Betaal mee aan het belangrijke en nuttige journalistieke werk van Wierd Duk en doneer via crowdfundsite Yournalism.nl!
Wie had gehoopt dat er een levendig, politiek inhoudelijk debat zou ontstaan rond GeenPeil, het initiatief van het Burgercomité EU, het weblog Geen Stijl en het Forum voor Democratie om een raadgevend referendum van de grond te krijgen over een associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne, is bedrogen uitgekomen.
Niet alleen duurde het opmerkelijk lang voordat #geenpeil – de noemer waaronder het initiatief werd gelanceerd – door opiniemakers en de mainstream media werd opgemerkt, toen het er eenmaal op ging lijken dat de benodigde 300.000 handtekeningen inderdaad zouden worden gehaald, werd door tegenstanders vooral grof geschut ingezet. ‘Onzin-referendum’, was nog de minst zure poging tot diskwalificatie. De merkwaardigste bezwaren waren die waarin de initiatiefnemers voor ‘fascisten en nazi’s’ worden uitgemaakt. Burgers die gebruik maken van een democratisch recht zijn ‘fascisten’? Soms is het wel heel moeilijk om je in de denkwereld van anderen in te leven.
Het debat bleef dus uit. Jammer. Dan probeer ik het hier maar aan te wakkeren, een dag voor de deadline van de handtekeningenactie.
Tot nog toe zijn de voornaamste redenen waarom #geenpeil aandacht verdient, voor zover ik dit kan overzien, niet adequaat over het voetlicht gebracht. Zo ontbreken enkele kernbegrippen uit de geschiedenis van de totstandkoming van het associatieverdrag met Kiev. Bovendien worden de namen niet genoemd van een aantal belangrijke hoofdrolspelers. Waarom die er wel toe doen, zal ik uitleggen.
Om te begrijpen waarom voor de Russische president Vladimir Poetin het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne een brug te ver is, moeten we terug naar Praag. Hier werd op een Europese top in mei 2009 het ‘Eastern Partnership’ (EaP), het Oostelijk Partnerschap, van de Europese Unie geïntroduceerd.
Het EaP, zoals de afkorting ging luiden, was een poging om binnen het zogeheten ‘nabuurschapbeleid’ van de EU zes voormalige Sovjet-republieken nauwer aan de Europese Unie te binden. Voor een goed begrip: de Sovjet-Unie was een federatie met vijftien republieken, die ik hier allemaal ga noemen: Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, de drie Baltische landen Letland, Estland en Litouwen, Moldavië, verder Georgië, Azerbeidzjan en Armenië en de Centraal-Aziatische republieken (de ‘backwaters’) Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië.
Estland, Letland en Litouwen waren in de jaren 2000 al toegetreden tot de EU en tot de Navo, het westerse militaire bondgenootschap. Via het EaP zouden Oekraïne, Armenië, Georgië, Moldavië, Azerbeidzjan en Wit-Rusland nu samenwerkingsverbanden met Brussel aangaan.
Dit rijtje van zes was van begin af merkwaardig en controversieel. Georgië was een jaar eerder, in 2008, notabene militair onder de voet gelopen door Rusland nadat de roekeloze Georgische president Michail Saakasjvili doelen in de separatistische regio Zuid-Ossetië, die (onrechtmatig) onder Russische controle viel, begon te bombarderen. In diens overmoed hoopte Saakasjvili, die in de Verenigde Staten had gestudeerd en gewerkt, op steun van Washington en de Navo.
Maar die kreeg hij vanzelfsprekend niet. ‘You’re alone in this’, had Saaskasjvili te horen gekregen, zo vertelde Colin Powell, de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, aan de BBC. Gevolg: Vladimir Poetin – destijds premier van Rusland – zwoer dat hij Saakasjvili ‘aan diens ballen ging ophangen’ en hij was hier ongetwijfeld ook in geslaagd als het Kremlin niet had besloten om haar militaire colonnes niet ver van de Georgische hoofdstad Tbilisi halt te laten maken.
Dit had een waarschuwing moeten zijn aan de bureaucraten in Brussel en aan de westerse leiders. Kennelijk stelt Vladimir Poetin westers gestook in de voormalige ‘Sovjet-ruimte’ niet op prijs. Leiders die hem daar uitdagen dreigt de oud-KGB’er ‘aan hun ballen op te hangen’ of hen te achtervolgen ‘tot op de plee’ en hen te vermoorden, zoals Poetin ooit zei in onvervalste Russische straattaal over separatistische Tsjetsjeense rebellenleiders. Die laatsten heeft hij inderdaad allemaal uitgeroeid.
Hier kun je van vinden wat je wilt, maar Washington zal het ook niet accepteren wanneer de Russen of Chinezen ineens anti-Amerikaanse regimes in Mexico of Canada (militair) zouden opbouwen en ondersteunen en hen zouden ophitsen tegen de Amerikaanse regering. En Poetin barbaars? Jazeker, maar wat zei Hillary Clinton ook alweer, na de westerse interventie in Lybië, over de brute moord op kolonel Gadaffi? Oh ja: ‘We came, we saw, he died!’ Ze moest er heel hard bij lachen en klapte daarbij in haar handen.
