Achtergrond

TV-debat Democraten: kneuterige keukentafel-issues en economisch populisme

14-10-2015 11:24

Toegegeven, het is een stuk prettiger kijken naar vijf kandidaten: Lincoln Chaffee (voormalig Republikein en Independent), Hilary Clinton (vrouw van), Martin O’Malley (ooit winnaar van de ‘beste burgemeester’ prijs), Bernie Sanders (Independent) en Jim Webb (rechtse rakker) gingen gisteravond voor het eerst met elkaar in debat. De bombastische Jerry Buckheimer-intromuziek deed vermoeden dat elk moment Hulk Hogan het podium zou bestormen om in een regen van vuurwerk het volkslied te grunten en iedereen klaar zou stomen voor een avondje kooivechten, maar helaas: we moesten het doen met 5 broekpakken op een rij. Het leek er even op dat het een doodsaaie avond zou worden.

Gelukkig redden de e-mails van Hillary Clinton de avond.

Democraten zijn fatsoenlijke mensen-mensen

Waarom wilde het de rest van de avond niet echt knallen? Welnu, het was bovenal een heel hoffelijk en gezellig Democratisch feestje. Want Democraten zijn nou eenmaal fatsoenlijke mensen-mensen, zo was de onderliggende boodschap. Dat men binnen de partij in ieder geval geen gebrek heeft aan partijdiscipline (of ons in ieder geval dat wil voorhouden) bleek al uit de introductie-praatjes. De Democratische bingokaart was met enkele minuten gevuld: iedereen zijn ouders waren fabrieksarbeiders of immigranten, iedereen heeft een hekel aan Wall Street, iedereen komt op voor de middenklasse en iedereen is tegen de zakkenvullende 1 procent. Kortom: het economisch populisme werd rechtstreeks vanaf de Amerikaanse keukentafels en kroegtogen het podium op geslingerd.

Ondanks de ideologische nabijheid zijn de kandidaten er wel in geslaagd subtiele verschillen aan te brengen. Behalve Jim Webb. Hij viel vooral op in negatieve zin. De tijd die hij kreeg gebruikte hij vooral om te klagen over de (volgens hem) onvoldoende spreektijd die hij kreeg. Niet de beste manier om de peilingen (die al enige tijd haken op een stabiele 0 procent) op te vijzelen. De Amerikaanse website Mother Jones vroeg zich van de week zelfs af of Jim Webb überhaupt wel van plan is president te worden omdat hij niet echt zijn best lijkt te doen. Wat overigens zonde is: Jim Webb vertegenwoordigt een haast uitgestorven soort binnen de Democratische partij. De soort uit de Goede Oude Tijd, toen de Democratische en Republikeinse Partij niet zo extreem gepolariseerd waren ten opzichte van elkaar. Een democraat die zich qua wereldbeeld kan scharen in de traditie van JFK en Truman, het soort dat tegenwoordig even zo zeldzaam is als een Rockefeller Republikein.

Gepolariseerde Democraten rukken partij naar links

Dus bleven vooral de gepolariseerde Democraten over die de partij verder richting (haast on-Amerikaanse marges van) links duwen. Niets maakt dit zo duidelijk als de populariteit van Bernie Sanders. Volgens Republikeinen een communist, volgens zichzelf een ‘democratische socialist’. Wat dit precies inhoudt weet niemand en Sanders waarschijnlijk ook niet. Toen debatleider Anderson Cooper er naar vroeg kwam Sanders niet verder dan Occupy-achtige oneliners in de trant van ‘casino kapitalisme’, ‘1 procent’ en ‘fraude als verdienmodel’. Denemarken en Noorwegen noemde hij als lichtende voorbeelden, maar gaf Hillary Clinton drie seconden later gelijk toen zij het belang van Amerikaanse midden- en kleinbedrijven benadrukte. Wat voor speelruimte ondernemerschap zou krijgen in de sociaal democratische utopie van Sanders werd niet geheel duidelijk, en dat hoefde ook niet – want de kandidaten op het podium waren het vanavond vooral met elkaar eens, ook al zeiden ze allemaal totaal iets anders.

