Op dit moment is GeenStijl samen met het Burgercomité-EU druk bezig met het verzamelen van 300.000 verzoeken om een raadgevend referendum te houden over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Deze week werd bekend dat GeenStijl zo’n 150.000 verzoeken heeft afgeleverd bij de Kiesraad. Tot 28 september hebben Nederlandse burgers nog de tijd om een verzoek in te dienen.
Publicist Thierry Baudet, een van de felste tegenstanders van het associatieverdrag, heeft zowel in het NRC Handelsblad als in het Financieele Dagblad beweerd dat het Oekraïense parlement het economische gedeelte van het verdrag niet heeft geratificeerd. Dit betekent dat het gehele verdrag op losse schroeven staat. Nederland, de op een na grootste Europese investeerder in Oekraïne, zou dan weinig of geen baat hebben bij het verdrag. Volgens Baudet maken Nederlandse parlementariërs die wijzen op het economische belang ‘een grote vergissing’.
Een simpele zoekopdracht naar de ratificaties toont echter aan dat het Oekraïense parlement zowel het economische als politieke gedeelte van het associatieverdrag heeft geratificeerd in september 2014. De ratificatie van het economische gedeelte is helemaal niet door het parlement uitgesteld. De implementatie echter wel.
Oekraïne kan tot eind 2015 importheffingen opleggen op goederen uit de Europese Unie. Dat is niet vreemd, aangezien pas op 1 januari 2016 het associatieverdrag met Oekraïne officieel ingaat. Het punt van Baudet dat Rusland niet blij is met het economische gedeelte van het verdrag klopt wel. Het land is namelijk de boosdoener geweest bij het uitstellen van de implementatie. Eerder hadden de Europese Unie en Oekraïne afgesproken om al in november 2014 vrij te kunnen handelen. Moskou was echter te bezorgd over zowel een daling van vraag naar Russische goederen als de mogelijkheid van Oekraïne om een doorvoerland te worden van goedkope Europese goederen naar Rusland.
Uiteraard is het legitiem als Nederlandse burgers twijfels hebben bij dit associatieverdrag. Oekraïne is zowel economisch als politiek gezien een instabiele staat. Het is van groot belang om hier, met een mogelijk raadgevend referendum in zicht, een betrouwbaar en transparant debat over te voeren.
In Nederland gaan wij vooralsnog niet inhoudelijk debatteren over het associatieverdrag met Oekraïne. De initiatiefnemers van het verzoek voor een raadgevend referendum hebben al laten blijken dat zij eerder ‘de Nederlandse democratie’ ter discussie willen stellen. Parlementariërs doen namelijk niet altijd wat GeenStijl zegt.
Baudet is niet eerlijk als hij zegt dat het Oekraïense parlement het economische gedeelte niet heeft geratificeerd. Zolang hij geldt als een van de belangrijkste tegenstanders van het verdrag kan het publieke debat nooit goed gevoerd worden. Een raadgevend referendum is dan ook zinloos.