Maar we dwalen af.
Verder deed de aanwezigheid van Wit-Rusland in dit rijtje van zes wel heel raar aan. Wit-Rusland – Belaroes – is een soort reservaat, het is de laatste dictatuur in Europa, de besnorde president Aleksandr Loekasjenko, die er al decennia aan de macht is, kan zo de hoofdrol spelen als opperboer in een oude Sovjet-film over het ‘rijke leven op de kolchoz’.
Waarom streeft de EU nauwere banden na met zo’n ‘besmet’ land? “Om de democratische oppositie in het land te ondersteunen”, zeiden de initiatiefnemers van het Oostelijk Partnerschap bij de bekendmaking. Met andere woorden: de EU zal zich met de binnenlandse aangelegenheden van Wit-Rusland gaan bemoeien.
Ditzelfde – ‘Waarom?’ – kun je je ook afvragen over de contacten met Oekraïne. Daar regeerde immers de intens corrupte president Viktor Janoekovitsj. Iedereen herinnert zich de beelden van Janoekovitsj’ grotesk-kitscherige paleis, z’n privé-dierentuin en al die ander parafernalia waarmee een proleet die te veel spullen en geld heeft gestolen zich omringt.
Via het Eastern Partnership gingen Brussel, de Europese Unie, wij dus, met dit regime en met enkele andere hoogst bedenkelijke regeringsleiders uit die groep van zes om de tafel (ooit iets gelezen over de regerende Alijev-clan in Azerbeidzjan? Doen!).
Waarom?
Officieel omdat die bilaterale en multilaterale contacten deze landen zouden ‘beschaven’ en op allerlei terreinen zouden ontdoen van hun laatste post-Sovjet erfenissen. En: “The main goal of the Eastern Partnership is to create the necessary conditions to accelerate political association and further economic integration between the European Union and interested partner countries”, zo staat het in de Joint Declaration van mei 2009.
Het EaP, zo was de achterliggende gedachte, zou de jongere generaties in die landen leren om niet corrupt te zijn, om niet te stelen, om politieke conflicten niet met geweld op te lossen, om te begrijpen wat ‘kapitalisme’ is en wat ‘democratie’ inhoudt en hoe een ‘parlement’ functioneert, om mensenrechten te respecteren en homorechten, vrouwenrechten, transgenderrechten zelfs. Die slimme Oost-Europese jongeren stonden in de rij want allemaal hopen ze op een mooie, goed betaalde baan in Brussel.
Zo zouden, na de Baltische landen, uiteindelijk ook deze voormalige Sovjet-republieken worden geciviliseerd en klaar worden gestoomd om deel uit te maken van de grote, beschaafde Europese familie.
Oh, officieel ging het hier natuurlijk slechts om vrijhandelsverdragen en om de totstand brenging van liberalere visa-wetgeving.
Wie zo’n project uitdenkt is geopolitiek óf heel naïef óf heel geslepen. Welnu, we kunnen Radoslaw ‘Radek’ Sikorski en Carl Bidt van veel betichten – waaronder ook enkele duistere zaken – maar niet dat deze twee Europese politici en diplomaten naïef zouden zijn.
Radoslaw Sikorski
Sikorski en Bildt zijn de initiatoren van het Eastern Partnership. De eerste was destijds minister van Buitenlandse Zaken van Polen, Bildt was dit in Zweden. Beide mannen staan bekend als rabiate ‘neocons’ en ze haten Vladimir Poetin intens. Dat mag ik zo schrijven want ze winden in hun uitspraken en op social media geen doekjes om hun afkeer van de Russische president.
Met name de conservatief Carl Bildt, die bij een deel van het Zweedse electoraat extreme reacties oproept (check niet alleen de mentions op twitter en andere social media, maar ook de vele kritische artikelen in de Zweedse pers), maakte het de afgelopen jaren bont. In woeste tweets hield Bildt niet op uit te halen naar het Kremlin en naar Poetin. Tegelijkertijd riep hij de westerse gemeenschap op om in het conflict tussen Rusland en Oekraïne militair de kant te kiezen van Kiev. Toen Viktor Janoekovitsj de zijde van Poetin koos en hulp inriep tegen de pro-westerse opstandelingen op de Maidan, noemde Bildt hem op twitter een ‘Quisling‘ (landverrader).
Bildt is in de Zweedse pers veelvuldig in verband gebracht met Amerikaanse neoconservatieven als Paul Wolfowitz, Donald Rumsfeld en Dick Cheney, die het desastreus uitgepakte buitenlandse beleid van de regering Bush formuleerden. Hij wisselt tussen de politiek en het bedrijfsleven. In 2000 trad Bildt toe tot de leiding van de oliemaatschappij Ludin Oil, een firma die zich, volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, tijdens de burgeroorlog in Soedan lieerde aan oorlogsmisdadigers.