Gemiste kansen

Zelfs toen er flink te scoren viel, werd er niet doorgepakt. Heel even leek het spannend te worden toen het ging over gun control. Sanders pakte het slim aan: hij maakte een onderscheid tussen meer progressieve stedelingen en traditionele plattelandslieden (zoals 37 procent van de Amerikanen, Sanders zelf en bovenal: zijn lokale achterban) wanneer het gaat om gun control. Hoewel Nederlanders bij wapenbezit meteen denken aan schuimbekkende NRA-pashouders, zal geen enkele Democratische kandidaat het in zijn hoofd halen om te pleiten voor afschaffing van het tweede artikel uit de grondwet (right to bear arms). Er zijn tenslotte legio Democraten die graag een robbertje jagen. Sanders, zelf afkomstig uit Vermont, weet dit en pleitte daarom voor het zoeken van consensus. Er zijn immers genoeg Republikeinen die snappen dat het bezit van een volautomatisch militair wapen, of een raketlanceerder op de schouder weinig te maken hebben met plezierjacht of zelfbescherming. Dit kwam hem duur te staan: de overige kandidaten suggereerde dat Sanders teveel tegen de NRA aanschurkt.

Clinton: interventie in Libië voorbeeld van smart power

Het leek zowaar even spannend te worden toen na gun control direct werd overgegaan op Hillary Clinton’s hoofdpijndossier, namelijk buitenlands beleid. Ze maakte de kapitale fout door de interventie in Libië (U weet wel, dat land wat momenteel in totale chaos verkeert) een voorbeeld te noemen van smart power. Ze ging zelfs zo ver om te claimen dat dankzij de Amerikaanse interventie genocide was voorkomen, en dat zij nou eenmaal niet de veiligheid van diplomaten (lees: Benghazi) kon garanderen. Uitglijders waar elke serieuze tegenstander van zou watertanden. Helaas. Het bleef doodstil.

‘Enough with the damn e-mails!’

Het ging debatleider Cooper pas te ver toen Hillary Clinton de commissie waarvoor zij moet verschijnen in verband met het slepende email schandaal, neerzette als ‘de lange arm van de Republikeinen’ in een poging haar ‘peilingen naar beneden te halen’.  “Maar de kwestie wordt onderzocht door de FBI, zelfs president Obama noemt het een issue”, vroeg Cooper verbaasd door. Clinton stampvoette iets terug over het verspillen van belastinggeld aan commissies. Wederom een gouden moment voor een verhitte discussie over politieke geloofwaardigheid, transparantie en verantwoordelijkheid maar nee: Bernie Sanders redde Clinton uit de brand. “Amerikanen zijn het zat om naar die media verhalen te luisteren. Enough with the damn e-mails, let’s talk issues!”. Luid applaus en gejoel. Debatleider Cooper prevelde nog wat over de kijkertjes thuis die dit misschien wel belangrijk zouden vinden, maar het mocht niet baten.

De boodschap vanuit de partij is duidelijk. Het interesseert de Democraten geen ene hol, die emails.

En daar ging vanavond vooral over: om het winnen van de Democratische harten. Clinton is slim genoeg om te weten dat ze met dit soort antwoorden niet wegkomt in de eindrace. Maar ze hoeft dat nu ook niet. Deze avond was voor Clinton als een ontspannen baantje trekken in een rustig zwembad op de hoek. De spreektijd laat zien dat er voorlopig geen grote verschuivingen zijn in de Democratische race: Sanders en Clinton blijven aan kop. Saai, maar onvermijdelijk. Want zolang je de strijd niet aan gaat met elkaar, zijn er geen verliezers – maar ook geen winnaars.