De bloedmooie Bulgaarse Jenya (gespeeld door de Bulgaarse Anjela Nedyalkova) krijgt te horen dat ze naar Amsterdam mag voor een fotoshoot. Met twee andere meiden gaat ze. In Nederland wordt hen in het kantoor van een Joegoslavische oorlogsmisdadiger Ivica (Boris Isakovic) onomwonden duidelijk gemaakt dat ze als prostituee gaan werken: The Paradise Suite, de nieuwe film van Joost van Ginkel, is verre van geweldsloos.
https://www.youtube.com/watch?v=ar0eGaZhIpo
De Bulgaarsen belanden op de Wallen, eerst achter het raam, waar de twee anderen uit beeld raken. Later maakt Jenya promotie en gaat ze in een club werken. Het is een van de verhaallijnen van de rauw-poetische mozaïekvertelling van Paradise Suite van Joost van Ginkel.
De film, gekozen als Nederlandse Oscarinzending, gaat zondag in première op het Toronto International Film Festival. Het zijn zes verhaallijnen, van immigranten die allemaal naar Nederland komen in de hoop op een beter leven, maar te maken krijgen met de schaduwzijden van immigratie. Uitbuiting als illegaal werker, of prostituee. En met de goede kanten: vriendschap, in hun thuisland of in het buitenland. Naast Jenya is is dat Ivica, die in zijn glanzende Audi rondrijdt, thuis een liefhebbende vader is voor zijn kind en zijn vrouw, gespeeld wordt door Victoria Koblenko. Daar buiten is hij een pooier die vrouwen seksueel uitbuit en mishandelt.
Verder komt Yaya (Issaka Sawadogo) in beeld, de redder van Jenya – waarmee hij eerst betaald een live seksshow in een club opvoert en die alles verliest behalve zijn geloof. In Amsterdam komt ook Lukas (Erik Adelöw) terecht, met zijn vader, de dirigent Stig (Magnus Krepper). Lukas wordt gepest en loopt en weg, ontmoet Seka en speelt onbedoeld een belangrijke rol in haar leven. Seka, gespeeld door Jasna Djuričic, zit bijna obsessief achter Ivica aan wegens oorlogsmisdaden.
De film, is deels gebaseerd op ware gebeurtenissen, stelt de productiemaatschappij. En dat is makkelijk voorstelbaar: vrouwenhandel of uitbuiting van illegale arbeiders die geen kant op kunnen, gebeuren in Nederland, dat idee roept de film op: wie ooit nog dacht dat alle Oost-Europese vrouwen in de rosse buurten romantisch achter de ramen zitten, komt na deze film van een koude kermis thuis, getuige de wrede gevangenschap van Jenya. (Update: Overigens is onduidelijk hoe vaak het fenomeen werkelijk voorkomt.) Ook laat de film zien dat je droom als migrant, of je nu in het Concertgebouw dirigeert of als illegale bloemenplukker werkt, ook zo in duigen kan vallen en dat je met die situatie moet dealen en dat vriendschap helpt.
Door de vele verhaallijnen kunnen sommige verhalen in de film soms iets aan de oppervlakte blijven. Maar veel verhaallijnen die elkaar even raken, dat is juist het doel van cineast Joost van Ginkel. Van Ginkel wilde zoals hij zelf zegt, in een paar penseelstreken het leven van mensen die elkaar even raken, neerzetten. In die opzet is hij geslaagd: de film verveelt niet.
Van Ginkel houdt door de razendsnelle montage, de afwisseling en de nogal expliciete nietsverhullende beelden – mishandeling van vrouwen wordt a la Lars von Triers Nymphomaniac onomwonden getoond – de spanningsboog strak en dat blijft hij tot het eind en dat eind is niet onverdeeld happy.
De film wordt op het Nederlands Film Festival voor het eerst in Nederland vertoond. Internationaal gaat de film al eerder in première: in Toronto, komende zondag 13 september. Vanaf 29 oktober draait de film in de Nederlandse bioscopen en op 14 januari is bekend of de film genomineerd wordt voor een Oscar. De laatste keer dat dat gebeurde was met De Tweeling, in 2004.