Welkom in Ter Apeldoorn. Waar vierhonderd vluchtelingen opgevangen worden in een troosteloos evenementencentrum. Onder de golfplaten van de Americahal mocht ik een blik werpen op de 50 leefruimtes waar acht mannen per ruimte vertoeven tot ze meer zekerheid hebben over hun verblijfssatus. Terwijl ik van hok naar hok wandelde stroomde Apeldoorn langzaam binnen voor een informatieavond over het haastig genomen besluit. Iedereen verwachtte een pittige avond, want vlak voor de avond was de kritiek op het besluit van burgemeester Berends fel.
Maar Apeldoorn mag niet klagen. Nee, echt niet. Zo erg niet, dat dagblad Trouw een voorpagina-artikel (check die ‘Ja maar Wilders zegt!’ ook even) maakte van hoe erg in Apeldoorn niet geklaagd wordt.
Bij mij rees, tussen de 300 aanwezigen, ondertussen de vraag of dit niet beter in een democratisch proces past. Waarom de Apeldoornse burger niet meer inspraak hierin krijgt, in plaats van dit gewoon te moeten ‘slikken’.
“Geen tijd voor”, zeggen de meeste raadsleden die ik tref, en daar hebben zij een punt. Het COA heeft er een behoorlijke vaart in zitten om de problemen op te lossen. Maar wat mij benauwt, ook op deze avond, is dat kritiek geven bijna niet meer kan.
Een voorbeeld van een democratisch proces is een referendum, waarin burgers kunnen aangeven wat zij van de asielproblematiek vinden. En wat er moet gebeuren.
De cijfers van RTL Nieuws zijn niet mild: er is wel degelijk kritiek op het asielbeleid zoals dat nu gevoerd wordt. Die kritiek is in de verhitte discussie die nu gevoerd wordt het beste uit te drukken in cijfers, denk ik. Cijfers waarin meningen uiteengezet worden en waarin we de veiligheid hebben om te vinden wat we vinden.
Een ander voorbeeld van een democratisch proces is dat de raad daadwerkelijk wat in te brengen heeft, in plaats van alleen een raadsadvies. ‘Het college is unaniem van mening dat hier een opvanglocatie moet komen,’ aldus burgemeester Berends. Die daarmee de oppositie in de gemeenteraad buiten spel zet.
Ondertussen regent het initiatieven in de snikhete zaal van de Americahal. Kleurplaten, boswandelingen, potjes voetbal. Alles om het leven van vluchtelingen weer ‘leuk’ te maken. Daar zitten zij namelijk, afgepeigerd, boos, verdrietig, onwennig en gechoqueerd door de gebeurtenissen, écht op te wachten.
Nog erger: er wordt een lied gezongen. ‘Zodat de mannen zich hier thuis voelen – want mannen zijn een moeilijke groep – dan geven ze minder problemen. We verwarmen hun harten!’
De steun van GroenLinks heeft de initiatiefnemer in elk geval al.
Vergeef me mijn cynisme, maar who the fuck zit te wachten op een stel zingende mensen die in één of andere onbegrijpelijke taal zingen?
Het allerergste is: het idee om een lied te zingen wordt door het publiek serieus genomen. ‘Dan maar zingen, als we maar goed doen!’
Ik ben benieuwd naar de grenzen van deze onmetelijke goedheid. En hoe lang deze groep vrijwilligers het volhoudt. Mijn gok: een paar weken.
Dit artikel verscheen eerder hier.