Carl Bildt
Bildt pleitte in 2003 in de International Herald Tribune voor regime change in Irak en, dus, voor de omverwerping van Saddam Hoessein. Hij staat erom bekend in belangrijke dossiers de politieke keuzes van de regeringen in Washington te volgen. Toen in 2014 klokkenluider Edward Snowden de Right Livelihood Award werd toegekend, zorgde Bildt er voor dat de traditionele uitreiking in het gebouw van het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken niet kon doorgaan.
Radek Sikorski, een christen-democraat, gold lang als de glamourboy van de Oost-Europese diplomatie: voorbestemd om in Brussel een hoge functie te bekleden – wat wegens een afluisterschandaal dat hem ten val bracht uiteindelijk niet doorging. Sikorski is een kleurrijke persoonlijkheid: hij nam deel in de dissidentenbeweging Solidarnosc, vluchtte uit Polen, studeerde in Oxford, werd oorlogsfotograaf en won in 1988 de World Press Photo met een foto uit Afghanistan. Hij adviseerde Rupert Murdoch, werd in 1992 onderminister van Defensie en later van Buitenlandse Zaken.
Tussen 2002 en 2005 was Sikorski lid van het American Enterpise Institute, een neoconservatieve denktank, waaraan onder anderen ook Lynne Cheney, de vrouw van Dick Cheney, Newt Gingrich, Paul Wolfowitz en Ayaan Hirsi Ali waren of zijn verbonden.
Sikorski is getrouwd met de Amerikaanse publiciste en Pulitzer Price winnaar Anne Applebaum, die een mooi boek schreef over de Goelag-kampen, en die zich in de afgelopen jaren ontwikkelde tot een van de meest uitgesproken rechtse haviken in de relatie tot Rusland en Poetin.
In een berucht geworden opiniestuk voor de Washington Post in augustus 2014 zinspeelde Applebaum openlijk over een ‘total war‘ in Europa. “Is it hysterical to pepare for total war, or is it naive not to do so?”
Vanzelfsprekend zag zij in Vladimir Poetin de aanstichter van zo’n eventuele oorlog.
Uitgerekend deze twee mannen, gepokt en gemazeld in de ‘Atlantische wereld’, beide trouwe volgers van de lijn van Washington, het Pentagon en de Navo, stonden aan de basis van een project dat de relaties met Rusland ernstig onder druk zou zetten en zou beschadigen: het Eastern Partnership.
Was hun doel werkelijk het aanknopen van onschuldige handelsbetrekkingen tussen de zes oude Sovjet-republieken en de EU? Gezien hun biografieën en hun intensieve contacten met leidende neocons in de VS is dit onwaarschijnlijk. De neocons denken en handelen volgens de beruchte ‘Wolfowitz-doctrine’. Die luidt: “Ons voornaamste doel is het om te voorkomen dat er een nieuwe rivaal opstaat in de regio van de voormalige Sovjet-Unie of waar dan ook, die een bedreiging kan betekenen zoals de Sovjet-Unie dit ooit was”.
Toen deze tekst te veel stof deed opwaaien, werd hij vervangen door een mildere variant van hetzelfde gedachtengoed.
Rusland had zich in de jaren 2000, onder Vladimir Poetin, internationaal weer gemeld. Poetin erfde in 1999 een land dat ernstig in verval was geraakt onder de alcoholische en zieke president Boris Jeltsin. Rusland telde op geen enkel gebied meer mee. Internationaal was het land een lachertje geworden. Voor Poetin, de oud-KGB-officier, was deze situatie onacceptabel.
In vrij korte tijd slaagde Poetin erin om Rusland weer op poten te zetten. Met harde hand bestreed hij de chaos, in Tsjetsjenië en elders in de Kaukasus. Poetin was meedogenloos voor degenen die hem uitdagen, ook voor de democratische Russische oppositie. Hij is een autocraat – geen dictator – die geen weerwoord accepteert, maar die geliefd is bij een groot deel van zijn bevolking omdat hij ‘de Russen’ weer trots maakte op hun land.
Met die comeback onder Poetin daagde het Kremlin ook de Amerikaanse aanspraak uit de enige supermacht te zijn. Poetin benadrukt in zijn redes voortdurend het belang van een ‘multipolaire wereld’, als alternatief voor de ‘unipolaire Amerikaanse’ perceptie. Maar daarmee vond hij bij zijn Amerikaanse tegenspelers geen gehoor. Sterker, in Oekraïne kwam het bijna tot een openlijk militair conflict.
Het Westen steunde de afgelopen jaren met veel woorden, inzet en geld in Oekraïne, Georgië, Kirgizië en elders pro-westerse protestbewegingen, die zich verzetten tegen de traditionele invoed van Rusland in die landen en die aansturen op nauwere relaties met de Europese Unie en de Verenigde Staten. De ‘kleurenrevoluties’ worden die bewegingen genoemd. In Oekraïne was de kleur oranje.
