstaat.
Zelfs de Griekse minister van Defensie, Panos Kammenos, waarschuwde deze week openlijk voor het risico van infiltratie.
De route is ook bekend bij mensensmokkelaars. Zo was ik bij terugkeer met de maatschappij Jetairfly getuige van de arrestatie van een man op de luchthaven van het Brusselse Zaventem. Hij had een vrouw met hoofddoek op sleeptouw genomen.
De onvolwassen Europese politiek verbaast overigens op meerdere terreinen. Deze week werd bekend dat de Europese Unie 2,4 miljard euro uittrekt voor extra hulp aan de migrantenopvang. Griekenland krijgt daarvan bijna een half miljard euro. Gelijktijdig hoorden vorige week zo’n vierhonderdduizend Syrische achterblijvers in Libanon en Jordanië van het VN Wereld Voedsel Programma WFP dat hun voedselrantsoen bij gebrek aan fondsen wordt gehalveerd.
In de praktijk komt het erop neer dat voor zo’n 96 procent van de regionaal opgevangen échte vluchtelingen minder geld beschikbaar wordt gesteld dan de circa vier procent die Europa toelaat. Daarmee voert de Europese Unie een soort migranten-apartheidssysteem: alleen de rijken kunnen Europa binnen komen, want zij bezitten minimaal duizend dollar. Wie geen geld heeft blijft achter en lijdt honger.
De gevolgen van de ongelijke behandeling laten zich raden: Het vergroot de animo om naar Europa af te reizen, en zie hier de vicieuze cirkel waar geen einde aan komt. Dit jaar wordt een recordaantal migranten verwacht, het aantal ligt volgens de VN in Griekenland nu al 750 procent hoger dan in 2014.
“War boem-boem“, geeft de Afghaan Mahti uit de noordelijke stad Mazar-i-Sharif op als reden voor zijn komst naar Kos. De centen van deze lange man op slippers voor zijn reis, zo’n 3000 dollar, zijn inmiddels op, zegt hij. Maar wellicht houdt hij liever het geld in eigen pocket met de wetenschap dat je toch overal gratis kunt slapen en eten. En ook al zijn de omstandigheden zoals overnachten op straat niet ideaal, hij ziet het als tijdelijk ongemak.
Wat wil je gaan doen, vraag ik. Na een korte twijfeling, als een kind in een snoepwinkel met veel keus, antwoordt hij: “Ik wil graag ergens in Europa naar de universiteit. Welk land weet ik nog niet.”
Karskens in Calais – ‘Cynisch dieptepunt van Europese vluchtelingenaanpak’
Dit artikel is een repost van 15 augustus. Door het reposten zijn alle socialmedia-tellers helaas gereset. De laatste stand van de tellers voor de repost is hier te zien:
Meer kritische verhalen over de Europese asielproblematiek? Lees de AK-74 columns van onze auteur Arnold Karskens en steun hem in zijn speurtocht naar de waarheid via Yournalism.