‘I get a rash from too much political correctness. I love it when films dare to have political incorrect ideas’
Waarschuwing: dit stuk is honderd procent politiek incorrect. Wel met een schitterend onderwerp, namelijk het aanstaande glorieuze Nederlands Film Festival (NFF) te Utrecht. De organisatie van het NFF bestaat uit een politiek correct, angstig en bekrompen kliekje. Ik zal u uitleggen waarom ik dit zo noem.
Het NFF word gesubsidieerd van uw en mijn belastinggeld om een groot publiek te kunnen informeren over de Nederlandse film in al zijn verscheidenheid. Alleen: de directrice van het NFF, Willemien van Aalst (samen met haar kruiperige consorten), onthoudt het Nederlandse publiek expres van drie wereldberoemde Nederlandse films. Mijn films.
Heeft u ooit van mijn Human Centipede–trilogie gehoord? Miljoenen fans over de hele wereld wel. Mijn controversiële mond-aan-anus-films (dat leest u goed ja) maken inmiddels onderdeel uit van de wereldwijde popcultuur. Ze hadden bioscooppremieres van Hollywood tot Tokio en mogen zeer beroemde namen, van Quentin Tarantino, Marilyn Manson tot John Waters tot hun fans rekenen.
Er is geen Hollandse film te noemen die wereldwijd zoveel referenties heeft gekregen in andere producties. Ik som er een paar op: South Park, the Conan O’Brien show, Tosh.O, The Simpsons, Family Guy, Glee, Weeds, Beavis and Butthead, etc, etc.
Om mezelf nog meer op de borst te kloppen: wist u dat ik, samen met Paul Verhoeven, wereldwijd de populairste Nederlandse filmregisseur ben? Het is allemaal waar, u kunt het zelf feitelijk checken op filmsite IMDB. Voor de duidelijkheid: dit alles kwam tot stand zonder ook maar een cent subsidie van het Filmfonds.
Dit jaar is het hoofdthema van het NFF ‘Grenzeloos’, waarbij succesvolle Nederlandse filmmakers in het buitenland worden geëerd. Dat thema zou dus precies moeten aansluiten op wat ik heb gepresteerd. Maar tot mijn grote ontsteltenis worden ik en mijn werk compleet genegeerd. Wéér genegeerd.
Na acht jaar van genegeerd worden, is het tijd een statement maken. Niet eens zozeer voor erkenning, want wat is ‘succes’ überhaupt waard in ons kleine landje, maar juist om aan te tonen dat de leiding van het NFF volstrekt incapabel is om de Nederlandse film te vertegenwoordigen.
Nadat ik onlangs de pers had opgezocht kreeg ik een reactie van het festival. Letterlijk komen ze met het argument dat ze simpelweg ‘niet iedere Nederlandse filmmaker die succesvol is in het buitenland kunnen uitnodigen’. Voor mij was er ‘geen plek’.
Lachwekkend, niet? Het is natuurlijk een compleet ongeloofwaardig en uiterst arrogant argument. Er zijn dan ook zoveel vernieuwende, succesvolle Nederlandse filmmakers in het buitenland dat je er haast over struikelt.
Natuurlijk is we wél plek voor door het Filmfonds gesubsidieerde Nederlandse films die tussen vijftig andere films één keer op een buitenlandse filmfestival hebben gedraaid. En anders programmeert het festival The cook, the thief, his wife and her lover uit 1989 wel.
Laat ik nu mijn handen maar even in het hellevuur steken voor de wérkelijke reden van het negeren van mijn carriere en het niet uitnodigen: ik behoor niet tot de elitaire, brave, gesubsidieerde Hollandse filmclub. Mijn films doen stof opwaaien, zijn controversieel en politiek incorrect. Mijn films zijn gewoon niet salonfähig genoeg.
Mevrouw van Aalst is bang voor controverse, en kritiek, als ze mijn films programmeert. Kennelijk is er in Nederland al snel een grens bereikt aan ‘grenzeloos’.
Gelukkig brokkelt de geloofwaardigheid van het NFF steeds meer af. De producenten van zowel Michiel de Ruyter als De Ontsnapping hebben hun films inmiddels teruggetrokken, onder andere omdat ook zij de regelementen dubies vinden.
Tot zover mijn politiek incorrecte mening. Ik hoop dat u nog even aan dit artikel denkt als straks in Utrecht het elitaire kliekje elkaar veren in de reet steekt. Van uw geld.