Als gevolg van die oranjerevolutie in 2004/2005 kwam in Oekraïne een westers gezinde president aan het roer: Viktor Joesjtsjenko. Maar de oranjerevolutie liep uit op een deceptie: de corruptie werd niet minder, de nieuwe pro-westerseleiders vochten elkaar de tent uit, oligarchen hadden het land nog altijd in hun greep.
Die teleurstellingen effenden de weg voor de terugkeer van Viktor Janoekovitsj, de pro-Russische leider uit het gerussificeerde Oosten van Oekraïne, die in 2010 na reguliere verkiezingen het roer overnam. Onder zijn bewind begon Kiev, in het kader van het Eastern Partnership, besprekingen met Europa over een associatieverdrag.
Dit verdrag had in november 2013 moeten worden ondertekend tijdens een feestelijke top van het Eastern Partnership in Vilnius. Maar er kwam een reuzenkink in de kabel. Hoe de stemming destijds omdraaide, beschrijf ik in mijn boek over Angela Merkel (Merkel: koningin van Europa, Prometheus/Bert bakker, 2014). Hier een uittreksel:
“Angela Merkel, in die voor haar typische, een beetje voorovergebogen houding, stond in een ontvangstzaal van het presidentiële paleis in Vilnius, een glas witte wijn in haar rechterhand en haar gezicht op onweer. Het was eind november 2013. Europese staatshoofden en regeringsleiders, de politieke top van de Europese Unie (EU), een heel leger Europese ambtenaren, journalisten uit allerlei landen: ze waren allemaal naar de hoofdstad van Litouwen gekomen om hier de derde Eastern Partnership Summit bij te wonen.
Tussen de aanwezigen – en tussen de wandportretten van de Groothertogen van Litouwen – ontwaarde de Duitse bondskanselier ook de rijzige gestalte van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj. Met z’n lengte van 1.93 meter torende Janoekovitsj, zoals gewoonlijk, hoog uit boven de meeste gasten. Tussen de twee politici ontspon zich een ongemakkelijk gesprek.
Op camera-beelden, die later door de Litouwse presidentiële administratie werden vrijgegeven, werd hun ontmoeting vastgelegd.
‘Goed om u hier te zien,’ zei Merkel, aanvankelijk in het Engels. ‘Maar we hadden, laat ik het zo uitdrukken, meer verwacht.’
Het kwam er wat aarzelend uit. Maar Merkel was duidelijk geïrriteerd. Ze glimlachte zurig. De teleurstelling droop van haar gezicht.
Meestal probeerde Viktor Janoekovitsj zijn gesprekspartners met z’n fysieke dominantie en z’n zware stem te intimideren. Maar nu sloeg hij de ogen neer. De president voelde zich duidelijk niet op z’n gemak. Toen mompelde hij iets, in het Russisch, over Rusland en over de grote druk uit Moskou waar hij aan had blootgestaan. De leider van Oekraïne maakte een nogal hulpeloze indruk.
Waarom was Angela Merkel zo ontevreden?
De bijeenkomst in Vilnius, in het hart van één van die nieuwe, jonge oostelijke lidstaten van de Europese familie, had een feestje moeten worden. In het Paleis van de Groothertogen zou worden gevierd dat na Litouwen, Estland en Letland weer een aantal voormalige Sovjet-republieken bereid was om zich nauwer aan de Europese Unie te verbinden.
De locatie was vol symboliek. Vilnius, de barokke Hanzestad, had tot 1991 nog deel uitgemaakt van de Sovjet-Unie. In deze regio hadden eind jaren ’80 als hoogtepunt van de Zingende Revolutie honderdduizenden demonstranten een menselijke keten gevormd: de Baltische Weg, van de Estse hoofdstad Tallinn, via Riga in Letland tot aan Vilnius.
Langs zeshonderd kilometer stonden daar gewone Europese burgers, mannen, vrouwen, bejaarden zowel als kleine kinderen – twee miljoen mensen in totaal -, in een indrukwekkend protest tegen decennia van brute Sovjet-onderdrukking. Op die bewuste 23e augustus 1989 werd herdacht dat vijftig jaar geleden het Molotov-Ribbentrop Pact werd getekend – het niet-aanvalsverdrag waarin Nazi-Duitsland en Sovjet-Rusland hun invloedssferen in Oost-Europa hadden afgebakend. De Baltische landen, was daarin overeengekomen, vielen onder Moskou.
De drie Baltische staten hadden zich aan de Russische invloed weten te onttrekken door na hun onafhankelijkheid lid te worden van de Europese Unie en van de Navo. Ze waren inmiddels stevig ingebed in westerse economische- en militaire structuren en ze voelden zich beschermd door die verdragen.
Nu was het de beurt aan Oekraïne, Armenië, Moldavië, Georgië, Azerbeidzjan en mogelijk in de toekomst zelfs aan het dictatoriaal geregeerde en daardoor internationaal zeer geïsoleerde Wit-Rusland – de zes landen van het zogeheten Oostelijk Partnerschap – om diezelfde weg naar Europa af te leggen. Het Oostelijk Partnerschp was in 2008 opgezet, op initiatief van Polen en Zweden, als een manier om voormalige Sovjet-republieken aan de Europese Unie te binden. De een een stuk eerder dan de ander, dat sprak vanzelf. Te beginnen met vrijhandelsakkoorden en liberalere visa-regelingen.
Gastvrouw van de top in Vilnius was de Litouwse president Dalia Grybauskaite. De dame met het opmerkelijke, korte en geblondeerde jaren ‘80 kapsel was Europees Commissaris geweest, voordat zij in 2009 werd gekozen als eerste vrouwelijke president van Litouwen. Met haar zwarte band in karate en haar uitspraak dat ze desnoods ‘zelf een geweer’ zou pakken om haar land tegen vijanden (lees: Rusland) te verdedigen had Grybauskaite de reputatie opgebouwd op z’n minst zo tough te zijn als Angela Merkel, ze was een Baltische Iron Lady. ‘Ik heb een hekel aan leugenaars en aan mensen die te laat komen,’ zei de Litouwse in een interview. Die bekentenis leek op een waarschuwing aan enkele van haar gasten.
Hoogtepunt van de Litouwse top had de ondertekening moeten worden van een vrijhandelsverdrag en een Associatie-overeenkomst tussen de EU en Oekraïne. De voormalige Sovjet-republiek was groot en met 45 miljoen inwoners bevolkingsrijk, Oekraïne was een grote potentiële afzetmarkt. Het land, de historische ‘graanschuur van Europa’, was een voorname graanexporteur en beschikte over een belangrijke wapenindustrie, waar in het Westen met begerige ogen naar werd gekeken. Door Oekraïne liep bovendien een uitgebreid pijpleidingen-netwerk, waar bijna de helft van de immense Russische gasexport naar twaalf EU-staten doorheen werd gepompt. Oekraïne was een van de grootste stroomproducenten in Europa. En het land had havens aan de Zwarte Zee.
Na jaren van wanbeleid, als gevolg van incompetentie en grootschalige corruptie, lag de Oekraïense economie er desolaat bij. Het land was door oligarchen, frauduleuze ambtenaren, politici en criminelen leeggeplunderd. ‘Oekraïne is zo arm als Paraquay en zo corrupt als Iran’, schreef een Amerikaanse zakenkrant.
De scepsis over de ontwikkelingen in Oekraïne was in de EU steeds groter geworden. Brussel dreigde zaken te doen met een onbetrouwbaar bewind dat sterke criminele trekken vertoonde. Maar buurlanden als Polen en Litouwen bleven zich hard maken voor de samenwerking met Kiev. Onder de landen van het Oostelijk Partnerschap legde Oekraïne veruit het meeste gewicht in de schaal. Het slagen van het Partnerschap hing dan ook af van het voorbeeld dat juist deze voormalige Sovjet-republiek zou geven.
Slechts enkele dagen voor de top in Vilnius kwam er onverwacht nieuws uit Kiev: de ondertekening van de 900 pagina’s tellende associatie-overeenkomst kon niet doorgaan. Oekraïne, zo werd duidelijk, was gezwicht onder Russische druk. Moskou wilde niet dat Kiev zich aan het Westen zou binden. Vladimir Poetin had andere plannen met Oekraïne.
De Eastern Partnership Summit, de top waar Europa zichzelf weer eens had willen vieren, dreigde uit te lopen op een debacle. Eerder al had Armenië, eveneens onder Russische druk, afgezegd. In het autoritair bestuurde Azerbeidzjan en in het dictatoriaal geregeerde Wit-Rusland was nog veel te veel mis om over serieuze integratie met de EU te kunnen spreken. En nu ook Oekraïne afviel, bleven alleen Georgië en Moldavië over. Die twee landjes zetten hun plannen door en zouden in Vilnius overeenkomsten met Brussel paraferen. Maar om dat nou een hoogtepunt te noemen in de geschiedenis van de Europese Unie?
Daarom stond Angela Merkels gezicht op onweer toen zij, tijdens het aperitief voorafgaand aan het werkdiner, president Janoekovitsj aanschoot. Ze voelde zich bedrogen.
Jaren was er onderhandeld, sinds Kiev en de Europese Unie overeen kwamen dat de politieke banden zouden worden aangehaald en dat Oekraïne economisch binnen de Unie zou worden geïntegreerd. Een aantal vereisten was inmiddels doorgevoerd. Enkele politieke gevangenen waren vrijgelaten, hoewel de bekendste onder hen, Joelia Timosjenko – een voormalige premier die in 2011 was veroordeeld wegens machtsmisbruik – nog in de cel zat. Handelsrestricties waren opgeheven. En nu was al dat werk voor niets geweest. Merkel, die normaal gesproken voorzichtig opereert, maar er in dit soort situaties geen doekjes om windt, wreef het Janoekovitsj onmiddellijk in. Waar iedereen bij stond.
‘We hadden meer verwacht.’
Viktor Janoekovitsj draaide met z’n ogen en schudde z’n hoofd, als om aan te geven dat de situatie hem boven het hoofd was gegroeid. Toen kwam het hoge woord eruit:
‘De economische situatie in Oekraïne is buitengewoon moeilijk. En we hebben grote problemen met Moskou.’
Een jonge tolk wilde vertalen, maar Merkel, die immers goed Russisch kent, wuifde hem geïrriteerd weg. President Grybauskaite, die had gestudeerd aan de universiteit van Sint Petersburg en Russisch spreekt met een zangerig noords accent, mengde zich in het gesprek. Maar ook zij kon Janoekovitsj niet op andere gedachten brengen. De Oekraïner ging het akkoord niet tekenen.
‘Ik zou willen dat u naar mij luisterde,’ zei Janoekovitsj, en hij priemde nu driftig met zijn vinger. ‘Ik stond 3,5 jaar alleen in mijn onderhandelingen met Rusland, in zeer ongelijke posities. Een op een. Dat was niet makkelijk.’
Het verhaal kwam hier op neer.
Begin november had Vladimir Poetin een ontmoeting met Janoekovitsj georganiseerd op een militair vliegveld bij Moskou. Zo geheim was die bijeenkomst dat de Russen aanvankelijk ontkenden dat hij had plaatsgehad. In dat gesprek dreigde de Russische president met een import-blokkade van Oekraïense producten, met name van die uit het Oosten van het land, waar Janoekovitsj zijn machtsbasis had. Al in een eerder stadium had Rusland het de Oekraïners lastig gemaakt: door overdreven nauwgezette controles van vrachtvervoer aan de grens, door de import te weigeren van bepaalde producten en te schermen met een hogere gasprijs. Maar zou Poetin deze boycot doorzetten dan dreigden tienduizenden banen in Oekraïne op de tocht te komen staan. Het land zou miljarden euro’s aan inkomsten mislopen.
Poetin had een tegenvoorstel: zou Oekraïne zich aansluiten bij zijn Euraziatische Unie, samen met andere voormalige Sovjet-republieken, waaronder ook Armenië, dan kon Kiev rekenen op veel geld: miljarden aan subsidies, schuldkwijtscheldingen en tariefvrije importen. Janoekovitsj, die weliswaar bekend stond als pro-Russisch, maar die in werkelijkheid een gecompliceerde relatie onderhield met Poetin – die geen respect voor hem had – koos eieren voor z’n geld.
Wat had hij ook van de EU te verwachten? Voor een volwaardig lidmaatschap van de Unie kwam Oekraïne de komende decennia niet in aanmerking. En geld? De EU had leningen in het vooruitzicht gesteld, ter hoogte van 610 miljoen euro, met uitzicht op een lening van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van een miljard. Maar onder allerlei strenge voorwaarden.
Dan was Poetins aanbod, hoewel gedaan met een vlijmscherp mes op tafel, een stuk aantrekkelijker.
De EU was er vanuit gegaan dat het vooruitzicht voor Oekraïne om deel uit te maken van de beschaafde Europese landengroep op zichzelf al een belangrijke drijfveer zou zijn voor ondertekening van het associatie-verdrag. Oekraïne had vanaf dat moment immers een Europese toekomst in vrijheid voor het grijpen: welvarend en met een stabiele democratische rechtsorde. Ooit. De Europese softpower zou ongetwijfeld winnen van de Russische hardpower. Maar, zoals wel vaker, hadden Europese politici en bureaucraten zich schromelijk vergist.
Janoekovitsj’ weigering kwam als een enorme schok. Ook in eigen huis. De bekendmaking dat Kiev niet zou tekenen, had in Oekraïne onder pro-westerse burgers een golf van protest losgemaakt. Duizenden mensen waren de straat op gegaan. Velen met blauwe Europese vlaggen. ‘We horen bij de Europese Unie, niet bij de Sovjet Unie!’, hadden die demonstranten op hun spandoeken geschreven. Er deigde een revolutionaire situatie te ontstaan.
In de aanloop naar Vilnius hadden onzekerheid en nervositeit overheerst. Voor het eerst had een voormalig Oostblok-land het aanbod afgeslagen om te integreren in het Westen. Dat was voor veel betrokkenen moeilijk te accepteren. Zij bleven hopen. Ging president Janoekovitsj, die dubbele signalen bleef afgeven, wellicht alsnog tekenen?
Vanuit haar cel had ook voormalig minister-president Joelia Timosjenko zich in het debat gemengd. Zij deed een dramatische oproep aan Janoekovitsj. Timosjenko, de vrouw met de kenmerkende, folkloritische haarvlecht, was een bijzonder controversiële politica, met een duistere geschiedenis van corruptie en machtsmisbruik. Maar ze was ook een charismatische oppositieleidster, van wie werd verwacht dat zij in de toekomst in de Oekraïense politiek nog een rol van betekenis zou spelen. Haar invrijheidsstelling en medische behandeling in Duitsland waren voorwaarden voor de EU om de ondertekening van het associatie-verdrag met Oekraïne door te laten gaan.
Het gerucht ging dat Angela Merkel zich tegenover haar schuldig voelde. Timosjenko was immers gevangen gezet nadat zij, op aandringen van Merkel en andere Europese leiders, in 2009 als premier van Oekraïne, tijdens een ‘gasoorlog’ met het Kremlin – waardoor ook in Europa huishoudens in de kou kwamen te zitten – een gasakkoord had gesloten met Moskou. Toen zij vervolgens in de oppositie belandde, werd tegen haar een strafzaak geopend omdat door haar toedoen Oekraïne door de gasdeal zou zijn benadeeld. Timosjenko werd veroordeeld tot zeven jaar cel.
Ook in de kwestie Timosjenko had president Janoekovitsj tot het laatste moment geaarzeld. Hij had geen zin om zijn meest geduchte politieke tegenstander vrij te laten. Daarop bood Julia Timosjenko uit zichzelf aan om in gevangenschap te blijven. Als het verdrag met Brussel er maar zou komen. ‘Ik geef u mijn woord,’ schreef zij, ‘dat ik mij op dezelfde dag dat u het verdrag ondertekent zal wenden tot Europese leiders om hen te vragen akkoord te gaan, ondanks dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, inclusief die van mijn vrijlating.’
Timosjenko’s volwassen dochter Jevgenija begon zich steeds meer zorgen te maken. Zij riep in Duitslands grootste dagblad, Bild Zeitung, kanselier Merkel op om nu in te grijpen. Zij vreesde dat haar zieke moeder anders ‘dreigde te sterven’.
Dit was de gespannen sfeer die zich meester had gemaakt van de top in Vilnius en waarin Angela Merkel en Viktor Janoekovitsj elkaar spraken. Het gesprek leverde niets op.
De Duitse bondskanselier begreep toen nog niet dat de situatie veel ernstiger was dan zij tot dan had aangenomen. Het Oostelijk Partnerschap was voor Vladimir Poetin in alle opzichten een brug te ver gebleken. De Rus was bereid om elk middel in te zetten om het slagen van het project te ondermijnen. Desnoods ook militair.
De zes voormalige Sovjet-republieken waren, tot schrik van de verraste EU-functionarissen, die zich ineens met ouderwetse machtspolitiek zagen geconfronteerd, inzet geworden van een explosief geopolitiek steekspel tussen Rusland en het Westen, waarin ook de Verenigde Staten en de NAVO rollen zouden opeisen. Oekraïne werd het slagveld.
De mislukte top in Vilnius bleek de opmaat naar de grootste crisis uit Angela Merkels politieke loopbaan. In Europa dreigde een burgeroorlog.”
Wat was er gebeurd? Wel, de Europese Unie had met het Oostelijk Partnerschap hardball geopolitiek gespeeld. En verloren.
Voor Vladimir Poetin was het EaP van begin af een affront. Poetin had zelf grote plannen met zijn Euraziatische Unie, waar de zes voormalige Sovjet-republieken deel van zouden uit moeten maken. Met de Baltische landen al stevig in het westerse kamp, beschouwt het Kremlin verder afdrijven van voormalige Sovjet-regio’s naar het westen als een strategische bedreiging – ook al betreft het in het geval van het Oostelijk Partnerschap formeel alleen afspraken over vrijhandel en de opheffing van visa-beperkingen.
Vraag het aan Nederlandse politici, Tweede Kamerleden, die destijds bij de onderhandelingen over het Oostelijk Partnerchap betrokken waren en ze zullen zeggen: “We hadden helemaal niet in de gaten dat de Russen hier zo zwaar aan tilden. We gingen ervan uit dat het niet zo’n vaart zou lopen. En bovendien: soevereine staten mogen zelf beslissen met wie ze verdragen sluiten.”
Dit is typisch voor de manier waarop ‘men’ in Europa denkt: de wereld laat zich organiseren via verdragen tussen rationeel handelende soevereine staten. Maar het Kremlin denkt niet zo, Russen denken in invloedsferen – net als de Amerikanen trouwens. Wellicht beseft een gemiddeld Nederlands Kamerlid dit te weinig, maar geroutineerde en ervaren politici en diplomaten als Radek Sikorski en Carl Bildt, die sinds jaar en dag internationaal opereren, weten dit wel degelijk.
Voor Poetin hadden zij onder de dekmantel van een Europees ‘nabuurschap’- project een vehikel opgetuigd om de Russische invloedssfeer in Oost-Europa nog verder aan te tasten en Moskou internationaal verder te isoleren. Wat de Navo militair deed – voormalige Oostblok-landen opnemen in het militaire bondgenootschap – deed de Europese Unie in zijn ogen via het Oostelijk Partnerschap.
Natuurlijk ontkennen EU-betrokkenen dat achter het EaP ‘kwade bedoelingen’ jegens Moskou schuilgaan en dat de associatieverdragen zijn bedoeld om Poetins Euraziatische Unie te frustreren. Dat is in het Kremlin echter wel de gevoelde uitkomst.
Hoe dan ook zette het EaP de betrekkingen tussen de deelnemende landen eerder op scherp dan die te verdiepen: al in 2011 boycotte Wit-Rusland de Eastern Partnership-top in Warschau omdat de “EU president Loekasjenko discrimineert”.
Loekasjenko mag wegens zijn dictatoriale beleid namelijk helemaal geen toppen bijwonen.
Uiteindelijk resulteerde het Oostelijk Partnerschap-project in de chaos van de top in Vilnius – en het is niet overdreven te stellen dat de hoog opgelopen controverse rond het EaP heeft bijgedragen aan het uitbreken van de burgeroorlog in Oekraïne.
Er schuilt een grote tragiek in die mislukking. Kiev was door Brussel een vette worst voorgehouden – ‘We have won!‘, weet u nog? – maar toen het tijd werd om aan het Europese geopolitieke speelkwartier consequenties te verbinden, had Europa geen enkel wapen in handen.
‘We’ willen de landen in Moskou’s invloedssfeer wel verleiden, maar hen beschermen als de woede van de Russische beer eenmaal is gewekt – anders dan met sancties – daartoe zijn we niet bereid. Dat kán de EU ook helemaal niet.
Brussel en ook Nederland hadden met het Oostelijk Partnerschap, dat weliswaar nog bestaat, maar feitelijk is mislukt, een veel te grote broek aangetrokken. Aangespoord door overmoedige macho-diplomaten van het type Sikorski en Bildt en geïllustreerd door die onvergetelijk kolderieke beelden van Hans van Baalen en Guy Verhofdstadt, de euforische ‘overwinnaars’ op de Maidan.
Hoe liep het af met de initiatiefnemers? Carl Bildt moest in oktober 2014 het veld ruimen toen er in Zweden een nieuwe regeringscoalitie aantrad. Op twitter voert hij nog altijd een persoonlijke vendetta tegen Poetin.
De aftocht van Radek Sikorski was smadelijker. De Pool, die al geen minister van Buitenlandse Zaken meer was maar parlementsvoorzitter, struikelde over een aantal onhandige uitspraken en optredens. Eerst loog hij dat Poetin in Moskou in 2008 aan de toenmalige Poolse premier Donald Tusk – inderdaad de huidige ‘president’ van Europa – zou hebben voorgesteld om Oekraïne onder elkaar ‘te verdelen’. Natuurlijk ontkende Tusk deze bizarre aantijging, waarop Sikorski moest erkennen dat zijn geheugen hem ‘in de steek had gelaten’.
Sikorski’s positie werd onhoudbaar toen een afgetapt gesprek in een restaurant (Waitergate) door Poolse media naar buiten werd gebracht. Gebruikmakend van veel schuttingtaal fileerde Sikorski daarin de Pools-Amerikaanse betrekkingen, waarin hij de Polen afschilderde als een ‘slavenvolk’ dat de Amerikanen ‘pijpt’. Ook noemde hij de Britse premier David Cameron een incompetente loser. Dat was een brug te ver. In juni van dit jaar moest ‘Radek’ aftreden.
Tegenwoordig loopt Sikorksi ondermeer internationale conferenties af, waar hij argumenteert dat zijn Oostelijk Partnerschap op geen enkele manier was bedoeld als een provocatie aan het adres van Vladimir Poetin.
Dit is de ongemakkelijke geschiedenis achter het associatieverdrag met Oekraïne. Dat verdrag is dus niet los te zien van een veelomvattender project: het Oostelijk Partnerschap.
Wellicht was het beter geweest om de Nederlandse burgers de vraag voor te leggen of zij zo’n Eastern Partnership een verstandig initiatief vinden en of zij het wenselijk vinden dat Brussel openlijk recruteert in Ruslands geopolitieke achtertuin.
Maar als het raadgevend referendum er onder de huidige vraagstelling komt, is ook dat een overwinning voor de democratie. Het zal hopelijk (Europese) politici wakker schudden en hen erop wijzen dat niet alleen Vladimir Poetin, maar ook westerse burgers hun bedenkingen hebben over de uitbreiding van de Brusselse invloed naar de voormalige Sovjet-ruimte.
Bovendien geeft het referendum burgers de gelegenheid en de aanleiding om eens gedetailleerder het besluitvormingsproces in de Europese Unie onder de loep te nemen en de beweegredenen van sommige hoofdrolspelers te analyseren. Bijvoorbeeld die van onze protagonisten Radek Sikorski en Carl Bildt.
Dit alles is, ongeacht de uitkomst van #geenpeil, voor u en voor mij pure winst.
Betaal mee aan het belangrijke en nuttige journalistieke werk van Wierd Duk en doneer via crowdfundsite Yournalism.nl!